Een van de oudste gebouwen was de ‘Schenckanne’ waar ene Jacob Jacobsz. van der Esch waard was van 1595 tot 1599. ‘De huisinge met keet’ stond buitendijks van Oud-Piershil.
Later werd dit pand ‘de Ronduit’ genoemd en was het bezit van de gemeente Ingelanden van Oud-Piershil. In 1793 werd het pand door deze eigenaar ten gebruike aan de armen gegeven. Voorheen diende het tot een wachthuis en zo men wil tot een woonplaats der schippers, die de passagiers naar den Koorndijk (wat tot 1653 een eiland was) en andere plaatsen overvoeren.
Op het gebouw was een vuurbaken ten behoeve van de scheepvaart geplaatst. In de Spaanse tijd had deze Ronduit of wachtpost een kleine gewapende bezetting, welke met een stuk geschut de ingang van de dorpshaven kon bestrijken.
Weer later kreeg dit pand de aanduiding ‘Polderhuis’ (in de volksmond ook Poldershuis genoemd); hoogst waarschijnlijk omdat hier het bestuur van de polder haar vergaderingen hield. In de laatste jaren van haar bestaan werd het pand door de gemeente Piershil gebruikt voor opslag van gereedschap van gemeentewerken.
Het Polderhuis stond op de hoek Sluisjesdijk – Kade, door het Kaaislop gescheiden van het pand Kade 2. Met de kadastrale aanduiding A485 (ook aangeduid als Dorpstraat 42) was het pand o.a. in bezit van de beurtschipper Arie Mast en later van de landbouwer Jacob Schelling. De laatste particuliere eigenaar was de landbouwer Pieter van de Erve, hij verkocht het in 1949 aan de gemeente Piershil. Het Polderhuis werd gesloopt in 1951, teneinde de toegang tot de kade te verbeteren.
Foto ‘Het Polderhuis’ – circa 1950
Het Polderhuis, gezien vanaf de Kade. Op de zijkant van het pand werden aanplakbiljetten bevestigd. Op de achtergrond, in de Voorstraat voor de kerk, is het Meestershuis te zien (het huis van de schoolmeester).
Voor een beter zicht op de aanplakbiljetten, zie: 1924 – Een originele ansichtfoto: Sluisjesdijk
Foto’s ‘Een nauwe doorgang’ – 1948
Deze foto’s werden gemaakt in 1948. Hoogst waarschijnlijk op 4 september, de dag waarop Juliana haar moeder Wilhelmina opvolgde als koningin.
Op deze twee foto’s van bakker Jaap Poldervaart en Hanna Hoepel is op de achtergrond te zien hoe nauw de doorgang was tussen Kade 2 en het Polderhuis.
Knipsel ‘De Hoeksche Waard in vroeger tijden’ – circa 1972
Ook op de foto (ik vermoed op dezelfde dag gemaakt, 4 september 1948) bij onderstaand artikel is de nauwe doorgang goed waarneembaar.
Deze keer een foto van mevrouw Bosman-Oosterman uit Piershil. De foto is meer dan 30 jaar geleden genomen, de juiste datum is niet bekend. Het huis met dat luik werd “Het Polderhuis” genoemd. Het huis is reeds lang geleden gesloopt bij het afsluiten van de haven met het spui. De twee kleine figuurtjes, niet te onderscheiden wie dit zijn, staan voor de winkel van Bezemer, waar toentertijd van alles te koop was. Op de voorgrond staat links Koos Bosman, haar man, bij vele bekend als Ome Koos, door een ongeluk overleden in de werkplaats van zijn broer Bas Bosman, bekend door de watermolens, die op vele plaatsen in de Hoeksche Waard nog te zien zijn, en ook ver daarbuiten tot zelfs in het buitenland. De man rechts is Hans Kok, die
eveneens werkte bij hetzelfde bedrijf. Nu ook niet meer in leven. Hartelijk dank mevrouw Bosman voor het sturen van deze foto.
De informatie is dit artikel is niet helemaal correct. Het Polderhuis was al gesloopt (ongeveer 5 jaar) voordat de haven van het Spui werd afgesloten.
Foto’s ‘Het Polderhuis verdwenen’
Op deze foto uit 1951, met mevrouw Bakker met de kinderwagen, is te zien dat het Polderhuis is gesloopt. De mensen op de dijk kijken zo de Voorstraat in. Zo te zien zijn er festiviteiten aan de gang, waarschijnlijk is het Koninginnedag (30 april). Rechts op die foto is nog het Schippershuis te zien, met boom.
Op deze foto uit circa 1954 is goed te zien welke ruimte ontstond na de sloop in 1951. Het ‘Kaaislop’ werd stukken breder.