1923 – Wedde van de veldwachter

Zoals in onderstaande gemeentelijke notulen is te lezen had veldwachter J. van de Velde in Piershil op 1 januari 1921 een jaarwedde van 1350 gulden. Hij ontving ook een jaarlijkse woningtoeslag van 150 gulden en een kledingtoeslag van 100 gulden. Ook was hij actief als havenmeester, hiervoor kreeg hij jaarlijks 150 gulden betaald. Overigens zijn de notulen van december 1923: de bedragen hebben na dien tijd geen verandering ondergaan!

Wikipedia: Voor de tweede wereldoorlog was de veldwachter in kleinere plattelandsgemeenten de ordehandhaver. Een soort politieagent, als vond de gemeente de functie van veldwachter niet erg belangrijk. Hij werd slecht betaald en boezemde waarschijnlijk weinig ontzag in in zijn doorgaans versleten uniform. Vaak moest een veldwachter vragen of hij op kosten van de gemeente na jaren een nieuwe uniformjas mocht kopen. Ook het salaris van de veldwachter was laag. Gemiddeld verdiende een veldwachter rond 1900 zo’n 250 gulden per jaar. Verschil qua inkomen was afhankelijk van de neventaken. Was de veldwachter ook bode en opzichter bij openbare werken, dan kreeg hij toeslagen van 25 tot 50 gulden per jaar. Vanaf de jaren 1930 trad een zekere professionalisering in. Zo had de veldwachter recht op dertig gulden rijwielvergoeding, vijftig gulden diplomatoelage, honderd gulden uniformgeld, vrije woning en medische behandeling.

Notulen ‘Jaarwedde van de veldwachter’ – 1923

piershil-wedde-veldwachter-12december1923

Updated: februari 17, 2024 — 10:03 am

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.