1968 – Piershiller of Piershillenaar?

Onderstaande discussie verscheen in 1968 in de krant. Is het nou Piershiller of Piershillenaar?

Ingezonden brief Piershiller of Piershillenaar ? – Nieuwsblad voor de Hoeksche Waard 9 september 1968

Geachte redactie,

Als oud-Hoekschewaardse heb ik altijd veel belangstelling voor ons eiland. Door het lezen van uw blad poog ik dan ook op de hoogte te blijven van het wel en wee, alsmede de ontwikkeling van het eiland, in het bijzonder van Piershil, mijn geboorteplaats. Enige maanden geleden las ik tot mijn verbazing in uw blad als betiteling van de inwoners van deze plaats: ,,Piershillers” in plaats van het oude, vertrouwde ,,Piershillenaars”. Immers, uw medewerker Sprokkelaar zou toch ook wel met zijn oren klapperen als men hem plotseling aan zou spreken met: Sprokkeler? (1) Ik meende dan ook te doen te hebben met het zetduiveltje. Toen u echter de nieuwe benaming hardnekkig vol bleef houden ging ik twijfelen of ik de ontwikkeling van Piershil wel goed had bijgehouden. In Piershil is men vooruitstrevend en de Nederlandse taal is levend, een combinatie die de naam ,,Piershiller” voortgebracht zou kunnen hebben. Aldus twijfelend informeerde ik in Piershil naar de nieuwe term. Het bleek mij dat men niet te spreken was over deze naam. Men vond het ronduit beledigend en al verandert er veel, men wenste ‘Piershillenaar’ te zijn en te blijven! ,,Bij de Hoeksche Waard hebben ze de kolder in de kop”, was één van de zachtzinnigste verklaringen die ik te horen kreeg. (2) U schrijft toch ook niet over Klaaswaalders of Beijerlandernezen. (3) Geachte redactie, mag u de Piershillenaars hun naam ontnemen? Ik vraag u dan ook om voortaan in uw kolommen de ,,Piershiller” te vergeten en de juiste naam te gebruiken. Of ben ik abuis en moet het toch ,,Piershiller” zijn? Het moet u mogelijk zijn deskundigen te raadplegen, Maar bedenk wel, dat u mijn oud-Piershilse hart slechts kunt geruststellen met waarlijk overtuigende bewijsstukken van werkelijke deskundigen (4). Ik vertrouw erop, dat u de Piershillenaar de ere zult geven die hem toekomt. Mevrouw M. G. Pouwe-Hoepel (oud-Piershilse) (5) Dedemsvaartweg 322, Den Haag.

Notities van de redactie:

1) Waarom zou men Sprokkelaar gaan aanspreken als Sprokkeler ? Omdat hij uit de gemeente Sprokkel komt?

2) En dit vinden wij nou weer beledigend. Dan hadden we trouwens ook wel eens de minst zachtzinnige verklaring willen horen.

3) Nee, maar we hebben het toch ook niet over Piershilders of Piershillernezen.

4) Wij veronderstellen dat er op dit terrein van naamkunde in de taal wel evenveel opvattingen zullen bestaan als er vormen zijn, Het beste uitgangspunt lijkt ons, dat de meest gebruikelijke vorm van afleiding van plaatsnamen de toevoeging -er is, tenzij die toevoeging aanleiding zou geven voor verwarring (Leiden, Leider) of een minder fraaie vorm tot gevolg zou hebben (Den Haag, Hager). In het geval van Piershil is er, menen wij, geen aanleiding, af te wijken van het algemene uitgangspunt van de toevoeging er. Die vorm is ook functioneel:
iedereen begrijpt wat er mee wordt bedoeld, Verder zien wij geen reden er een groot probleem van te maken.

5) Waarom geen oud-Piershillenares?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.