Bij de oprichting van het kadaster en de voorbereidingen daarvan, vanaf 1820, werden leggers (artikelen) gemaakt met metingen en beschrijvingen van het al het bezit. De geschiedenis van de huidige percelen Kade 12, 14 en 16 gaat helemaal terug naar de kadastrale start van het dorp Piershil, zoals beschreven in leggerartikel nummer 2 (nummer 1 gaat over enkele weilanden). Leggerartikel 2 vormt dus de oudste kadastrale beschrijving van vastgoed in Piershil.
Uitsnede Minuutplan Piershil
Ook werd voor Piershil een verzamelplan (overzichtskaart) met bijbehorende minuutplans gemaakt. De huidige percelen Kade 12 en 14 staan aangegeven als 407, bestaande uit bebouwing en een stuk grond.
Als eerste eigenaar van het bezit van de huidige percelen Kade 12, 14 en 16 staat omstreeks 1820 vermeld de rentenierster Geertrui van den Berg, als weduwe van Gillis Wilmart. Gillis en Geertje van Bergen (zoals Geertui in officiële stukken ook wordt genoemd) waren op 5 mei 1776 in Piershil gehuwd. Deze Gillis, we noemen hem even Gillis jr., was de zoon van de Piershilse chirurgijn Gillis Wilmart (1706-1763) en Elisabeth Jabobs Mast. Gillis jr. was schout, secretaris, rentmeester en gerechtsbode in Piershil. Na zijn overlijden kwam het bezit dus in handen van zijn weduwe, zoals opgetekend in leggerartikel 2. Het ging om liefst 15 percelen met een totale oppervlakte van ruim 13 hectare. Voor deze geschiedschrijving zijn deze percelen van belang: Het dorp 407 (huis en erf) van 3,40 are en Het dorp 408 van 3,70 are.
Na het overlijden van Geertje (Geertrui) op 12 maart 1828 kwamen de twee percelen A407 en A408 in het bezit van Gijsbert van der Sluis (1795-1855), zoals opgetekend in leggerartikel 107 en later (na uitbreiding van zijn bezit) in leggerartikel 269. Zijn beroep was arbeider, hij was gehuwd te Piershil met Bastiaantje Groeneweg.
Na het overlijden van Gijsbert in 1855 kwamen de twee percelen A407 en A408 in het bezit van de vlasser Pieter Bokhout (1821-1907), hij was gehuwd met Pietertje Verhagen (1826-1910). Zij verkochten hun bezit in 1884 aan één van hun zoons: de schoenmaker Gerrit Bokhout. Het huis werd in leggerartikel 340 inmiddels aangeduid als Havenkant 48, terwijl de percelen nog steeds A407 (huis, erf) en A408 (tuin) werden genoemd.
Ansichtkaart Kaai – 1910
Helemaal links Havenkant 48, daarnaast staat het nieuwe pand van schoenmaker Arie Groenenberg (1882-1966), gebouwd in 1910 (zie ook 1910 – Gemeentelijke vuilnisbak). Hij was gehuwd sinds 12 juni 1907 met erfgename Pietertje Maria Bokhout (1882-1963). Arie was net als zijn schoonvader schoenmaker van beroep. Het nieuwe pand dat we hier zien bestond daarom uit woonruimte (de twee ramen rechts van de deur) en een atelier (het raam links van de deur).
Van het perceel A1080 werd 3,70 are grond verkocht aan de schipper T.J. Stok, deze liet in 1912 een huis bouwen op deze grond (zie 1912 – Kade 16).
In leggerartikel 771 wordt op de oorspronkelijke oppervlakte van 3,40 are (perceel A407) voor het eerst gesproken over 2 huizen en een erf. Ze worden daarna als volgt kadastraal samengevoegd met perceel A408 (tuin, 3,70 are) en vervolgens weer gesplitst in A1079 (huis en erf, 1,00 are) en A1080 (huis en erf, 6,10 are). Bij deze gelegenheid, in 1911, werd het oude huisje linksachter afgebroken en werd het nieuwe pand breder gemaakt, bestaande uit twee woningen. Rechts bleef dus alles bij het oude, links werd een nieuw huisje aangebouwd.
Foto ‘Het pand is breder gemaakt’ – omstreeks 1921
Schoenmaker Arie Groenenberg, in de deuropening zijn echtgenote. Links staat zoontje Gerrit, in de deuropening zoontje Maarten (geboren in 1919).
In 1930 verkocht Arie Groenenberg zijn schoenmakerij aan Rook Heikoop, zie 1930-2003 – De winkel en schoenmakerij van Heikoop. Vervolgens vonden er 1931 ingrijpende wijzigingen plaats, in het leggerartikel omschreven als vereniging, splitsing, gedeeltelijke verbouw en gedeeltelijke nieuwbouw.
Het atelier van schoenmaker Groenenberg (middelste raam) werd onderdeel van de linker woning. Zo kreeg de familie Heikoop woonruimte en Rook Heikoop een atelier voor zijn werkzaamheden. In de woning rechts, vanaf de centrale voordeur kwam, naast woonruimte en een dakkapel, ook kantoorruimte voor het nieuwe postkantoor van Piershil.
Perceel A1263 (Kade 12, zie 1910 – Kade 12) werd woonhuis, postkantoor en tuin van de familie Groenenberg, met een oppervlakte van 1,70 are. De westelijke kant, perceel A1262 (Kade 14) werd het woonhuis met atelier en de tuin van de familie Heikoop, met een oppervlakte van 1,71 are.
Ten behoeve van toegang tot het atelier van Rook Heikoop werd daarna nog een extra deur in de voorgevel aangebracht.
Foto’s ‘Een extra deur in de gevel’ – 1931, 1932
Op deze foto van omstreeks 1931 zien we Kade 14 als woonhuis (links) en schoenmakerij (deur rechts). De volgende deur rechts is van Kade 12, dat pand is verbouwd vanwege de postkantoorfunctie.
De nieuwe situatie met vier toegangsdeuren in de gevel. Onder de witte dakgoot de twee voordeuren van Kade 12, en links drie raampartijen en twee voordeuren van Kade 14.
Omstreeks 1932, met vier toegangsdeuren in de gevel.
Foto ‘Zicht op het atelier en woonhuis’ – 1943
Op deze foto zien we het woonhuis en het atelier Heikoop. Rechts zien we de draden vanaf het postkantoor naar de telegraafpaal lopen. De meisjes op de slede zijn Annie Bakker (links) en Jannie Groenenberg (Ldr).
Foto ‘Hoog water’ – 1950
De drie kinderen staan bij de sluis, daar ziet men ook een stukje van de oprit naar de Sluisjesdijk. Hoewel het water hoog staat was er geen reden voor paniek. Het water staat niet eens tegen de huizen aan en ook de vloedborden zijn niet aangebracht. Na een flinke overstroming in 1916 werden alle deuren en sloppen aan de Molendijk en Sluisjesdijk voorzien van gleuven en vloedplanken. In tijd van nood konden de vloedplanken snel geplaatst worden. Zie ook 1955 – Het kunnen omgaan met hoog water.
Het pand Kade 14 raakte zwaar beschadigd tijdens de watersnoodramp van 1953 (zie 2015 – Herinneringen aan de Watersnoodramp) en moest compleet worden herbouwd.
Foto’s ‘Tijdens de nieuwbouw’ – 1955
Foto’s van de nieuwbouw, aan de achterzijde van het pand. De jongen op de steigers is Henk Heikoop, hij geeft de dakpannen aan aannemer Dirk van der Merwe. Links Kade 12 (Groenenberg) en Kade 8 (Bakker).
Henk Heikoop kijkt richting (de latere) ijsbaan, het dak rechts is van Kade 8 (Familie Bakker).
Foto’s ‘Opruimen voor de opening’ – 1955
Als laatste voor de opening moest de puinhoop voor de deur worden opgeruimd. Na de Watersnoodramp was hier een behoorlijke wildgroei ontstaan.
Van de gelegenheid werd gebruik gemaakt om het woonhuis met atelier uit te breiden met een schoenenwinkel. De bouw startte in 1954 en werd afgerond in 1955. De familie Heikoop woonde in die periode in het nabijgelegen ‘Schippershuis’, destijds familie-eigendom (zie ook 1600-1956 – Het Schippershuis). De entree werd een centrale voordeur, met links de schoenwinkel en rechts het atelier voor de reparaties. Wonen deed men net als voorheen achter en boven.
Foto ‘Heropening en een rood bordje’ – 1955
In latere jaren werd hier een atelier/galerij (zie 2003-2018 – De Zilveren Schoen) gevestigd, na het overlijden van Corrie Heikoop werd het familiebezit verkocht. Het pand werd compleet omgebouwd tot woonhuis, en het perceel (C5) aanzienlijk vergroot door de aankoop van grond.
Foto ‘Blik op Kade 12 en 14’ – 1994
Foto ‘Blik op Kade 12 en 14’ – 22 juni 2024
Deze foto is afkomstig uit deze serie: 2024 – Fotoserie Kade en haven