Rondom het bezoek van Prins Bernhard verscheen dit artikel in de krant.
Knipsel ‘De Hollandse windmolen in een kleine editie nog steeds gewild’ – 13 juli 1948
In het wijde groene land van de Hoekse Waard tollen de stalen windmolens snorrend rond en hebben maar druk werk om al dat overvloedige hemelwater weg te malen. Zij vormen een blijvende reclame voor de firma Bosman te Piershil, daar midden in de waard, waar het ene poldergemaaltje voor, het andere na de werkplaatsen verlaat. Men is er nu bezig proeven te nemen met een molen die op een pers en zuigpomp kan worden gezet en voor de aanvoer van water kan zorgen in die streken op de aardbol, waar geen waterleiding aanwezig is en men het water moet putten of uit een beek of rivier moet aanvoeren. Wanneer deze proefnemingen slagen – en dat zullen ze ongetwijfeld – dan zal het oud Hollandse type windmolen ook ditmaal het uitgangspunt zijn geweest voor het laatste snufje op het gebied van de windkracht-werktuigen. Enige jaren geleden experimenteerde de Franse professor De la Cour in de reusachtige Parijse windtunnel en kwam tot de overtuiging dat de gewone vierwiekige oud Hollandse windmolen de beste resultaten opleverde. De heer Bosman te Piershil is nimmer in het bezit geweest van een windtunnel, maar dat van die Hollandse windmolens wist hij al heel lang. Wat hij twintig jaar geleden wel bezat, was een degelijke smidse wat reparaties aan windmolentjes uit de waard en genoeg gezond verstand om in te zien dat die houten of half ijzeren snel kaduke molentjes toch eigenlijk niet je dat waren. Bij wijze van proef vervaardigde hij een verbeterd model en een boer uit de omtrek zei: Zet ‘m maar bij mij neer. Nog datzelfde jaar verkocht de firma Bosman 22 van die molens op de Zuid-Hollandse eilanden en nu staan er ruim 2000 door geheel Nederland verspreid. Maar ook uit België, Frankrijk en Noorwegen en zelfs tot uit Tanger, Brits-Indië, Indochina, Java en West-Indië kwamen de bestellingen binnen in het dorpje Piershil. Waarin nu het succes van deze door windkracht of elektriciteit voortgedreven gemaaltjes schuilt? Molenbouwer Bosman heeft in samenwerking met zijn beide broers zijn gemaaltjes volautomatisch gemaakt. De landbouwer of tuinder, die zulk een molen op zijn land heeft staan, heeft er geen omkijken meer naar, want het apparaat gaat uit zichzelf draaien wanneer er te veel water is en houdt vanzelf op wanneer de water overlast is weggenomen. Voor de prompte bediening zorgt een grote vlotter, die de windvaan doet omklappen wanneer het laagste peil is bereikt en haar weer verticaal zet, wanneer het water rijst. De wieken worden in en uit de wind gezet door een hulpwindvaan. Bij een gemaal dat droog land moet bevloeien, zoals dat vorig jaar maar al te vaak nodig was, is de werking precies andersom. Op windkracht is echter niet steeds te bouwen en daarom voorspelt Bosman dat in de toekomst meer en meer tot elektrische bemaling zal worden overgegaan. Voor die elektriciteit gemaaltjes is trouwens nog iets bijzonders uitgedacht. Een klok, die de molen uitsluitend ’s nachts op het elektrische net aansluit, wat In de meeste streken in ons land goedkoper is. Voor de bewoners van Den Helder, die deze winter last van het zomerse gebrek aan water hebben, is een pomp uitgevonden die op simpele wijze de functies van de molen verwisseld.