Polder geeft geheim (nog) niet prijs

Dit artikel is gepubliceerd in de Hoeksche Waard Exclusief van 26 mei 2020 (website HWE). U kunt dit artikel downloaden in PDF-formaat: HWE-zoektocht-2duitsers-23juni2020

Opnieuw zoektocht naar twee Duitsers uit WO2

Een polder in de Hoeksche Waard is opnieuw doorzocht door een team van de Bergings- en Identificatiedienst Koninklijke Landmacht. De ‘BIDKL’ bestaat sinds 1945 en is verantwoordelijk voor het opsporen, bergen en identificeren van slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog. De zoektocht was een vervolg op een eerdere, eveneens zonder ruchtbaarheid uitgevoerde, operatie in november 2017. Bestudering van een luchtfoto uit 1945 toonde een grondverstoring in de akker, nabij de eerder onderzochte locatie. Op verzoek van de burgemeester werd in het gemeentehuis te Maasdam een voorbespreking gehouden. Kapitein Geert Jonker, de commandant van de dienst wees bij aanvang op de kleine slagingskans van een dergelijke zoekactie. ,,Ervaringen bij soortgelijke projecten leidden, ondanks de toepassing van de modernste technische hulpmiddelen, helaas maar een heel enkele keer tot resultaat.” 

Het team, samengesteld uit specialisten van de BIDKL en de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EODD), markeert de locatie in de akker, met hightech apparatuur wordt de oppervlakte bestreken met een multi-sonde, een kar met vier buizen die zoekt naar sporen uit het verleden. ,,Dit apparaat meet ijzerhoudende metalen. Stel, je hebt een spijker. Die heeft een magnetisch middelpunt, met een noordkant en een zuidkant. Wat dit apparaat doet is het verschil meten tussen die kanten, daarmee kan vervolgens van ieder ferro metaal de diepte en de grootte worden aangeven. Dat gaat tot op de centimeter nauwkeurig”, zo luidt de uitleg. Na de zoekactie worden de resultaten meteen uitgelezen op een laptop. We kijken enkele meters diep in de grond, rode en blauwe vlakken ten teken van aanwezigheid van metaal blijven uit. Ook een eigenlijk overbodige handmatige zoektocht, waarbij het volume van de ‘piepjes’ de grootte van het metalen voorwerp aangeeft, levert geen resultaten op. Geert Jonker: ,,Wetenschappelijk is nu aangetoond dat ze hier niet liggen. Wat de verkleuring is geweest op de luchtfoto uit 1945 blijft een raadsel. Na de oorlog werden lichamen wel eens verplaatst. Dat speelt voornamelijk bij liquidaties in verzetskringen, waarbij men na de oorlog is gaan twijfelen over de rechtmatigheid. Dat zal hier niet gebeurd zijn, het verzet had niets te vrezen. Een andere keuze hadden ze waarschijnlijk niet.” Na deze tweede poging wordt besloten het dossier te sluiten. Voor de eigenaar van het land, die om begrijpelijke redenen anoniem wenst te blijven, is het verhaal hiermee afgesloten. ,,Het is gewoon niet anders”, zo besluit hij nuchter. ,,Er zit hier zoveel in de grond, hier in de buurt werd in 1944 ook gebombardeerd. Goed dat er voor de zorgvuldigheid nog eens onderzoek heeft gedaan, maar nu sluit ik dit hoofdstuk voorgoed af. Voor de nabestaanden is het jammer, maar wie weet was de verre toekomst nog brengt.” In dat kader geeft een nieuwbouwproject in Arnhem Zuid nog hoop. Bij de aanleg van een nieuwe wijk in de Gelderse polders moest het volledige terrein op bommen en mijnen worden onderzocht. Tijdens die enorme operatie werden veldgraven gevonden van Duitse en Britse militairen. Het terrein dat ooit werd gebruikt voor de wapendroppings in de Hoeksche Waard zal misschien over een jaar of vijftig ook voor woningbouw worden aangewend. Eerder dan dat zal onze kleipolder haar geheim niet prijsgeven.

 

Het verhaal

In 2017 werd burgemeester Stoop van Korendijk via twee verschillende bronnen geïnformeerd over een incident uit de Tweede Wereldoorlog. Door toeval waren twee Duitsers getuige van verzetsactiviteiten. Ze maakten een avondwandeling, op het verkeerde moment. Minuten voordat een wapendropping zou plaatsvinden heeft het verzet hen om het leven gebracht en meteen daar in de polder begraven. Burgemeester Stoop: ,,Een gevoelige geschiedenis, waarbij destijds geheimhouding is gezworen. Binnen de betrokken families overheerst nu de gedachte dat deze lichamen op een begraafplaats thuis horen.” In de naoorlogse rapportage van de 5e verzetscompagnie (onder leiding van S. de Vries) werd het incident binnen de 5e sectie (onder leiding van Theo le Grand) niet vermeld: ‘Het droppen werd steeds zorgvuldig voorbereid en er vonden hierbij geen ongelukken plaats’. Tijdens een interview In 1998 lijkt een lid van de verzetsgroep Zinkweg voor het eerst te refereren aan het incident: ,,Verzet plegen kán gepaard gaan met geweld. Je ligt gewapend in het veld bij de droppings. Daar kun je op een patrouille van bijv. de Landwacht stuiten. Als je geconfronteerd wordt met de tegenstander moest je wel geweld gebruiken”. Ook de op het aller laatste moment afgelaste vierde wapendropping roept vragen op. Blijft natuurlijk de vraag waarom er geen represailles volgden op de verdwijning van twee kameraden. De chaos die destijds heerste in dit gebied kan een verklaring zijn. Dagelijks vielen terugtrekkende vermoeide Duitsers neer in de portieken van Nieuw-Beijerland. Niemand hield bij wie er een ommetje maakte, ook hun lichamen werden nooit gevonden. In het standaardwerk ‘Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede wereldoorlog’ stelt auteur L. de Jong ‘dat nogal wat Duitse soldaten via desertie aan de apocalyptische chaos van 1944 en 1945 probeerden te ontsnappen’. 

De wapendroppings

In 1944 kreeg de verzetsgroep Zinkweg de opdracht om wapendroppings in de Hoeksche Waard mogelijk te maken, ten behoeve van het district Dordrecht. Het terrein moest voldoen aan enkele voorwaarden: een afgelegen ligging, niet te drassig, niet te veel sloten, geen luchtafweergeschut (FLAK) en geen nabijheid van Duitse troepen. Het verkozen gebied, tussen Nieuw-Beijerland en de Zinkweg, werd vanuit een R.A.F.-vliegtuig goedgekeurd. Kort na de melding ‘terrein geschikt’ werden in de nabijheid Duitsers ingekwartierd. Het verzet meldde dit meteen aan Londen, het daaropvolgende bombardement werd uitgevoerd op een verkeerde boerderij. Desondanks vonden de wapendroppings doorgang. Daarbij betrokken waren verzetsleden van de KP Zinkweg en verzetsmannen uit Dordrecht. Enkele boeren uit Zuid-Beijerland en Piershil zorgden voor het per kar afvoeren van de gedropte wapencontainers. Het moment van een dropping kreeg men door via de radio. In de middag werden de Franstalige uitzendingen van Radio België op de BBC onderbroken: ‘Hier volgen enkele bijzondere boodschappen’. De Belg ‘Jan Moedwil’ sprak in het Vlaams codezinnen uit, in de Hoeksche Waard werd gewacht op zinnen als: ‘Geef me nog een glaasje’, ‘Jan komt vanavond koffie drinken’, ‘De maan schijnt helder vanavond’ of ‘Goud is niet zo goed als zilver’. Na het horen van zo’n codezin werd iedereen opgetrommeld en moest worden verzameld in de schuur van boer Piet Vink, aan de Oosthoek van Piershil. Om half acht in de avond was iedereen binnen. Het herhalen van de betreffende codezin op Radio Oranje betekende dat de dropping doorgang zou vinden die avond of nacht, via een tweede codezin werd het tijdstip doorgegeven. De circa twintig personen werden over het terrein verdeeld, aan de randen de met pistool bewapende bewakers. De seiners namen hun positie in, het vliegtuig arriveerde gelijktijdig met eskaders die Duitsland gingen bombarderen. Met witte en rode lichten werd het vliegtuig verwelkomd, de letters van de witte seinlamp werden door het vliegtuig beantwoord. Het maakte een grote boog over het dorp Nieuw-Beijerland en kwam vervolgens op een hoogte van amper tweehonderd meter aanstormen. De seiners deden opnieuw hun werk, daarna kwamen de parachutes met de wapencontainers naar beneden. Op dinsdag 24 oktober, maandag 30 oktober en donderdag 2 november vonden drie wapendroppings plaats. De vierde dropping verliep heel anders. Het gearriveerde vliegtuig werd niet met seinsignalen verwelkomd door het verzet en keerde terug naar Engeland. ‘Een beslissing vanuit veiligheidsoverwegingen. De derde dropping kwam te dicht bij de ingekwartierde Duitsers terecht’, zo luidde de officiële verklaring van het verzet. Dit poldergebied werd daarna nooit meer gebruikt voor een wapendropping.

Boerderij Piet Vink – Oosthoek Piershil

Updated: augustus 22, 2020 — 9:10 am

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.