Dit artikel is gepubliceerd in de Hoeksche Waard Exclusief van mei 2017. U kunt dit artikel downloaden in PDF-formaat: 2017-05-hwe-hansdeliefde
Henk van den Heuvel schreef de herinneringen op van Carlo de Liefde, hij beschreef het levensverhaal van zijn vader Hans.
Hans de Liefde, een man die altijd bezig was
Mijn vader, Johannes (roepnaam Hans) de Liefde, werd geboren op 1 juli 1919 in Nunspeet. Hij groeide op met twee broers en twee zussen. Zijn sportieve leven begon als turner en korfballer. Dat viel niet mee, het gezin De Liefde was streng gereformeerd. Omdat de korfbalvereniging Oosterkwartier op zondag speelde bracht hij z’n sportspullen op zaterdagavond vast bij een vriend. Via de regenpijp verliet hij het huis om in het geheim te kunnen sporten. Net als zijn broers ging hij naar de H.B.S. Broer Dirk werd een geliefde huisarts in Haarlem, broer Jan koos voor scheikunde. Mijn vader ging naar de Koninklijke Militaire Academie, hij wilde officier worden. In de meidagen van 1940 voerde hij als Cadet-Vaandrig het bevel over 3 van de 15 kazematten bij Katwijk, gelegen aan de Maas. Meteen op de eerste oorlogsdag leverde zijn sectie hevige strijd. Diverse aanvalsgolven wisten zij te weerstaan, het aanvalsgeweld was echter te heftig. Na de capitulatie werd hij als officier gevangen gezet in een kamp in Duitsland. Na enkele maanden mochten de gevangen naar huis. Na de oorlog ontving hij diverse onderscheidingen. Uit handen van Prins Bernhard het Bronzen Kruis. Een onderscheiding bedoeld voor hen die ‘moedig of beleidvol’ optraden tegenover de vijand.
Op 18 maart 1943 trouwde hij in Haarlem met Carla Ida Ravelli. Ze leerden elkaar kennen via de turn- en korfbalvereniging. Later dat jaar kreeg mijn vader een brief van de Duitsers, hij moest zich melden. Hij besloot de orders vanuit Londen op te volgen: onderduiken. Toen kwam voor het eerst de Hoeksche Waard aan de orde. Mijn vader was in contact gekomen met Van As, deze was amanuensis op de Rijks H.B.S te Oud-Beijerland. Hij bezorgde mijn ouders woonruimte. In het tegenwoordige pand van de juwelier Bijland, aan de Oost-Voorstraat 33. Bij een razzia verstopte vader zich in een zelf getimmerd kamertje op zolder. Eigenaar van dat pand was toen Vink, de gemeentesecretaris van Zuid-Beijerland. Na de geboorte van de zoons Dick, Carlo en Hans verhuisde het gezin in 1949 naar de Karel Doormanstraat 117. Daar werd Carla nog geboren. Al in 1941 had mijn vader besloten LO-docent te worden. Op de Academie in Amsterdam heeft hij de opleiding versneld doorlopen. In Oud-Beijerland gaf hij aanvankelijk les op de Openbare ULO, de Christelijke ULO, de H.B.S., de Keuchenius School en de Bijlschool. Later alleen aan leerlingen van de H.B.S., hij werd daar onderdirecteur en waarnemend rector. Het was een man die altijd bezig was, de sport was zijn lust en zijn leven. Door zijn vriendschap met diverse huisartsen kreeg hij cliënten doorverwezen. Heilmassage heette dat toen. Hij had een cursus sportmassage gedaan en heeft mensen geholpen met hun revalidatie. Hij werd op die manier een hele bekendheid, het leek alsof hij bij alles betrokken was. In de jaren vijftig kwamen er allemaal nieuwe sporten Nederland binnen. Mijn vader ging naar bijeenkomsten van gymnastiekleraren, in Rotterdam werden bijscholingen gegeven. Zijn liefhebberij was teamsporten, maar ook was hij actief als trainer bij de turnkring. Mijn moeder nam ook deel aan demonstraties en wedstrijden. In het zaaltje van café Rustburg op de Zinkweg werden demonstraties gegeven. Op school introduceerde hij die sporten. Eind jaren vijftig probeerde hij een hockeyclub op te richten, maar er was nergens ruimte beschikbaar. Toen schakelde hij over op basketbal. Na de gymnastiektraining met een groepje huisvrouwen werd er basketbal gespeeld, het leidde tot de oprichting van BOB. Er werd heel veel gehonkbald en gehockeyd op school, ook speelde hij volleybal. Hij deed dat met personen uit het bedrijfsleven die in vorm wilden blijven. Ze noemden zich DVO, De Veteranen Oud-Beijerland. Die vereniging bestaat nog steeds. Ook voetbalde hij kort in het eerste van OSV. Dat was omstreeks 1948, als linksbuiten. Hij heeft daar gezorgd voor de oprichting van een korfbaltak. Na de verhuizing daarvan zijn de banden met OSV afgesneden, maar oorspronkelijk viel deze vereniging dus onder het bestuur van OSV. Mijn moeder was een sportieve dame, eigenlijk zelfs de oprichter van BOB. Ze heeft daar ook in het eerste gespeeld en in het bestuur gezeten. Atletiek was haar sport, haar sportcarrière werd echter verpest door de oorlog. Achter ons huis in de Karel Doormanstraat hing een basket. Al heel vroeg waren we daar constant mee bezig. Mijn vader is er mee begonnen, wij zijn er in mee gegaan, veel oefenen in de achtertuin. Carla was het oogappeltje van mijn ouders, haar carrière was ook imposant. Ze reden haar het hele land door. Zelf heb ik nog drie seizoenen eredivisie gespeeld met BOB, en tien seizoenen een niveau lager. Vader heeft het damesteam van BOB ook getraind. De bewoners van Oud-Beijerland leerden zichzelf zwemmen. Mijn vader is bij de oude Tol cursussen gaan geven. Zo’n cursus duurde zo’n 6 weken, tussen de 90 en 100% ging weg met een diploma. Op een kruk werd droog geoefend, eenmaal in het water zag hij aan de stuwing (in het troebele en snel stromende water) of de kinderen de beenslag onder knie hadden. Hij is daar omstreeks 1950 mee begonnen. Hij gaf twee keer op een dag zwemles. Leerlingen kwamen overal uit de Hoeksche Waard vandaan, sommigen vertrokken al om 05.00 uur op de fiets van huis. Bij de zwemlessen gebruikte hij een hengel en drijfbussen met een leren riempje eraan, hij liet zijn benodigdheden op maat maken op de Technische School.
Mijn vader is in 1982 met pensioen gegaan, vanwege zijn sportieve bezigheden werd hij onderscheiden met de eremedaille in de orde van Oranje-Nassau. In 1988 is hij overleden. Binnen de familie zeggen wel eens ’10 mei 1940 heeft hij overleefd, 10 mei 1988 niet’.
Bij de foto: Naast de Spuisteeg in Oud-Beijerland schilderden de kunstenaars Stefan Thelen en Robin Nas onlangs een portret van Hans de Liefde. Centrummanager Sem den Hollander koos De Liefde na het lezen van onderstaand interview met diens zoons Carlo. “Op het informatie bij de muurschildering kunnen voorbijgangers lezen over deze bijzondere man”.
Naschrift Carlo de Liefde:,,Ik heb veel reacties gehad op het interview. Blijkbaar heeft het verhaal ook indruk gemaakt op de centrummanager. Binnen de familie zijn we er erg trots op dat vader hiervoor in aanmerking komt”.