In september 1983 vierde Jaap Oprel zijn 40-jarige jubileum bij de gemeente; in het dorpshuis Renesse kreeg hij de gouden eremedaille opgespeld. In het Rotterdam Nieuwsblad van 24 september werd daar ruimschoots aandacht aan besteed.
Knipsel ‘Ik ben goed met iedereen’ – RN Regio Zuid 24 september 1983
Door Bart Verkade
Nieuw-Beijerland – ,,Wat mij betreft was het jubileum in stilte voorbijgegaan, maar dat wilde men niet. Ik heb er toen op aangedrongen de feestelijke bijeenkomst in beperkte kring te houden. Het was niets bijzonders. Ik heb alleen maar gedaan, wat ik hoorde te doen”. Een typerende uitspraak voor Jaap Oprel, de deze week koninklijk onderscheiden waarnemend gemeentesecretaris van Piershil en sinds kort ook Goudswaard. Zijn bescheidenheid siert hem. Hoewel een 40-jarig dienstjubileum toch zeker aanleiding is voor een groot feest, zou hij er het liefst geen aandacht aan hebben besteed. ,,Het was m’n werk”, zegt hij. Oprel is ambtenaar sinds 9 augustus 1943. ,,Ik weet nog goed, dat ik gelijk bij m’n sollicitatie al een probleem had”, vertelt Oprel. ,,Zo mag je bij ons niet schrijven”, zei burgemeester Hammer. Ik had geschreven aan de edelachtbare heer burgemeester, maar dat moest zijn: den edelachtbaren heer. Bij de gemeente moest ik oude spelling schrijven, hoewel ik dat al niet meer had gedaan sinds de derde klas lagere school. Bij de overheid gebruikte men dat nog”.
Al in april 1944, nog geen jaar na zijn aanstelling als volontair, werd Oprel ambtenaar. Oudere collega’s hadden allemaal veel langer als volontair moeten werken. ,,Ik denk dat ik zo snel ambtenaar ben gemaakt, omdat Nieuw-Beijerland er in dat jaar 1000 inwoners bijkreeg. Evacuees uit Piershil. Die gaven veel werk”, aldus de jubilaris, die in die tijd 25 gulden per maand verdiende. In de laatste jaren van de oorlog moest Oprel onderduiken, evenals het overige gemeentepersoneel en de burgemeester. ,,Ik was ondergedoken aan de Greup in het inundatiegebied, want van Piershil tot Numansdorp stond de Hoeksche Waard onder water”.
De wederopbouw na de oorlog was voor Oprel een drukke, maar naar zijn mening ook prettige tijd. Drie keer in de week hield hij zitting in Piershil, maar de rest van de week werd hij geacht zich op de secretarie in Nieuw-Beijerland op te houden. Oprel werkte alleen, maar dat vond hij niet erg. ,,In je eentje werk je het best. Dat vind ik het prettigst”. In die tijd maakte hij ook de meest indrukwekkende gebeurtenissen uit zijn loopbaan mee: de ramp en de spannende dagen daarna. ,,Piershil was getroffen”, vertelt hij. ,,Ik besefte eerst niet goed wat er aan de hand was. Mijn chef zei toen, dat ik in Piershil moest blijven”. ,,Na de ramp was ik dag en nacht paraat. Ik sliep met m’n laarzen naast mijn bed. Alles liep via de secretarie, ik moest coördineren. Iedereen was hulpvaardig, mild en goed voor elkaar. Dat heb je altijd bij een ramp, dan hebben de mensen een andere mentaliteit. Het was toen niet praten, maar doén’’.
Eerste huwelijk
De méést in het oog lopende functie uit zijn loopbaan kreeg Oprel in 1958, het jaar dat de gemeentesecretarieën van Nieuw-Beijerland en Piershil werden samengevoegd. Ambtenaar van de burgerlijke stand, een functie die hij tot op de dag van vandaag met veel plezier vervult. ,,Aantrekkelijk werk’, oordeelt Oprel. ,,Ik had geen probleem om het woord tot een groep mensen te richten, doordat ik jarenlang voorzitter was van de jongelingsvereniging. Dan raak je daar wel aan gewend”. Zijn eerste huwelijk sloot Oprel in januari 1958. Buiten zijn schuld liep het helemaal in de soep. ,,Die mensen zouden ’s middags komen, maar de stoet kon niet vertrekken”, vertelt hij. ,,Er was die dag een enorme sneeuwstorm en de mensen konden er niet door. Pas ’s avonds om zeven uur waren ze er! De straatverlichting werkte niet en binnen hadden we stallantaarns bij de hand, voor het geval ook daar het licht zou uitvallen”. ,,In het begin trouwde ik veel leeftijdsgenoten, bekenden. Tegenwoordig is het een heel andere generatie. Vaak zie ik de mensen voor het eerst, als ze in de trouwzaal komen”, aldus Oprel, die de afgelopen 25 jaar 21 huwelijken sloot. ,,Binnenkort krijg ik een bruidspaar, waar ik ook de ouders van heb getrouwd”, vertelt hij lachend.
Door zijn werk als ambtenaar van de burgerlijke stand stond Oprel altijd dicht bij de bevolking. Zeker toen hij nog loketdienst had. ,,Ik had een eenmansbedrijfje. Ik kende iedereen, gewoon omdat je steeds met hen te maken kreeg. Bij een huwelijk, geboorte, overlijden, steeds weer kwam je dezelfde namen tegen. Ik schreef alles zelf, tot de oproeping voor militaire dienst toe”. ,,Bij loketwerk kun je iemand hulp bieden van mens tot mens. In mijn huidige functie, chef van de afdeling financiën, doe je het meer voor de gemeenschap in zijn geheel. Dat is anders, maar je kunt tenslotte ook niet altijd loketambtenaar blijven”.
Met plezier
Door zijn werk als waarnemend gemeentesecretaris in twee gemeenten zag Oprel zich genoodzaakt, een deel van zijn andere functies neer te leggen. ,,Ik heb alles met plezier gedaan, tot ik het gewoon niet meer kon. Je moet tenslotte ook nog adem kunnen halen”. ,,Ik ben goed met iedereen. Dat verlicht je werk. Echt, dat heeft me altijd geholpen mijn taak naar behoren te vervullen”, aldus de jubilaris. ,,Er staan veel mensen naast me, om me te helpen”. In de laatste jaren van zijn loopbaan gaat Oprel nog een enorme wijziging tegemoet: de gemeentelijke herindeling. ,,Niemand gaat graag over naar de nieuwe gemeente”, zegt hij. ,,Het oude vertrouwde verdwijnt. Ik zou liever tot mijn pensionering voor Nieuw-Beijerland en Piershil blijven werken, maar ja…Ik hoop in ieder geval dat de verhouding tussen het personeel goed blijft. Als alles in goede harmonie verloopt, dan wordt er ook meer gepresteerd. Dan kun je de problemen makkelijker aan”, aldus Oprel. En hij kan het weten, na veertig jaar.
Bij de foto: Waarnemend gemeentesecretaris J. Oprel met de eremedaille in goud, waarmee hij werd beloond voor zijn vele verdiensten van de afgelopen 40 jaar.
Foto’s ‘De eremedaille in goud’ – september 1983
Jaap Oprel met de zojuist opgespelde eremedaille in goud.
Burgemeester Kolbach met de rug tegen de muur (letterlijk).
Proostend, rechts Piet Vink.
Jacob (Jaap) Oprel, samen met echtgenote Neeltje Oprel – Harmsen.