Vandaag, vrijdag 29 augustus 1969, is het personeel van Molenbouw Bosman N.V. op reis. Met reden. Want zaterdag 30 augustus bestaat het bedrijf precies veertig jaar, hetgeen voor de directie aanleiding was het personeel eens op een uitje te vergasten.
Knipsel ‘N.V. Bosman jubileert’ – 29 augustus 1969
Na 40 jaar kant-en-klaar molens
Veertig jaar molenbouw in Piershil, aan de Sluisjesdijk, zoals ’t officiële adres nog steeds luidt, hoewel sinds 1961 een grote nieuwe fabriekshal (oppervlakte 3000 m2) meer de polder in is geplaats, met een inrit vanaf de Steegjesdijk.
Veertig jaar Molenbouw Bosman betekent veertig jaar leiding van de heer B(as) Bosman, die zich als 25-jarige op 30 augustus 1929 – hij weet het nog precies omdat het toen één dag voor Koninginnedag was – in Piershil als smid vestigde, nadat hij zeven jaar als machinist op de vaart had gezeten. Veertig jaar Molenbouw Bosman. Een typisch plattelandsbedrijf, door de gebroeders Bosman opgezet, groeide uit tot een dynamisch bedrijf, waarin nu zo’n kleine vijftig mensen uit de regio werk vinden. Het bedrijf groeide met zijn tijd. Het groeide mee met de behoefte. En daarom veranderde het product met de jaren.
Zekerheid
Immers de landbouwer van tegenwoordig wenst zekerheid. Zekerheid boven alles. En dat kan de windmolen niet bieden. Daarom schakelde het bedrijf in de loop der jaren steeds meer over op elektrische en dieselgemalen. De karakteristieke Bosman-windmolens verdwenen hoe langer hoe meer uit het fabricage-proces. Nog vijf procent (= 80 windmolens) van de totale produktie maken ze nu nog uit. Veertig jaar Molenbouw Bosman. Het betekent dat er nu nog zo’n kleine 6000 Bosman bemalingswerken in Nederland staan, een 350 in Duitsland, vele tientallen in Vlaanderen, Frankrijk, Noorwegen, Ceylon, India, de Philipijnen. Al die molens zitten in de na-service, die een geheel aparte organisatie vereist. Er rijden vier service-wagens. Preventieve service is de grote kracht van het Piershilse bedrijf. Het betekent ook, dat er heel wat bereikt is in die veertig jaar en – het betekent – zoals het een vooruitziend directeur betaamt – dat men nog meer wil bereiken.
N.V.
Molenbouw Bosman is een N.V. geworden, in 1961. Vanaf dat moment ook leidde Bosman sr. Zijn zoon Jaap op om de leiding over het bedrijf over te nemen. Deze werd toen onderdirecteur. Vorig jaar volgde de commandowisselingen. Jaap (thans 32) werd directeur. Diens broer Dirk (24) onderdirecteur. Bosman sr. Bleef zelf aan als gedelegeerd commissaris, hetgeen hem doet opmerken ,,Ik hoor er toch nog bij”. De gedelegeerd commissaris is met zijn tijd meegegroeid, maar heeft het verleden nog niet vergeten. Het prille begin, toen de Sluisjesdijk nog een paardenpaadje was. De moeilijkheden in het begin, die hij samen met zijn broers Jaap (die het eerst na een paar dagen al gezien had en terug ging naar Rotterdam, maar later toch weer terug kwam naar het platteland) en Willem (die bleef tot 1951 en toen naar Amerika emigreerde) kreeg op te lossen. De huidige commissaris is nog alleen overgebleven om daar van te verhalen. Zijn beide broers zijn inmiddels overleden. Jaap ten gevolge van een ongeval in de fabriek, Willem in Amerika.
Ambachtelijk
Alles moest in het begin worden aangepakt om de zaak draaiende te houden. Die eerste jaren zijn vooral ambachtelijke jaren geweest. Bosman sr. was fietsenmaker, hoefsmid, taxiverhuurder enz. De smidse deed tegelijkertijd dienst als garage voor tractoren en werktuigen. Later werden er nog oude T-Fords in omgebouwd. Tot in 1932 de watermolen kwam, gewoon als tijdvulling. ,,Je kunt toch niet met je handen in de zakken gaan staan. Je moet iets hebben, waar je je ziel en zaligheid aan kunt geven. Nou, en dat waren de molentjes”, vertelt Bosman sr., die de simpele modelletjes die toen in de handel waren al spoedig ging moderniseren en het vlotter-systeem invoerde. Van dat eerste begin, toen de molenbouw een paar jaar een enorme ontwikkeling meemaakte, staan nu nog molens in het veld. Molens, die zelf zijn weggebracht door de huidige commissaris. Met een aanhangwagentje. Het beton werd ter plaatse gestort. Herinnering uit die tijd: ,,Ja dat was me toen wat. ’s Morgens vroeg weg. Naar Friesland. Molentje plaatsen. En ’s avonds terug”.
Kant-en-klaar
Die tijd is nu echter allemaal voorbij. Het betonwerk wordt nu ook allemaal in Piershil gedaan. Het is sinds 1947 geïntegreerd. Alles is pre-fabricated. Bosman levert kant-en-klaar molens, zoals Koen Visser dat met maaltijden doet. Er wordt nu elke dag aan research gedaan. Momenteel worden elke dag proeven genomen met electromotoren onder water. Bosman is bezig een pomp te ontwikkelen van 100 kubieke meter per minuut. En dan te bedenken dat de oude windmolens goed zijn voor twee kubieke meter per minuut met een maximale opmalingsmogelijkheid van één meter. Het grootste Bosman-gemaal staat momenteel in het ruilverkavelingsgebied Daalen, waar een gemaal 1000 ha droog houdt. Door serieschakeling van enkele pompen verwerkt dit gemaal maximaal 106 m3 per minuut. Die ruilverkavelingen zijn er de oorzaak van dat er hoe langer hoe minder molens worden gevraagd, want waar vroeger honderd windmolens stonden wordt nu één groot gemaal gebouwd. Begrijpelijk dat directeur J. Bosman dan ook voor de toekomst gokt: ,,We willen graag wat meer in de export mee gaan spelen. We zouden de export eigenlijk moeten verdubbelen in een jaar of vier”.
Bekend
Met relaties als de Heidemaatschappij en de Grontmij. Waarmee nauw wordt samengewerkt en die er voor een belangrijk deel toe hebben bijgedragen dat Bosman zoveel aanbiedingen uit het buitenland krijgt en heeft gekregen, zit de kans op een vergrote export er zeker in. Want…bekend zijn de Bosman-molens. Zelfs mensen uit Vietnam zijn in Piershil geweest. Mensen van ene fabriek voor bamboe-molens, die de kunst kwamen afkijken. Voor de escalatie was dat. Verzoeken van missionarissen uit de ontwikkelingslanden komen zo nu en dan binnen. Misschien zit er zelfs in die landen wel dè toekomst van de windmolens. Bosman sr.: ,,Die oude molens, dat zijn eigenlijk ideale dingen voor de ontwikkelingslanden”.
Rechts een gedeelte van het oude bedrijf, waar nu – behalve in de kantoorruimten – de elektrische afdeling is gevestigd. Links de nieuwe hal.
Het interieur van de nieuwe fabriekshal.
Reclame uit 1969