Bewarings- en verblijfskamp Fort Buitensluis – Deel 1

Dit artikel is gepubliceerd in de Hoeksche Waard Exclusief van 22 september 2020 (website HWE). U kunt dit artikel downloaden in PDF-formaat: hwe-fort- buitensluis-1945-1947-deel1

Bewarings- en verblijfskamp Fort Buitensluis – 1945-1947 – Deel 1

Fort Buitensluis: Bewarings- en verblijfskamp

Na de oorlog maakte Fort Buitensluis in Numansdorp deel uit van een delicate periode uit de oorlogsgeschiedenis van de Hoeksche Waard. Meteen na de bevrijding werden vermeend foute personen gearresteerd door leden van de Binnenlandse Strijdkrachten. In eerste instantie ging het daarbij om NSB’ers, collaborateurs, landwachters, zwarthandelaren en leden van de Waffen-SS. Vanaf 30 oktober 1945, het moment waarop de Politieke Opsporingsdienst (P.O.D.) te Oud-Beijerland spreekuur ging houden, nam het aantal arrestanten toe. Bezorgde burgers konden daar ‘foute elementen’ aangeven. Vervolgens werd bepaald, al naar gelang het geleverde bewijs, of tot aanhouding moest worden overgegaan. Opgepakte personen werden in afwachting van hun tribunaalproces ondergebracht in een internerings- en verblijfkamp. In het hele land werden deze speciaal hiervoor ingericht of opgezet, zo ook in de Hoeksche Waard. In eerste instantie werd de verantwoordelijkheid voor de kampen en het gevoerde beleid gedragen door het Militair Gezag. Vanaf 1 januari 1946 gingen die verantwoordelijkheden gefaseerd over naar het Ministerie van Justitie, vertegenwoordigd door het Directoraat-Generaal voor Bijzondere Rechtspleging (D.G.B.R.).

Oud-Beijerland naar Numansdorp

Op 8 mei 1945 wordt in Oud-Beijerland het ‘Centraal Bewarings- en verblijfskamp Hoeksche Waard’ ingericht, in het gebouw van de ‘Rijks Hoogere Burgerschool’. Vanwege de gewenste hervatting van het onderwijs wordt al snel gezocht naar een meer geschikte locatie. Het oog valt daarbij op het 18e-eeuwse Fort Buitensluis, gelegen in Numansdorp aan het Hollandsch Diep. Na een eerste inspectie op 10 juni 1945 wordt het terrein geschikt verklaard. Maar er is werk aan de winkel. Behoudens het in redelijke staat verkerende gemetselde verdedigingswerk en een tiental gemetselde munitieopslagplaatsen en bunkers heeft het terrein zichtbaar te lijden gehad van de oorlog. Tijdens de ijskoude winters is vrijwel al het aanwezige hout door omwonenden opgestookt. Met alle gevolgen van dien. Van de voormalige artillerieloods staat alleen het geraamte nog overeind, ook de woning van de fortwachter is zwaar beschadigd en moet zelfs worden gesloopt. De daardoor vrijgekomen bouwmaterialen worden aangewend om een eveneens zwaar beschadigd loodsje een tweede leven te geven, als kampziekenhuis. Van de restanten wordt vervolgens een zeer eenvoudige wasbarak gebouwd, op het kampterrein nabij het hoofdgebouw. Via het Bureau Oorlogsbuit van het Ministerie van Financiën worden drie barakken aangekocht van ieder 8 bij 20 meter. De firma’s P.J. Wielhouwer en M. Langbroek uit Middelharnis breken die barakken af in een kamp in Ooltgensplaat en vervoeren ze naar Numansdorp. Nadat een directiekeet is gehuurd via Van der Sijde uit Strijen en ook nog een tweedehands barak uit Gouda is overgebracht wordt het kamp op primitieve wijze omrasterd met puntdraad. Onder begeleiding van de aannemer en bouwkundige D. Kooijman uit Blaakschedijk zorgen de gedetineerden zelf voor de aanleg van riolering, een appelplaats en een vernieuwing van de aanwezige gebouwen. Alle werkzaamheden worden uitgevoerd met toestemming van de Genie uit Breda, de eigenaar van het fort. Op woensdag 14 november 1945 is het dan eindelijk zo ver. Na een grondige reiniging van het schoolbouw, uiteraard eveneens uitgevoerd door de gedetineerden zelf, vindt een ware volksverhuizing plaats. Daarmee komt meteen een einde aan de gemengde bevolking van het kamp: de circa veertig aanwezige vrouwen worden overgeplaatst naar een speciaal vrouwenkamp in Delft. Het ‘Bewarings- en verblijfskamp Fort Buitensluis’ is een feit, het werkkamp is geopend. De capaciteit van het kamp wordt bepaald op 350 gedetineerden, onder leiding van de kampcommandant worden alle activiteiten aangestuurd vanuit drie afdelingen.

Algemene Dienst

De Algemene Dienst bestaat uit de Sociale- en Geestelijke verzorging, de Medische Dienst, Bewaking en Bewaring. Wat betreft de sociale verzorging komt ieder initiatief van de gedetineerden zelf. Onder toezicht van de commandant worden recreatieavonden georganiseerd. Wat meer vooruitstrevend dan het gebruikelijke biljarten en kaarten is de cursus ‘Algemene ontwikkeling’, gegeven door een gedetineerd docent. Voor de geestelijk verzorging worden in de zomer van 1946 de predikanten Bousema en Den Boer aangesteld, enkele maanden later gevolgd door pastoor Jansen. De Oud-Beijerlandse arts Sliedregt wordt bij de verhuizing opgevolgd door kamparts Dr. Philippi uit Numansdorp. Drie keer per week houdt hij zitting, onder zijn toezicht is de dagelijkse leiding van het kamphospitaal in handen van een gediplomeerd verpleger. Tandheelkundige behandelingen worden uitgevoerd door Dhr. Clinge Doorenbos, hij verschijnt op afroep en is niet in dienst van het kamp. De bewaarders en bewakers staan onder commando van het hoofd van de Algemene Dienst. Hij regelt hun diensten, stelt de wachtlijsten op en bepaalt de verloven. Deze bewaarders en bewakers waren oorspronkelijk leden van de Binnenlandse Strijdkrachten; in Numansdorp komen degenen die aanblijven als gewoon personeel op de loonlijst van het kamp te staan. Bewakers zorgen voor de buitenbewaking; de toegang tot het kamp alsmede de bewaking van tewerkgestelden buiten het kamp vallen onder hun verantwoording. Bewaarders zijn verantwoordelijk voor de veiligheid binnen het kamp; ook begeleiden zij de gedetineerden bij bezoek aan familie (wegens bijzondere omstandigheden) of aan de tribunaalzittingen.     

Inwendige Dienst

Onder de Inwendige Dienst vallen de Intendance (bestaande uit de afdelingen Bestellen Levensmiddelen, Verwerken Levensmiddelen, Beheer Voorraad Levensmiddelen en Administratie Voorraad Levensmiddelen) en de Werkverdeling (bestaande uit de afdelingen Werkverdeling en Werkadministratie). De Intendance staat onder leiding van de Menagemeester, de kostbaas. Hij bestelt de levensmiddelen en controleert de leveranties op hoeveelheid en kwaliteit. Ook houdt hij toezicht op de bereiding en de verstrekking van de levensmiddelen. Hij beheert de voorraad, voert de voorraadadministratie en beheert distributiebescheiden. De chef van de afdeling Werkverdeling organiseert de tewerkstelling van de gedetineerden en vertegenwoordigt het kamp tegenover de werkgevers. Dagelijks houdt hij aantekeningen bij in een werkregister, van de bij diverse objecten tewerkgestelden. De werkzaamheden ten behoeve van het kamp zelf bestaan voornamelijk uit corveediensten (zoals aardappelen schillen, het schoonhouden van de verblijven, het onderhouden van de terreinen), kampdiensten (ten behoeve van de keuken, kapper, schoenmakerij en kleermakerij) en de opbouw en uitbreiding van het kamp.

Administratie

De Administratie is onderverdeeld in de afdelingen Secretariaat, Boekhouding, Registratie en documentatie, Inkoop, Opbrengst tewerkstelling, Personeels- en algemene zaken en Archief. Ook de afdeling Foerage valt onder de Administratie. Het hoofd, de administrateur, voert de correspondentie en boekhouding, verzorgt registratie en documentatie en is belast met de inkoop van alle artikelen, met uitzondering van de levensmiddelen. Ook de foerier (de beheerder van alle overige magazijngoederen) valt onder de administrateur. Tevens is de administrateur belast met personeelszaken, algemene zaken en met het bijhouden van het archief. Hij wordt daarbij bijgestaan door de schrijver, die ook de kas onder zijn beheer heeft.

Volgende keer in deel 2: Het dagelijks leven klik hier

Updated: november 19, 2020 — 4:18 pm

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.