1973 – Suus Groenenberg met pensioen

In de krant van 14 november 1973 verscheen aan artikel over het pensioen van ‘Suus’ Groenenberg, sinds jaar en dag werkzaam op het postkantoor op de Piershilse Kade. Zie ook: 1973 – Afscheid van Suus Groenenberg

Artikel ‘Suus Groenenberg met pensioen’ – Nieuwsblad voor de Hoeksche Waard 14 november 1973

Met ingang van de maand december wordt het postkantoor van Piershil overgebracht van Kade 14 naar Voorstraat 5, omdat de tegenwoordige kantoorhoudster, mej. S.A. (“Suus” voor elke Piershillenaar) Groenenberg er dan mee stopt. Zij gaat met pensioen. Op vrijdag 30 november, precies op haar 65e verjaardag, is er vanaf acht uur ‘s-avonds gelegenheid om afscheid van haar te nemen, in het dorpshuis Renesse. Dat afscheid volgt eenentwintig jaar na haar officiële aanstelling bij de PTT. Onofficieel is zij er eigenlijk al zesenveertig jaar bij. Want toen haar vader in 1927 promoveerde van besteller tot kantoorhouder (die toen nog stationhouder heette) was het een vanzelfsprekende zaak dat het gezin hem bij zijn werkzaamheden zou helpen. Zijn vrouw en oudste (enige) dochter werden daarom ook beëdigd. Vanaf die dag kon men mej. Groenenberg achter het loket aantreffen.

Het was overigens nu niet bepaald haar ideaal om bij de posterijen te werken. Van kinds af aan wilde zij dolgraag bij het onderwijs , maar dat werd door haar moeder tegengehouden, vertelt zij nu, bedaard vanachter een kopje thee in haar gerieflijk ingerichte woonkamer waar het regelmatige tikken van een Friese hangklok de aandacht vestigt op de stilte en de rust die er heersen: “Moe zei toen: mijn enige dochter moet maar thuisblijven. En dat vond ik wel jammer; een beetje egoïstisch eigenlijk van moe”. Maar goed, zij stribbelde niet tegen en begon haar vader te helpen. Zij hielp niet alleen aan het loket, maar sorteerde ook de post en bracht zelfs bestellingen rond. Met Nieuwjaar, als het drukker dan anders was, deed ze dat en ook als haar vader ziek was. Toen hij eens zijn ribben gekneusd had bij een val, ging zij weken achtereen rond met de brieventas.

“Omdat het eigen was, deed je dat”, motiveert ze. Om die reden zat ze dagelijks van negen uur tot half elf, van twee tot drie en van vijf tot zes uur achter het loket, waar ze vijf-cents-zegeltjes verkocht aan schoolkinderen en mensen hielp met het invullen van voor hen moeilijke formulieren. Buiten die openingsuren van ’t loket was er nog genoeg te doen. Tot ’s zaterdagsavonds acht uur was ze in de weer, onafgebroken. “Ach, ik was toch altijd thuis”, zegt zij, “en als ik eens een dag weg was, konden mijn ouders het samen wel doen”. Zij merkte dat zij het werk plezierig begon te vinden. De zelfstandigheid en de afwisseling lagen haar wel. Bovendien wist zij een zeker vertrouwenspositie te bereiken die toenam naarmate zij ouder werd. Zij stond altijd open voor contacten, voor een praatje met de klanten, want zegt zij: “Ieder mens wil wel eens zijn hart luchten”.

In 1927 waren er in Piershil welgeteld tien telefoonabonnees; een gering aantal, maar toch altijd nog groot genoeg om de kantoorhouder werk te verschaffen. In die tijd had de automatisering haar intrede nog niet gedaan en moesten de telefoonverbindingen via het plaatselijke postkantoor gelegd worden. Dat was het werk van de moeder van mej. Groenenberg, die het bleef doen tot 1953 toen alles geautomatiseerd werd. In dat jaar was het aantal telefoonabonnees vertienvoudigd.

Er rijdt plotseling een rode PTT-wagen voor. De besteller heeft de sleutel van het kantoortje vergeten en kijkt door het raam naar binnen, naar mej. Groenenberg. Zij komt moeizaam overeind: “Dat is toch ook wat, met die post”, schertst zij lachend, “nou, t’is maar goed dat ik er ben, anders had je mooi terug gekund naar Oud-Beijerland”. Sinds vorig jaar komen de bestellers vanaf het hoofdkantoor te Oud-Beijerland om in Piershil de post te bezorgen; vroeger werd de post nog in Piershil zelf gesorteerd, in het kantoortje van bescheiden afmetingen waar vandaan mej. Groenenberg direct in haar huiskamer kan komen.

Jaren gingen voorbij. De schoolkinderen begonnen tiencentszegeltjes te sparen om sneller aan hun gulden te komen , de telefoonabonnees maakten zelf hun verbindingen (hoewel ze dat in ’t begin niet konden waarderen) , de giro werd een belangrijk onderdeel en in toenemende mate kwamen de giro-kascheques in gebruik. Per 1 juni 1952 was mej. Groenenberg haar vader als kantoorhouder opgevolgd. De kwarteeuw die ze daarvoor gewerkt had stond op naam van haar vader en telde niet in haar pensioenregeling. Binnen het jaar kreeg zij al met een ramp te maken: de watersnood. Het vlak bij de haven gesitueerde postagentschap was één van de eerste panden waar het water binnendrong. Mej. Groenenberg wist via een buitentrap en een dakplateautje de zolder te bereiken, samen met haar ouders. Eén van de zijmuren van het huis stortte in, talloze belangrijke papieren werden meegezogen door de kracht van ’t water en de stoelen dreven ’t huis uit. Het eigen spaargeld van mej. Groenenberg werd naderhand in een put vlak voor het huis teruggevonden. In die chaotische dagen kon het postkantoor niet naar behoren functioneren en de bewoners zelf waren twee weken geëvacueerd. “Nu is de haven afgedamd, maar steeds als het hard waait, vind ik het nog angstig”, zegt mej. Groenenberg met een blik op het vriendelijke haventje van Piershil, “ja, de angst zit er nu eenmaal in”. Zij draait haar bloedkoralen ketting tussen wijsvinger en duim heen en weer en vertelt dat ze ook altijd “helemaal naar” wordt van alle inbraken. Op bijeenkomsten van kantoorhouders in de Hoeksche Waard wordt daar wel eens een voorlichting over gegeven. “Gelukkig is er bij mij nooit ingebroken”, zegt zij dan.

Alles ging kalm zijn gangetje totdat zij drie jaar geleden aan haar heup moest worden geopereerd. Twee maal lag zij in het ziekenhuis en ene jaar lang kon ze niet werken. Toch bleef ze in die tijd zeggen “Ik hoop toch weer eens achter mijn loket te kunnen staan”. Nu, staan ging niet meer, maar zittend werk mocht zij toch nog wel blijven doen. Maar toen kon ze merken dat ze ouder was geworden en dat de operaties veel van haar gevergd hadden. De bedrijfsarts adviseerde haar na haar pensionering niet meer door te gaan met werken.
Trouw bleef mej. Groenenberg ook aan haar vrouwenvereniging. Bij de oprichting rond 1950 van de Ned. Hervormde vrouwenvereniging werd zij penningmeesteresse. Later was ze ook secretaresse en tot nu toe beheert ze nog steeds de kas van de vereniging, die de N.H. kerk ter plaatse financieel steunde tijdens de restauratie van enkele jaren geleden en die nu ook nog steeds de opbrengsten van haar verkoopdagen ten goede van de kerk doet komen. Ook heeft mej. Groenenberg altijd veel met collectebussen gelopen. “Dat gaat nu niet meer”, zegt zij en voegt er even later wat spijtig aan toe: “Had ik maar ’n autootje”. Haar vader heeft er vroeger wel op aangedrongen dat ze rijles zou nemen. “Toen durfde ik het niet en nu ben ik er te oud voor”, zegt zij, “maar eigenlijk is het ’n handicap, want ik reis erg graag”. Vakanties brengt zij noot thuis in Piershil door, zegt ze, want anders komen de mensen toch, kijken ze even door het raam en is ze nog niet vrij. Ze gaat dan meestal naar haar broers, van wie de één burgemeester van Driebruggen is en de ander directeur van een pedagogische academie in Almelo. “Na die operatie ben ik niet meer naar het buitenland gegaan”, vertelt ze, “daar ging ik graag heen”.

Hoe staat zij nu tegenover haar naderende pensionering? Wel, zij is er niet erg enthousiast over, maar toch verstandig genoeg om te beseffen dat ophouden wel beter is. “Ik heb het altijd graag gedaan en als ik het kon overdoen zou ik het weer doen. Het contact met de mensen was erg fijn”. Zij gelooft niet dat ze de mensen die ze nu regelmatig ontmoet na haar pensionering ook zal blijven zien. “Ze zeggen wel altijd: e moeten het contact niet verbreken; maar dat houd je niet tegen, want iedereen heeft het druk”. En wat zachter gaat zij dan verder: “Maar ik zal dat wel missen”.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.