1955 – Spreekclub in Piershil

In de vijftiger jaren verschenen er advertenties in de krant inzake ‘Spreken in het Openbaar’. In veel Hoeksche Waardse gemeenten werden geïnteresseerden door Instituut Beket (Meidoornstraat 42, Den Haag) uitgenodigd om ‘deze interessante en leerzame causerie te komen beluisteren’. In advertenties werd e.e.a. als volgt onder aandacht gebracht:

* Is spreken in het openbaar een gave, of kunt U het ook leren? * Flinke kerels sidderen, als zij het woord moeten voeren, U ook? * Heeft Uw opvoeding thuis en op school U geschikt gemaakt voor de omgang met mensen? * „Verlegenheid” „Blozen” „Minderwaardigheidsgevoelens” – Wat kunnen wij daar zelf aan doen? * Welke indruk maakt U, als U spreekt met maatschappelijk hoger geplaatste personen? Het antwoord op deze vragen is ook voor U van grote betekenis voor Uw persoonlijkheid, Uw geluk en Uw welvaart.

Het woord tijdens de avond werd gevoerd door Dhr. E. Beket, directeur van het instituut en Vice-Voorzitter van de Ned. Ver. van Leraren in de Welsprekendheid. De doelstelling was natuurlijk om belangstelling te werven voor een cursus.

Advertenties ‘Spreken in het Openbaar’ – 5 februari en 19 februari 1954.

Wat Piershil betreft is dat ongetwijfeld gelukt, kort daarop verschenen advertenties m.b.t. de Spreekclub Piershil. Van een van die bijeenkomsten werd ook verslag gedaan in de krant.

Artikel ‘Spreken in het openbaar’ – Nieuwsblad voor de Hoeksche Waard 16 maart 1955

Maandagavond hield de „Spreekclub” een contactavond, waartoe diverse verenigingen uit Piershil, Nieuw-Beijerland en Goudswaard waren uitgenodigd. Wegens ziekte van de voorzitter van de club opende mej. M. van der Kuil de avond. Als eerste van de rij van sprekers trad op de heer J. C. Greijn, die sprak over „de suikerbiet”. Vervolgens leverden ook de andere leden van de club een onderwerp. Zo sprak mej. J. de Bonte over „Het Verkeer” en haar zuster over „Het kleine bloedspatje”. De heer Jac. Bouman sprak over „De motor in het algemeen” en over „Schimmels”. De heer Jac. Groenenberg van Goudswaard sprak over „De kunst in zwart en wit”, terwijl hij in het tweede gedeelte van de vergadering nog vertelde van de fabel van de wind en de zon. De heer Reedijk van Oud-Beijerland vertelde van de gevolgen van de bevolkingsaanwas en de heer M.G. Hoepel sprak over het gevaar van lawines, die in diverse vormer een bedreiging zijn voor de bewoners van de dorpen in de bergen. De heer E. van der Merwe leverde een onderwerp over „Vacantie”. De onderwerpen werden af gewisseld met de zgn. drie woorden-test. Voor deze test moesten de aanwezigen drie woorden opgeven en met deze drie woorden stelde de spreker een rede samen waarin de opgegeven woorden voorkwamen. Vlot toonden de leden van de club hun kunnen op dit gebied. Verder amuseerden de leden de aanwezigen met twee samenspraken van 3 personen, die zeer in de smaak vielen. Bij een van deze samenspraken verleende een der gasten, t.w. mej. De Heer haar medewerking. In het slotwoord wekte de heer Abr. Veerman de aanwezigen op om, indien de club vergadert, ook eens een bezoek te brengen.

Foto ‘Spreekclub in Piershil’ – 1955

Deze foto werd gemaakt van de spreekclub, in Zaal ’t Hart te Piershil in 1955. Op de achterste rij tweede van links Jac. (Koos) Groenenberg. Helemaal rechts staat Klaas van Bergeijk, naast hem de opzichter Jan Hooghart. Zittend op de stoelen: links M.G. (Rien) Hoepel, dan Jan Greijn, rechts Margje van der Kuil.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.