1952 – De zee kan de Nederlanders niet verslaan

Dit artikel is gepubliceerd in de Hoeksche Waard Exclusief van 14 december 2021 (website HWE). U kunt dit artikel downloaden in PDF-formaat: HWE-beatthedutch-mrt2022

Uit de archieven: Tractor Farming 1952 – Ambachtsheerlijkheid Cromstrijen

De zee kan de Nederlanders niet verslaan

Het Marshallplan was een omvangrijk materieel hulpplan, dat op initiatief van de toenmalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken George C. Marshall drie jaar na de Tweede Wereldoorlog in werking trad. Ook Nederland ontving grootschalige hulp. Nieuwgierig naar de resultaten reisde een Amerikaanse verslaggever af naar de Hoeksche Waard. Het leidde tot een fraai artikel in het Amerikaanse tijdschrift Tractor Farming in april 1952. Onderstaande tekst is een vrije vertaling van het artikel ‘The Sea Can’t Beat The Dutch’.

Ongeveer zestien kilometer ten zuiden van Rotterdam, via een mooie rechte verbinding die zich een weg baant door kleine op de dijken gebouwde dorpjes, vinden we een stad met de naam Numansdorp. De inwoners zijn boeren, lange blonde mannen met hoge rubberen laarzen. Kinderen spelen op hun klompen langs de weg, vrouwen rusten een minuutje in de late middagzon, hun breinaalden gaan druk heen en weer. Zij zijn de strijders, in een eindeloze strijd met de zee over het beheer van de kostbare grond. Een van de boeren van Numansdorp is A. B. H. Vlielander, exploitant van één van Nederlands grootste boerderijbedrijven. De ambachtsheerlijkheid Cromstrijen was een geschenk van keizer Maximiliaan van Oostenrijk aan zijn trouwe secretaris en rentmeester, Gerard Numan, in het jaar 1492. In de loop der jaren is het eigendom van het land verdeeld onder de erfgenamen, en in sommige gevallen verkocht. Tot nu toe heeft het boerenbedrijf ongeveer 60 eigenaren. Mijnheer Vlielander is het vierde lid van zijn familie die het landgoed gaat beheren. Zijn overgrootvader kwam in 1820 naar dit boerenbedrijf, na gevochten te hebben met het leger van Napoleon. De huidige Vlielander groeide op dit landgoed op en bereidde zich voor op zijn huidige taken door onderwijs op een landbouwschool in Parijs te volgen.

Bodembehoud

Bodembehoud is voor Vlielander het meest basale onderdeel van de landbouw. In een land met zo weinig oppervlakte en zo veel inwoners, moet de boer zuinig zijn op elke centimeter. Vlielander voegt, net als andere Nederlandse boeren, waar mogelijk oppervlakte toe aan zijn land door polders aan te leggen. Deze bepoldering is een methode om land onder de zeespiegel terug te winnen door dijken te bouwen, het water af te voeren in kanalen en het vervolgens terug in zee te pompen. En de Nederlandse overheid maakte van wisselbouw een wet. Het is boeren verboden om meer dan eens in de drie jaar aardappelen op hetzelfde land te planten. Vlielander volgt een vierjarig rotatieprogramma: tarwe, aardappelen, suikerbieten en tarwe. Bij de tarwe plant hij klaver, nadat de tarwe met een combine is gemaaid ploegt hij de klaver eronder. Zijn rijke bodem is altijd vruchtbaar geweest en Vlielander doet er alles aan om dat zo te houden.

Twee Duitse kanonnen

Vlielander heeft een bijzonder probleem met het hoge vochtgehalte in de lucht. Een graandroger maakt deel uit van zijn mechanische uitrusting en aardappelen worden opgeslagen in een speciaal gebouw, voorzien van vochtigheidscontroles. Lang, goed gebouwd, met een gemakkelijk gevoel voor humor; Vlielander spreekt perfect Engels. Hij en zijn vrouw en zoon en kleine dochter leven ongeveer zoals elke welvarende Amerikaanse boerenfamilie. Ze zijn zuinig en bescheiden. Mevrouw Vlielander is net zo geïnteresseerd in voeding als Amerikaanse vrouwen. Tijdens de oorlog leerde ze over de zeven basisvoedingsmiddelen en ze probeert ze gewetensvol in het dieet van haar familie te verwerken. Hun huis is een stenen huis, verbonden met het kantoor van het landgoed. Vanaf hun terras, dat uitkijkt over tuinen vol bloemen, groenten en fruitbomen tot aan het Hollandsch Diep, kunnen ze zien waar twee Duitse kanonnen waren opgesteld die op de Engelsen aan de andere kant van de waterweg schoten. In de oorlog, toen de Duitsers Nederland bezet hielden, braken ze de dijken en lag het landhuis van Cromstrijen in het geïnundeerde gebied. Het landgoed leed zwaar; het land stond onder water en machines en gebouwen werden verwoest. Maar in het najaar van 1945 kon Vlielander alweer zijn eerste oogst binnenhalen.

Geen windmolens

Na de bevrijding in mei 1945 werd het bedrijf volledig gemechaniseerd. Naast tractoren, waarvan de meeste Farmalls zijn, gebouwd in Europa, exploiteert de heerlijkheid bieten- en bonenplanters, maaidorsers, suikerbietenrooiers en hooibalenpersen. Hoofdgewassen zijn suikerbieten, tarwe en aardappelen, gevolgd door haver, gerst, rogge, vlas en koolzaad. De oogstopbrengsten van Vlielander zijn hoog, zelfs naar Amerikaanse maatstaven. In 1949 bijvoorbeeld was zijn opbrengst aan suikerbieten meer dan 27,5 ton per acre (1 acre is ongeveer 0,4 hectare). Het is gemakkelijk te zien waar de eer hiervoor naartoe gaat – een zin uit het jaarverslag van 1949 luidt: “Uit deze cijfers zal blijken dat de totale mechanisering van de Ambachtsheerlijkheid van Cromstrijen volledig gerechtvaardigd is.” Hoewel hij zich realiseert dat veel van zijn problemen verschillen van die van Amerikaanse boeren, zou Vlielander graag naar de Verenigde Staten willen om landbouwmethoden in verschillende delen van dit land te bestuderen. En hij zou Amerikaanse bezoekers verwelkomen bij zijn boerderijactiviteiten in Nederland. Maar lachend waarschuwt hij hen dat ze bij hun bezoek aan Nederland geen windmolens hoeven te verwachten, want de ‘hoofden met kappen en zwaaiende armen’ zijn bijna verdwenen uit het landschap. Hun taak om water te pompen is nu overgenomen door efficiëntere dieselmotorpompen.

In het Amerikaanse tijdschrift Tractor Farming verscheen in april 1952 het artikel ‘The Sea Can’t Beat The Dutch’. Dit artikel is een vrije vertaling daarvan. Het is een wrang toeval dat we binnen een jaar na de publicatie van dit artikel verslagen werden door de zee; Numansdorp werd zwaar getroffen tijdens de Watersnoodramp van 1953.

 

 

 

 

Zie ook dit artikel: 1952 Numansdorp: The Sea Cant Beat the Dutch

Updated: april 14, 2022 — 10:18 am

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.