Artikel Hoeksche Waard Exclusief lezen: hwe-05-2023-piershil-1953
De onderstaande foto’s zijn door mij toegevoegd en maken geen deel uit van de officiële rapportage.
Bron: De Hoeksche Waard, een studie van enkele sociologische en sociaal-psychologische apecten. In opdracht van de Centrale watersnood Commissie der Ned. Hervormde Kerk, uitgevoerd door Stichting voor Practische Psychologische en Paedogogische Arbeid vanwege de Nederlands Hervormde Kerk (Utrecht).
PIERSHIL RAPPORTAGE
Het dorp Piershil heeft in de eerste eeuwen van zijn bestaan – de polder Oud Piershil werd in 1524 bedijkt – een vrij hoog peil van welvaart gehad. Thans is Piershil de gemeente met het kleinste inwonertal van het Hoekse Waard. Het is evenals Goudswaard een kleine besloten wereld.
De kinderen worden goed verzorgd, echter “het leren is het werk van de school en de godsdienst het werk van de dominee en de Zondagsschool”. Men houdt zich bij de baby-verzorging aan de adviezen van de wijkverpleegster; de “buitendijken” doen dit niet altijd – de kinderen krijgen vlug zware voeding – moeder en grootmoeder deden het ook zo. Jonge kinderen (9-10 jaar) gaan laat naar bed, dikwijls ongeveer gelijk met de ouders, de kinderen spelen dan meestal op straat; mode-spelletjes worden met ijver gespeeld, en dan ook wel in huis (b.v. “monopoly”). De kinderen iets voorlezen of met hen spelen is ongebruikelijk. Er was bij velen ontstemming, toen de burgemeester voor een cabaret-avond de toegang voor kinderen beneden 14 jaar verbood. Anderzijds laten sommige ouders als zij ter kerke gaan, de kinderen aan hun lot over. Echtscheiding komt niet voor, al weet men van gezinnen waar ernstige moeilijkheden zijn of waren. Het aantal gedwongen huwelijken is groot. De hygiënische toestanden waren vroeger slecht. Ondanks de waterleiding (sinds 1 jaar) zijn er ook nu nog vele W.C.’s zonder waterspoeling. Men wast “wat buiten de kleren steekt” – bij de jongeren wordt dit beter. Op huis en interieur is men netter dan op zichzelf; de beschadiging van meubelen en huisraad tijdens de ramp was een ernstig feit. Met zette zich als gemeenschap – vooral vroeger – af tegen het naburig dorp. In Goudswaard (de „Korendijkers”), nam men het niet, als een jongen uit Piershil (de “Kraaien”), naar de hand dong van een Goudswaards meisje. Thans is dit sterk verbeterd. Het percentage boeren is in Piershil veel groter dan in Goudswaard; overigens zijn de arbeidsverhoudingen ongeveer als in Goudswaard. Waarschijnlijk is het gemakkelijker samenwerken in het dorp zelf mede een gevolg van de invloed van de boeren. Het artikel van de Heer Korteweg noemt ook andere oorzaken. In Piershil vindt men ook een klein bedrijf voor fabricage van windmolens.
De school: er is een moderne kleuterschool, die in 1952 in gebruik genomen is. Naast de O.L.S. is op initiatief van predikant en enige leden van de Geref. Kerken een Christelijke Lagere School opgericht in 1925. In het schoolbestuur zitten thans 5 N.H., 3 van de Geref. Gem. en 1 Geref. De O.L.S. telt 75 leerlingen en de C.L.S. 65. Beide scholen zijn in één gebouw ondergebracht. Er is geen geschikte speelruimte. Veel kinderen gaan na het L.O. naar U.L.O., Nijverheidsonderwijs, Ambachts- en Landbouwschool in Oud Beijerland of elders. Vroeger was dit veel minder het geval.
De Kerk: Men is in Piershil “Confessioneel met één gezang”. Over het algemeen is men minder “zwaar” dan in Goudswaard en Nieuw Beijerland. Dit geldt alle gezindten in deze plaats. Men zou er ook de liberale gezindheid in kunnen zien: “Geef ieder het zijne en heb respect voor iedereen”. Iemand drukte het als volgt uit: „In Piershil is men matiger in het kerkgaan, maar men is ook matiger om er in het leven naast te gaan.” De percentages geven geen zuiver beeld van de godsdienstige verhoudingen in Piershil. Veel van de Geref. Gem. en Oud Geref. wonen in de Oosthoek en op de Dam, dat is de weg naar Nieuw Beijerland. In het dorp is men vrij algemeen Hervormd, de buurtschap (!) is overwegend lid van de Geref. Gem. of Oud Geref. Gem., in tegenstelling tot Goudswaard, waar de Hervormden en de Geref. Gem. leden verspreid over het dorp wonen. Geref. Gem. leden en Oud Geref. gaan ook wel bij de plaatselijke N.H. predikant ter kerke. Bij het dopen van het kind gaan ook de buitenkerkelijken tweemaal naar de kerk. Zij noemen dit “De dank in de kerk brengen”, evenzo wanneer er iemand overleden is; dan gaan ze in hun kerkgang “de rouw brengen in de kerk”. Vanuit Zuid Beijerland ijverde men in de twintiger jaren nogal voor de Geref. Kerk (zie stichting Chr.L.S.). Men stichtte ook een kerkje, even buiten het dorp. Dit kerkje wordt thans echter niet meer als zodanig gebruikt; de enkele Geref. gaan thans per bus elders naar de kerk. Toen men in de N.H. Kerk – o.i. op enigszins geforceerde wijze – het rhythmisch zingen invoerde, kwam men in conflict met vele gemeenteleden, zodat de collecte terugliep van f 30.– tot f 7.–; een groep ging naar de kerk in Nieuw Beijerland. Men heeft toen het plan weer laten varen en daarmee was de rust weergekeerd. Voor doop, belijdenis en avondmaal geldt wat reeds bij Goudswaard opgemerkt is. Bij het belijdenis doen zegt men ook: “Daar ben ik niet geschikt voor”, „Men moet toch bekeerd wezen”, “Je moet toch beleven wat je belijdt”; anderzijds wordt weer weinig ernst gemaakt met deze dingen. De Bijbel wordt bij velen thuis aan tafel gelezen, “in een bepaalde toon, met een bepaalde stem”. Voor het catechetisch onderwijs is de animo gering. Momenteel zijn er 3 jongens en 7 meisjes op catechisatie. De predikant klaagt over gebrek aan elementaire kennis waarop hij kan aansluiten. Naar het Avondmaal gaan ongeveer 40 mensen, waaronder weinig jongeren. Gemiddeld éénmaal per jaar wordt een huwelijk in de kerk gesloten. De boer trouwt gemakkelijker in de kerk dan de arbeider. Men moet godsdienstig van goede huize zijn om te trouwen in de kerk. De invloed van een goed pastoraat in Piershil is merkbaar.
Politiek Zoals blijkt uit tabel 14 is de S.G.P. na een aanvankelijke teruggang van 1937 tot 19489 van 1948 tot 1952 weer enigszins toegenomen. Ook de P.v.d.A, neemt toe in Piershil en wel ten koste van de A.R.P.
Vrije Tijdsbesteding Zoals reeds opgemerkt, is de samenwerking gemakkelijk. Het is wel de kleinste, maar niet de moeilijkste plaats om iets op cultureel en maatschappelijk gebied te bereiken. Een jeugdleider kan een vereniging tot bloei brengen, doch het enthousiasme neemt af als de leiding verdwijnt; men ziet geen kans om het vormingswerk met eigen krachten op gang te houden. Vele jongeren trekken op Zaterdag naar Oud-Beijerland, en ook naar Voorne-Putten (Spijkenisse), minder naar Klaaswaal. In Piershil zelf wordt weinig op de dijk gewandeld. De voetbalvereniging heeft 3 elftallen. Men voetbalt op Zaterdagmiddag. Enkelen voetballen – stiekem – mee in Oud Beijerland op Zondag. De zangvereniging is gemengd, telt 30 leden. Men zingt b.v. op een herdenkingsavond in de kerk, wil wel meer contact met de kerk, maar de kerkeraad voelt weinig voor de kunst. Er is een leesgezelschap, dat al 60 jaar bestaat. Dit heeft ongeveer 80 leden (waarvan ook uit Goudswaard en Nieuw Beijerland). Men is aangesloten bij de Prot. Christ. Lectuurraad. De Oranjevereniging laat eenmaal in het jaar een cabaret komen. Dit trekt grote belangstelling, men staat een uur in de rij om binnen te komen. Verder dient de biljartclub nog genoemd te worden, die in een café bijeenkomt. De café’s zijn op Zondag gesloten, hoewel geen verordening dit voorschrijft.
Het kerkelijke verenigingsleven De kerkeraad heeft wel in naam het toezicht op het verenigingsleven, doch bemoeit er zich in werkelijkheid weinig mee. Wel wordt de Zondagsschool – al + 35 jaar – zeer trouw geleid door een nu 75-jarige ouderling. Er zijn op de Zondagsschool nu enkele jonge krachten, die hem assisteren; ook veel niet-kerkelijke ouders sturen hun kinderen naar de Zondagsschool toe(!). De jongensclub – evenals de jongelingsvereniging – is aangesloten bij het C.J.M.V. De eerste telt 15 leden van 8 tot 14 jaar. Men heeft nogal wat moeite met het handhaven van de orde. De jongelingsvereniging komt de laatste tijd wat meer op. Men komt op Zondagmiddag bijeen, een van de leden houdt een lange preek en na een korte pauze is er b.v. een boekbespreking. De J.V. beschikt over een goede bibliotheek. Op de jaarvergaderingen voert men een toneelstuk op. Een aantal leden bezocht een conferentie op de Ernst Sillemhoeve. De meisjesclub (leeftijd 9 tot 13 jaar) heeft uitstekende leiding en is aangesloten bij de C.J.V.F. Men houdt speurtochten; doet aan natuurstudie en vertellingen met flanelbord en speelt met de kinderen verhalen uit. In de winter doen ze handenarbeid, balspelen e.d. Toch is er in deze groep nogal wat verloop: men gaat van de club af en komt na enige tijd ook wel weer eens terug. De oudere meisjesclub, 13 tot 16 jaar, gaat wat moeilijker. Men voelt niet voor lekespel, geeft de voorkeur aan handwerken. De meisjes praten over gebeurtenissen uit het dorp en over de uitgaansavonden (naar Oud Beijerland en Numansdorp). De meisjesvereniging (16 jaar en ouder) neem toe in ledental. Men houdt inleidingen over de Bijbel en boekbesprekingen. Wat de C.J.V.F. in herv. leidavonden aangeeft, wordt niet gevolgd. Men deed eens een poging om met de meisjes te gaan volksdansen. De mensen reageerden: ,Laat ze breien en stoppen, dat is veel nuttiger.” De vrouwenvereniging (leeftijd 20 tot 30 jaar) breit, de opbrengst is voor de kerk (!) Er wordt onder het breien voorgelezen.
Localiteit: De toneeluitvoeringen worden gehouden in de café-zaal (200 mensen). De verenigingen komen bijeen in de consistorie. Men placht ook wel het vroegere Geref. Kerkgebouwtje – even buiten do dorpskern gelegen -te huren. Het werd echter minder geschikt geacht door de ligging. Een voorstel tot aankoop en verbouwing is daarom afgestemd, echter ook wel om de te verwachten hoge restauratiekosten van de kerk, als restauratie misschien nog mogelijk is. O.i. is het gebouwtje zeker wel geschikt te maken. Van meer belang dan de genoemde bezwaren is het gebrek aan initiatief en stevige aanpak van het werk.
Klik op de afbeelding voor een vergroting