Na de Tweede wereldoorlog gingen veel werknemers vanuit de landbouw naar beter betaald werk in bouw en industrie. Er was veel behoefte aan arbeidskrachten om Nederland er weer bovenop te krijgen en voor de arbeidsintensieve processen in de landbouwsector moesten andere oplossingen worden verzonnen. In 1957 deed de Hollandsche Maatschappij van landbouw, afdeling Hoeksche Waard, een aanvraag voor ruilverkaveling. Het ging daarbij om de oppervlakte van de gehele Hoeksche Waard (inclusief het eiland Tiengemeten), ruim 26 hectare grond. Dit verzoek werd gedaan omdat de landwerktuigen op de kleine en slecht gevormde percelen niet efficiënt konden werken. Na bestudering van dit gebied werd besloten om de ruilverkaveling in drie blokken op te delen: Hoeksche Waard Noord (circa 6300 ha.), Korendijk-Strienemonde (circa 9150 ha.) en Hoeksche Waard Oost (circa 7500 ha.).
Het project Korendijk-Strienemonde (totale kosten 41 miljoen gulden) begon in het begin van de jaren zestig en liep door tot eind jaren zeventig. De waterhuishouding werd gewijzigd (o.a. een nieuw watergemaal aan de Nieuwendijk), boscomplexen werden aangelegd en ook de wegen moesten worden aangepast.
Afbeeldingen ‘Ruilverkaveling’
Knipsels Ruilverkaveling Piershil
Piershilse Gat
Piershilse gat, augustus 1971
Piershilse gat, oktober 1973
Boekje AO ’74 – Ruilverkaveling
De ruilverkaveling, sinds 1924 geregeld bij een wet die in 1938 en 1954 is gewijzigd, werd in de loop der jaren tot een omstreden zaak. Naarmate de omvang toenam van de gebieden waarin ruilverkaveling plaats vindt, groeide ook de verontrusting over de activiteiten die wettelijk zijn goedgekeurd. Wat is er aan de hand? Wat is ruilverkaveling precies? Wat is er voor, wat is er tegen en hoe lost men die tegenstelling op?
Het boekje downloaden of lezen: klik hier (duurt even, 9 MB)