Door een ’trek’ richting industrie verlieten in de jaren vijftig veel inwoners de Hoeksche Waard. Over het jaar 1956 was er binnen de Hoeksche Waard alleen in Piershil een zogenaamd vestigingsoverschot waarneembaar: er kwamen meer inwoners naar Piershil dan dat er uit het dorp vertrokken.
Artikel ‘Trek naar industrie’ – Nieuwsblad voor de Hoeksche Waard 26 juni 1957
In Hoeksche Waard alleen Piershil ’n vestigingsoverschot
Van 35 plattelandsgemeenten in deze omgeving hebben er niet minder dan 23 een vestigingstekort genoteerd over 1956, d.w.z. méér mensen verlieten deze gemeenten dan zich er vestigden. Deze achteruitgang werd in bijna alle gevallen goedgemaakt door het geboorteoverschot, doordat meer mensen werden geboren dan overleden. Niettemin is in enkele gemeenten sprake van een absolute daling, zoals onderstaande lijst o.m. te zien geeft. De cijfers voor de gehele provincie laten zien, dat op het ogenblik meer mensen „de randstad Holland” verlaten dan zich er vestigen. Het vestigingstekort over 1956 bedraagt voor Zuid Holland 203. Niettemin is het bevolkingsaantal dat jaar gestegen met ruim 30.000. In de Hoeksche Waard toont alleen Piershil een vestigingsoverschot.
Uitleg tabel: I – totaal 31 december 1955; II – totaal 31 december 1956; III en IV respectievelijk aantal mannen en vrouwen op 31 december 1956; V – aantal vestigingen. Het aantal geboren en overleden personen is onder II verwerkt. (dorpen in dit overzicht: Abbenbroek, Barendrecht, Nieuw-Beijerland, Oud- Beijerland, Zuid-Beijerland, Brielle, Dubbeldam, Geervliet, Goudswaard, ’s-Gravendeel, Heenvliet, Heerjansdam, Heinenoord, Hekelingen, Hellevoetsluis, Nieuw-Helvoet, Hendrik-Ido-Ambacht, Klaaswaal, Maasdam, Mijnsheerenland, Numansdorp, Oostvoorne, Oudenhoorn, Piershil, Poortugaal, Puttershoek, Rhoon, Ridderkerk, Rockanje, Rozenburg, Spijkenisse, Strijen, Vierpolders, Westmaas, Zuidland en Zwijndrecht.
Bijna alle agrarische gemeenten laten een vestigingstekort zien. Een schrille tegenstelling daarvan zijn de gemeenten, die zich industrialiseren: Hellevoetsluis, Hendrik-Ido-Ambacht, Ridderkerk. Zwijndrecht. De toename in Rhoon en Poortugaal laat zich verklaren door de vestiging van forenzen. Spijkenisse kent zowaar een vestigingstekort. maar vermoedelijk zal dat dit jaar wel voor het laatst zijn, Ook de grote steden Rotterdam en Den Haag kennen een vestigingstekort over 1956, van enkele duizenden, wellicht ten gevolge van de onbevredigende gang van zaken in de woningbouw aldaar. Door het geboorteoverschot is de totale bevolking van deze steden nog weer met enkele duizenden toegenomen.
