Dit artikel is gepubliceerd in de Hoeksche Waard Exclusief van 17 november 2020 (website HWE). U kunt dit artikel downloaden in PDF-formaat: HWE-gezondheidHW-2020-17nov2020
Een eeuw geleden was onze gezondheid ‘zeer gunstig’.
1920: Gezondheid in de Hoeksche Waard
Precies een eeuw geleden krabbelde de Hoeksche Waard weer op na de ‘Spaansche-griep’ pandemie. De gemeentelijke gezondheidscommissie had de handen vol aan de openbare hygiëne en volksgezondheid. Deze commissie, ingesteld na de cholera-epidemieën in de zestiger jaren van de 19e eeuw, was belast met het toezicht op volkshuisvesting, gezondheidszorg, arbeidsomstandigheden en de verzameling en afvoer van huisvuil.
Samenstelling commissie 1920
De diversiteit van de gekozen leden van deze commissie was enorm. Zo was de Oud-Beijerlandse kantonrechter I.D. Tresling voorzitter, leden waren de oud-aannemer Van Bezeij, aannemer J. Blok, de artsen J.P. van Dongen (Oud-Beijerland) en F. Hers (Puttershoek), architect B. Groeneveld, president-kerkvoogd W. Hoogenboom, landbouwer J. de Jongh Tzn, dierenarts P. Vermaat, poldersecretaris H. Schelling en rentmeester J. Vlielander. Voor de financiering van de werkzaamheden ontving de commissie 2 cent per inwoner, de vergaderingen (zes binnen dit kalenderjaar) vonden plaats In het Kantongerechtsgebouw in Oud-Beijerland. Hier werden bevindingen gedeeld en afspraken gemaakt, ook reeds bereikte verbeteringen kwamen ter tafel. Over het jaar 1920 werd in de algemene beschouwingen de algemene gezondheidstoestand in de Hoeksche Waard zeer gunstig genoemd.
Besmettelijke ziekten
Het aantal gevallen van besmettelijke ziekten was gering. Slechts 13 personen leden aan buiktyfus (febris typhoidea), terwijl in de twee jaren daarvoor alleen al in Numansdorp 90 personen leden aan deze ziekte. De ingebruikname van de gemeentelijke drinkwaterleiding daar wordt als één van de oorzaken bestempeld. Piershil is de gemeente met de minste gevallen van buiktyfus (0 meldingen in 5 jaar), op de voet gevolgd door Westmaas en Mijnsheerenland (1 melding in 5 jaar). Aan roodvonk leden in 1920 in de Hoeksche Waard 17 personen, het jaar daarvoor waren dat er nog 158, met Numansdorp als grote uitschieter (69 geregistreerde gevallen). In Westmaas komt die ziekte dan al 5 jaar lang niet meer voor, gevolgd door Maasdam (1 melding), Puttershoek en Piershil (met ieder 2 meldingen). Ook de besmettingen met difteritis namen spectaculair af, van 72 in 1918 naar slechts 9 gevallen in 1920. Vooral in Goudswaard (29 gevallen in 1916) en Oud-Beijerland (67 gevallen in 1916 tot 1918) wordt weer opgelucht ademgehaald.
Water, bodem en lucht
In ’s-Gravendeel werd Bevershoek vanwege de hoge kosten nog niet voorzien van riolering, het uitbaggeren van de sloten daar werd voorlopig nog als voldoende verbetering aangemerkt. In de Voorstraat van Klaaswaal werd R.B. gesommeerd zijn mesthoop en varkenshok op minimaal 5 meter afstand van ‘eenig woonvertrek’ te brengen. In Numansdorp werd de zwaar vervuilde sloot tussen de Voorstraat en de Torenstraat eindelijk gedempt. Een klacht over de stank vanuit de mestput van een slager aan de Havenstraat werd bevredigend opgelost; de slager beloofde er geen slachtafval meer in te gooien. Onderzocht werd een klacht uit Strijen, omwonenden klaagden over een stinkende sloot in Strijensas. Na bezoek adviseerde de commissie diezelfde omwonenden om geen ‘ongerechtigdheden’ in de sloot te deponeren’. In Westmaas werd bemiddeld tussen de eigenaar van een zeer vervuilde en verwaarloosde sloot en het schoolbestuur. ‘De sloot kan worden gedempt als de school zorgt voor een behoorlijke afsluiting van het schoolterrein’, zo luidde het oordeel.
Volkshuisvesting
In Piershil (woning A41), Strijen (A345 Oud-Bonaventuraschen dijk) en Westmaas (Stougiesdijk 166,167 en 168) werden huiseigenaren aangeschreven om noodzakelijk geachte verbeteringen aan te brengen. Vier huizen aan het Weverseinde in Putterhoek kregen onverbiddelijk het predicaat ‘Onbewoonbaar verklaarde woning’, een nieuwe kans voor het aanbrengen van verbeteringen kregen de eigenaren van West-Havenzijde 210, Schouteneinde 78b en Weverseinde 168. In Numansdorp vond de oplevering plaats van de helft van de nieuwe 28 arbeiderswoningen. Tot tevredenheid van de commissie werd de woning B67 in Maasdam geheel vernieuwd.
Gebouwen
In Nieuw-Beijerland kwam toestemming voor de bouw van een opslaggebouwtje, binnen 50 meter afstand van de algemene begraafplaats. De gebreken aan de openbare school in Westmaas werden verholpen, in Heinenoord werd de nieuwe openbare lagere school in gebruik genomen. Op advies van de commissie maakte men het speelterrein bij een school in Oud-Beijerland effen, ook een school in ’s-Gravendeel ontving aanmoedigingen om verbeteringen aan te brengen aan het speelterrein.
27 mei 1918: Een geheimzinnige ziekte in de Hoeksche Waard
Op 27 mei 1918 verspreidde het Engelse persbureau ‘Reuter’ vanuit Spanje het bericht dat koning Alfons, de minister-president en enkele ministers lijden aan een geheimzinnige ziekte, die zich verspreid heeft over het hele land. Men beschouwt de ziekte niet van ernstige aard. Wanneer zes weken later de ‘Spaansche griep’ in Nederland aankomt verklaart ook onze regering dat de ziekte niet kwaadaardig en van voorbijgaande aard is. Al snel wordt duidelijk dat de ziekte het felst toeslaat op plaatsen waar veel mensen bij elkaar verblijven. De Centrale Gezondheidsraad publiceert ‘Wenken in het belang van de volksgezondheid’; let op reinheid van kleding, lichaam en woning en zorg voor veel woningventilatie! Nadat de griep om zich heen grijpt in het land en ook slachtoffers maakt wordt het predicaat ‘ernstiger dan verwacht’ afgegeven. In de Hoeksche Waard wordt eind juli als eerste melding gemaakt van de ziekte in Puttershoek en Oud-Beijerland. Naast enkele individuele gevallen zijn liefst 20 personeelsleden van de sigarenfabriek A. Kruithof besmet. Enkele dagen later wordt vanuit Numansdorp gemeld dat een twaalfjarig meisje is overleden aan de griep. Het aantal meldingen van besmettingen loopt snel op, ook op Fort Buitensluis zijn vele soldaten besmet geraakt. Landelijk worden militaire herhalingsoefeningen afgeblazen, na een afname in augustus laait de ziekte in oktober 1918 weer in volle hevigheid op. Zo wordt in augustus gemeld dat in Strijen twee ‘militairen met verlof’ besmet zijn, in november hebben 2000 van de 4500 inwoners de griep te pakken. In Numansdorp, Zuidzijde en Heinenoord gaan de scholen als eerste dicht, alle andere dorpen volgen spoedig. Na een gemiddelde sluiting van vier weken gaan de meeste scholen op maandag 9 december 1918 weer open. In de periode daarna blijft de ziekte zicht openbaren, op beperkte schaal. Liefst 1% van de wereldbevolking overleeft de ziekte niet. Geschat op basis van Nederlandse statistieken zijn in de Hoeksche waard tussen de 150 en 200 personen overleden. In de rouwadvertenties in ‘Het Hoekschewaardje’ vormen de woorden ‘kortstondig’, ‘plotseling’ en ‘onverwacht’ telkens een verwijzing naar de Spaansche griep. Geen enkele groep werd gespaard, de meeste slachtoffers vielen in de categorieën 0-5 jaar en 25-30 jaar. Er vielen veel slachtoffers onder militairen en verplegend personeel en in druk bewoonde eenkamerwoningen. In januari 1920 worden voor het laatst gevallen in Numansdorp gemeld, van niet ernstige aard. Er wordt in de jaren daarna nog lang gesproken over deze pandemie, even gevreesd als de pest of pokken. De ene dag kon men gezond zijn, de andere dag bezweek men op het sterfbed.
Diverse graven in de Hoeksche Waard herinneren nog aan de Spaanse Griep. Zuid-Beijerland werd geschokt door het plotseling overlijden van de 39-jarige A.P. Zevenbergen (gehuwd en vader van 3 kinderen), directeur van de plaatselijke Boerenleenbank (foto: Oude begraafplaats Zuid-Beijerland, 25 april 2020).