Het werk van Lieve van Ollefen, “De Nederlandsche Stad- en Dorpbeschrijver”, is sedert het jaar van voltooiing in vele gedaanten verschenen. Als eerste verscheen deel 1 van de uiteindelijk achtdelige serie (die tussen 1793 en 1801 werd gepubliceerd) met daarin een beschrijving van Dordrecht, Hoeksewaard, Zwijndrechtsewaard, Riederwaard en ’t Land van IJsselmonde. De gedetailleerde beschrijving van het dorp Piershil verscheen daarna, in 1795, ook in een apart miniboekje van 10 centimeter hoog en 8 pagina’s tekst. Bij de Europese Bibliotheek te Zaltbommel verscheen in 1964 een heruitgave van het boek uit 1793 voor wat betreft de gebruikte afbeeldingen. In dit boek staan 204 herdrukken van gravures en 7 kaarten. In maart 1988 verscheen “De Hoeksche Waard in 16 gravures en 1 kaart”, een heruitgave van de Rotary Club Hoeksche Waard – Binnenmaas van zowel de Hoeksche Waardse afbeeldingen als alle gedetailleerde beschrijvingen van de Hoeksche Waardse dorpen uit 1793.
Heruitgave Rotary Club Hoeksche Waard
Europese Bibliotheek te Zaltbommel
Lieve van Ollefen werd geboren te Amsterdam op 13 Oktober 1740 en overleed in deze plaats op 75-jarige leeftijd. Hij was schrijver van beroep en schreef voornamelijk poëzie en over geschiedenis. Zijn belangrijkste werk was “De Nederlandsche Stad- en Dorpbeschrijver”. Geheel in de 18e eeuwse traditie om vaderlandse geschiedenis in rijk geïllustreerde boeken te publiceren maakte hij een beschrijving van delen van Noord- en Zuid-Holland. De acht gepubliceerde delen beslaan Dordrecht, IJsselmonde en Beijerland (deel 1), Delfland (deel 2), Amstelland, Weesperkerspel en Gooiland (deel 3), Kennemerland (deel 4), Schieland en Krimpenerwaard (deel 5), Voorne, Putten, Overflakkee en Poortugaal (deel 6) en Rijnland (delen 7 en 8).
De beschrijving van de steden en dorpen in iedere regio wordt voorafgegaan door een ovale tekening, met daaronder een rijmpje. Ook voor Piershil werd zo’n tekening en zo’n rijmpje gemaakt. Tussen de acht en zestien pagina’s werden gevuld met informatie over ligging, naamsoorsprong, belangrijke gebouwen, handel, bestuurstype, historische feiten et cetera. Van sommige kleine dorpjes werd geen tekening gemaakt.
Knipsel ‘rijmpje’
Kleurengravures
In ieder deel start de paginanummering opnieuw bij de beschrijving van het volgende dorp (of stad). De eerste vier delen werden gemaakt door Lieve van Ollefen, deel vijf maakte hij samen met R. Bakker en de laatste drie delen werden door R. Bakker gemaakt. De informatie over het dorp Piershil (zoals gepubliceerd in deel 1) en de andere dorpjes en steden werden ook in miniboekjes gepubliceerd.
De originele tekening van Piershil werd gemaakt rond 1790 door de uit Dordrecht afkomstige tekenaar Johannes (Jan) van Diepenhuijsen. Anna Brouwer maakte later de gravure rond 1793 ten behoeve van deel 1 van het boek van Van Ollefen; uiteraard werd de originele tekening van Jan van Diepenhuijsen als voorbeeld gebruikt. Met Oost-Indische inkt maakte Jacob van Gent rond 1794 tenslotte een rechthoekige versie van de tekening. De personen op de voorgrond bevinden zich op de tegenwoordige Sluisjesdijk. Rechts van de kerk, op de plaats van de tegenwoordige heemtuin, is het beroemde Hof van Piershil te zien.
Tekening Johannes (Jan) van Diepenhuijsen
Tekening Anna Brouwer
Tekening Jacob van Gent
De foto hier onder toont het beeld vanaf de andere kant. Mevrouw Kleijnenberg voert de kippen op het voormalige voorplein van het ‘Hof van Piershil’.
Foto ‘voorplein Hof van Piershil’
Vermaaklijk is ’t buitenverblijf, of Heerenhuis, meest bekend onder den naam van ’t Hof te Piershil, toebehoorende aan den Ambachtsheer: door deszelfs aangenaame wandelwegen en plantagiën, zet dit verblijf het dorp nog al eenigen luister bij: waarschijnlijk heeft hetzelve niet weinig toegebragt om het dorp den bijnaam ’t Kleine Haagjen te doen draagen, zo als men het weleer plag te noemen.
Uit: ’t dorp Piershil, Jaar van verschijning: 1795.
Afbeeldingen ’t Hof van Piershil
Onderstaande afbeeldingen zijn afkomstig uit de film van de familie Van Hesse. Zo ongeveer moet het Hof van Piershil er hebben uitgezien.
