Tegenwoordig zijn er weinig winkels in Piershil. Hoe anders was dat ruim een eeuw geleden, in het jaar 1908. Een overzicht van de winkels en ambachten in Piershil. Er waren drie bakkers: A. Bezemer (hoek Kade-Molendijk, het oude huis ‘Kade 2’ met het jaartal 1664 in rode steentjes in de voorgevel), E. Poldervaart (later G. de Buck, Voorstraat 21) en J. Reedijk (later J. de Koning, Voorstraat 25).
Behalve brood verkochten ze ook andere artikelen, zoals grutterswaren, koloniale waren en verschillende soorten koek en snoepgoed. Bezemer verkocht ook nog potten en pannen, glas- en aardewerk, klompen, stroop uit het vat, groene zeep uit het vat, bakolie, petroleum, manufacturen en nog veel meer. Bezemer leverde veel aan schippers, die in de haven lagen. P. Zonneveld (later cafétaria “Het Centrum”, Voorstraat 20), eertijds ook een bakker, leverde grutterswaren, koloniale waren en verschillende soorten brokken, zuurtjes en pepermunt uit de ouderwetse stopflessen. T. Zwijnenburg (het voormalige pakhuis van A. & O., Molendijk 7) verkocht ook kruidenierswaren, kaas, spek en klompen.
Ansicht Haven
Wed. Klokkenburg en de bij haar inwonende dochter, de wed. Verweel (Sluisjesdijk 24) had een winkeltje met kruidenierswaren. C. van der Hoeven, bijgenaamd Kees Kraak, (Sluisjesdijk 25) verkocht eieren, kaas, haring en bokkum. Hij ging de boer op om die eieren te kopen.
Snoepwinkels waren er ook.
Wed. Noordermeer (Molendijk 17) verkocht allerlei soorten drop, pepermunt, brokken en suikergoed. Ook kon men er zeep en bleekpoeder kopen. Vrouw de Jong (dat huis is afgebroken; het stond tegenover Molendijk 5) verkocht ook die soorten snoep. Bovendien maakte ze van stroop lekkere pikkies. Een scheurkalenderblaadje vouwde ze zodanig op, dat het net een klein puntzakje was. Dat vulde ze met stroop en verkocht het voor één cent. In beide winkels kon men snoep uitzoeken van een theeblad voor 1 c of voor ½ c.
De gebroeders Witters (later gebr. Hoepel, Molendijk 23) hadden een belangrijke manufacturenzaak. Het waren Belgen, die de winter in België doorbrachten. Ze werden vaak de Kramers genoemd. Wat met er kocht was van prima kwaliteit. Ze verkochten ook graanzaad. De gebroeders Hoepel (Molendijk 1) waren kleermakers en verkochten ook manufacturen. Bovendien kon men er terecht voor scheren en haarknippen. Zo ook bij J. van der Wel (Sluisjesdijk 8). Bij de barbier G. Trouw (wonende in een huisje tussen Bezemer en Hoepel) betaalde men 3 c voor scheren en 5 c voor haarknippen. Mels de Zeeuw (Molendijk 5) verkocht ook manufacturen in een klein winkeltje.
Dan waren er nog 2 winkels, waar men potten en pannen, glas- en aardewerk en andere huishoudelijke artikelen kon kopen: bij Klaas de Wit (later Teun Verhulp, molendijk 15) en bij Jac. Haspels (later A. Matern, Sluisjesdijk 28). Bij Haspels kon men ook kruidenierswaren verkrijgen.
G. Nieuwenhuizen (het huis is afgebroken; het stond tegenover de latere A. & O. winkel aan de Molendijk) verkocht petroleum, turf en sloffen. Men had lange turf (hoogveenturf), die erg los was, en gebruikt werd om de kachel aan te maken, en korte turf (laagveenturf) die erg vast was en gestookt werd in de kachel, dus als brandstof.
Men kon daar ook terecht voor haken en ogen, knopen stopsajet en garen en band. Als in het voorjaar de pasgeboren geitjes geslacht werden, kon men daar bikkels (hilken) kopen voor 1 c per stuk (de meisjes hadden 4 bikkels nodig voor het bikkelspel). Een bikkel is een koot- of hielbeentje. Nieuwenhuizen kwam met een bus olie aan de deur. Men kon dan 1 of ½ L kopen, soms ook meer.
J. Oprel (Molendijk 3) verkocht ook olie, turf en kolen. Hij had een vat olie op de wagen, waar een ezel voor stond. Daarmee ging hij zijn klanten af. Op een oude ansichtkaart staat die ezelwagen afgebeeld.
Ansicht Molendijk
Rechts de ezelskar van Oprel.
Een melkboer was hier niet nodig, want men kon bij alle boeren terecht: Aan de molendijk bij Rosmolen (Molendijk 46), J. Andeweg (Molendijk 37), J. Zonneveld (Molendijk 27), F. van der Stoep (Molendijk, later Beatrixstraat 28) en W. van der Linde (Molendijk 17). Aan de Sluisjesdijk bij: P. Sterrenberg (34) en Joh. Bouwman(64). In de Voorstraat bij: L. Quartel (12), A. van Bergeijk (24-26), W. Trouw (47), Huib van ’t Hof (19) en Pl. Rozendaal in het tramstation. Jannepie van der Stoep en Jaapje Zonneveld kwamen rond met een busje melk. Als maat gebruikten ze een pint. Volgens “Koenen” was een pint een oude vochtmaat van 6 dl, maar hier was hij een halve liter, dus 5 dl. In de zomer betaalde men 3c voor een pintje en in de winter 4c. Karnemelk kostte 2c per pint. In de voorzomer maakten de boerinnen veel boter, de z.g. grasboter. Men kon dan de keulse potten laten inleggen voor de winter. In die tijd was de karnemelk erg goedkoop; 1c voor een schep ½ L.
Ansicht Voorstraat
Een groenteboer was er ook niet. Bijna ieder had een tuintje voor groente en fruit. Een slager was er evenmin. De meeste mensen hielden een varken om te slachten. Had men geen varken, dan kon men terecht bij slagers uit naburige dorpen, die hier rond kwamen.
Er waren 2 timmerlieden: A. Haspels (later P.M. van der Linde, Molendijk 12) en A. Arkenbout (later J. de Pijper, Voorstraat 19). Op de Kaai woonde Dries de Man. Dat was een wagenmaker. Zijn is huis is afgebroken, Bakker heeft daar een huis laten bouwen. Er was maar één smid, J. de Graaf (later R. J. van Andel, Voorstraat 3). Voor zijn werkplaats was een hoefstal, waar de paarden beslagen werden. Ook was er maar één schilder, J. Dubel (later B. A. de Man, Voorstraat 4). Er waren 2 metselaars: A. Bottenberg (Kade 6) en Dirk van der Merwe (Voorstraat 27). Er waren 2 schoenmakers: A. Groenenberg (Kade 12) en J. Oprel (Molendijk 3). Ze maakten en repareerden niet alleen schoenen, maar alles, wat van leer was, zoals paardetuigen, garelen, riemen en laarzen. Zelfs maakten ze kappen op rijtuigen.
In 1908 waren er 4 cafés: Wed. Witvliet (later B. Bijl), het gebouw is in 1963 afgebroken, het stond op de hoek Voorstraat-Sluisjesdijk. H. ’t Hart, (Voorstraat 23, nu is daar nog een cafe gevestigd). Pl. Rozendaal (voorheen het tramstation, nu bewoond door door de familie Rozendaal, voorstraat). Meeuw Visser, “De Roode Leeuw”, het huis is afgebroken. Het stond op de driesprong; Sluisjesdijk, Kostverlorendijk en Zwartsluisje.
Ansicht Sluisjesdjk
Links Café Bijl (voorheen Witvliet).
De hier getoonde ansichtkaarten dienen slechts ter illustratie. Deze door Poldervaart uitgegeven exemplaren stammen uit de jaren twintig van de twintigste eeuw.
Ik ben de bewoner van Voorstraat 9 en ben al geruime tijd aan het zoeken hoe oud ons is.
In deze rubriek op de foto van de Voorstraat zie ik ons huis maar is er bekend wanneer deze ansichtkaart is gemaakt?
Hallo Ron, deze kaart uit 1924 behoort tot de ‘Serie Poldervaart’, zie https://piershil.com/ansichtkaarten/1924-ansichtkaarten-serie-poldervaart/