Toen dit huis werd opgeleverd in 1924 voor eigenaar Familie ’t Hart kreeg het als adresaanduiding Molendijk B7. Daarna werd dit adres aangeduid als A2 en vervolgens als Molendijk 40. Na de aanleg van de Beatrixstraat, beginnende naast het Molenpad, werd het adres Beatrixstraat 44. Vanaf de jaren zeventig, waarin nogmaals werd hernummerd, kreeg dit pand als adresaanduiding Beatrixstraat 38.
Foto’s 1938 en 1946
Op de bovenste foto is het bewuste huis te zien, uit 1938. Op de foto daar onder, uit maart 1946, is datzelfde huis te zien. De kinderen genieten in de sneeuw, tijdens het speelkwartier van de nabijgelegen school. Ook het pand van de buren, het laatste vrijstaande huis noordelijk in de Beatrixstraat, is zichtbaar.
In 1964 werd de dijksloot gedempt en verdwenen de bruggetjes en dammen. Er werd een straat aangelegd en aan het einde van die toenmalige Beatrixstraat werd in 1972 een tegelpad aangelegd, niet toegankelijk voor doorgaand autoverkeer.
Foto Dempen van de sloot – 1964
In 1964 werd de sloot gedempt en werden de bruggetjes overbodig; ook het bruggetje van nummer 38 moest er dus aan geloven. Op de achtergrond is nog een stukje te zien van het huis aan de Molendijk 35 (zoals het anno 2009 wordt aangeduid).
Foto’s Beatrixstraat 38
Onderstaande foto’s tonen het huis in verschillende perioden: vlak na de oplevering (nog zonder een aangelegde tuin), in 1973 en tenslotte van een jaar of 10 later, in kleur.
De geschiedenis van een huis – door Maria Adriana ’t Hart
Op latere leeftijd schreef Juffrouw Maria Adriana ’t Hart, leerkracht in Piershil, dit artikel: ‘De geschiedenis van een huis’.
Toen dit huis in 1924 gebouwd was kreeg het als huisnummer aan de Molendijk B7, daarna werd het A2, vervolgens Molendijk 40 en nu Beatrixstraat 44. Op de tuin waar het gebouwd werd stonden enkele vruchtbomen, die al spoedig aangevuld werden. Behalve appels en peren waren er nu ook pruimen, kersen en perziken. Bovendien kwamen er struiken met rode, witte en zwarte aalbessen benevens kruisbessen. ook werden er verschillende sierbomen en struiken geplant. Het achterste stuk van de tuin was een boomgaard. In 1938 kwam er een koepeltje (tuinhuisje) bij, waar klimplanten tegen groeiden, wat op de foto te zien is. Deze foto is van augustus 1938. Het koepeltje werd in april 1940 door de Hollandse soldaten gevorderd voor een bureau. Die soldaten hebben het oen tochtdicht gemaakt, wat wel nodig was. Dat bleef zo tot 25 februari 1944. Alle mensen moesten evacueren en het land werd onder water gezet.
Op 25 februari 1944 moesten de bewoners het huis verlaten op bevel van de Duitse bezetter en worden geëvacueerd naar Nieuw-Beijerland. De sluizen worden geopend en langzaam stroomt de polder vol, zodat alle huizen in het water komen, wat te zien is op deze foto van april 1944.
Op dat moment staat het water niet erg hoog. De roosters onder de vloer komen nog net boven het water uit. Het is een trist gezicht, al die gesloten woningen. De bewoners hadden alleen de noodzakelijke benodigdheden mee genomen.
Wat achter gelaten was, werd op de zolder en op het achterste kamertje gebracht. Alle binnendeuren van kamers en kasten gingen ook naar de zolder.
Hoewel de toestand nog niet verbeterd was, ziet alles op de foto van augustus 1944 er heel wat vriendelijker uit. De natuur tracht zich te herstellen. De appelboom, de seringen de andere bomen en struiken hebben hun bladertooi of er niets aan de hand is en de witte roos prijkt met een schat van geurige bloemen boven het water uit. In de zilverspar hadden een paar eenden een nest gebouwd. Het riet in de sloot kon onbelemmerd groeien. Op het water dreef veel eendekroos en ook wel vellen. In huis zijn de luiken opgetrokken, zodat zon en wind het huis konden drogen, hoewel dat maar betrekkelijk was, want het water stond regelmatig tegen de vloer en soms er op. De muren namen het water gretig op, zodat ze tot op een hoogte van 1 à 2 m vochtig waren. De kelder stond natuurlijk vol water. Goed. dat het trapje eruit gehaald was. Het was een sport om met droge voeten in huis te komen, al had men hoge laarzen aan. Voor de brug was een diepe put, waar men met beleid over moest. Lukte dat niet, dan schepte men zijn laarzen vol. Die moeilijkheid had ook een voordeel, ongewenste bezoekers bleven van het erf.
20 mei 1945 was het water zover gezakt dat het huis weer te bereiken was. Het was wel oppassen aan de onderweg. Het wegdek was er niet op vooruit gegaan en het water in de sloot stond nog gelijk met de weg. Nu werd het werken van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. Gelukkig was het lang licht; de electriciteit was nog niet hersteld. Men moest zich met alles behelpen. Dat werd echter niet geteld; iedereen was blij weer naar huis te kunnen. Het huis moest schoon gemaakt; het behang werd zover mogelijk van de muur getrokken, opdat de muren konden drogen. De deuren werden weer aangehangen en de kelder werd met de brandspuit leeg gepompt. Op de tuin lag een tapijt van kroos en vellen. Men kon het gewoon oprollen. Dat moest voor er aardappelen gepoot konden worden en groente gezaaid. Bomen en struiken waren door en werden gerooid. Enkele knotwilgen hebben de inundatie overleefd. Dat zien we op de foto met het koepeltje. Het zijn de wilgen die achter op het schoolplein stonden. Op de bovenste foto is te zien hoe kaal het landschap geworden is. Beide foto’s zijn genomen in maart 1946.
In mei 1945 waren de bewoners terug gekomen. Het duurde echter nog een paar jaar voor het huis geheel in orde gemaakt was. Ze hebben eerst alles goed laten drogen; voorlopig geen nieuw behang en geen vloerbedekking. In het najaar van 1946 is een begin gemaakt met de aanplant van vrucht- en sierbomen benevens verschillende struiken. Langzamerhand begon het landschap er weer vriendelijk uit te zien. Niet lang zou dat zo blijven.
De ramp in 1953
Het was een angstig gezicht toen het water over de dijk kwam. Snel waren de sloten vol en daarna stroomde het tegen en langs het huis, over de tuin de polder in. Het huis staat nog al hoog en d roosters onder vloer waren afgesloten, zodat het water niet zo vlug onder het huis kon komen; zelfs de kelder is droog gebleven. Toevallig was het kelderraam evenals het kelderluik gesloten en wel zo sekuur, dat er geen vocht door kon. Alleen de vloer in het zijkamertje was nat; de roosters waren daar open gebleven. Rondom het huis lag veel wrakhout, afkomstig uit Zuidland, zoals op verschillende veilingkisten stond. Nog steeds ligt in de koepel een aangespoelde knop van een ledikant. De berken langs de noordkant van het huis, die het zwaar te verduren hadden, zijn niet bezweken.
De perzikboom, die beschut achter de koepel stond, werd ontworteld en van zijn plaats gerukt. De onderweg voor het huis was onbegaanbaar door alles, wat de hoge vloed meegevoerd had. Al vlug werd er een pad gemaakt, zodat de bewoners het dorp konden bereiken.
In 1964 is de brug weggesleept en de sloot gedempt. In plaats van een verharde weg kwam er nu een straat, die in 1972 vervangen is door een tegelplateau.
Foto ‘Voor het tegelplateau’ – 1970
Op deze foto zien we Maria, vlak voor haar huis. Het straatwerk is nog niet vervangen door een tegelplateau, zoals hierboven in haar artikel werd beschreven.
Na 75 jaar familiebezit werd het huis in 1999 verkocht aan de familie Koesveld, zie 2017 – Feyenoordhuis of Villa Kakelbont