Na het overlijden van Adrie Franke in 1972 moest het familiebezit worden verkocht. Na een kort bezit van de familie Tak werd het land aan de Oudendijk verkocht aan de tuinders De Lange en De Raadt, het huis Kade 22 en alle opslagruimtes aan de Kade werden in 1973 verkocht aan een bedrijf, Van Lessen en Punt.
Dit bedrijf gebruikte het woonhuis als woonruimte voor werknemers, Dhr. Aling heeft daar als eerste gewoond namens het bedrijf. Aan de achterzijde liet men alle houten opstallen slopen, het nieuwe gebouw werd neergezet waar tegenwoordig de supermarkt is gevestigd. In de grote loods werden door dit oorspronkelijk nautische bedrijf masten voor de scheepvaart geproduceerd.
Foto’s ‘Woonhuis en pakhuis’ – 1979
Zowel het woonhuis, het pakhuis en de achterliggende opstallen werden gebruikt door het bedrijf.
Na een eerdere alarmering door raadslid F. Rozendaal in 1977 kwam het bedrijf in 1979 voor het eerst in opspraak. Het nautische bedrijf bleek met onvoldoende vergunningen te zijn getransformeerd tot opslagruimte van gevaarlijke stoffen. Van milieubeleid was destijds nauwelijks sprake. Zo werd enkele jaren eerder de huidige Piershilse ijsbaan volgestort met gif, afkomstig uit de Botlek. Met toestemming van het gemeentebestuur. Burgemeester Kolbach liet dan ook weten ‘zich geen ernstige zorgen over de situatie bij het bedrijf te maken’.
In 1981 ging het helemaal fout, het leidde tot kamervragen en het faillissement van het bedrijf. In het linker loodsje werden chemicaliën gemengd voor het schoonmaken van tankers. Dit is uitgelopen op een kleine milieuramp. Op een bepaald moment zijn de tanks gaan overlopen en zakte deze troep tot 17 meter diep in de grond. Zelfs in 2017 was men nog bezig met het saneren van de bodem, zie 2017 – Bodemsanering op de Kade
Knipsel ‘Bewoners Piershil ongerust’ – Vrije Volk 3 maart 1979
Liefst drie technische instanties heeft het gemeentebestuur van Piershil geraadpleegd voor de beoordeling van een hinderwetaanvrage van het chemische bedrijf Van Lessen en Punt. Na de vaste adviseur, ingenieursbureau J.G. de Roever te Vught, is op aanwijzen van de gemeenteraad de Technische Milieudienst Dordrecht (TMD) ingeschakeld en tenslotte op advies van burgemeester Kolbach ook nog de Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond (DCMR). Direkte oorzaak voor deze uitgebreide advisering is de verontrusting, die politici in het gemeentehuis van Piershil èn in het Provinciehuis in Den Haag uitgesproken hebben na klachten van bewoners. Gedeputeerde Staten Van Zuid-Holland hebben op vragen van het PvdA-Statenlid J. G. H. van Amerongen geantwoord, dat het Rotterdamse bedrijf in zijn vestiging te Piershil de hinderwet overtreedt. Bovendien echter: ,,Ons college heeft geen wettelijke bevoegdheden om iets aan de situatie bij het bedrijf te doen.”
Samenwerking
Het gemeentebestuur is de instantie/die over hinderwetzaken moet oordelen. Uit onderzoeken is, volgens GS, gebleken dat met name kleine gemeenten vaak een gebrek hebben aan technische “khow how” op het gebied van milieuwetgeving. Tevens dat bij veel gemeenten ’t milieubeleid er maar een beetje bij hangt. Voor kleine gemeenten achten GS het daarom raadzaam hiervoor samenwerking te zoeken met andere. In Piershil is het partikuliere ingenieursbureau De Roever vaste adviseur voor dergelijke zaken. Sinds 1976 is dat in gesprek met de direktie van Van Lessen en Punt over een hinderwetvergunning. Het van oorsprong nautische handelsbedrijf heeft in 1973 van BenW van Piershil een oprichtingsvergunning gekregen, maar is sindsdien uitgebreid en o.m. overgegaan tot het mengen van chemische stoffen.
Direkteur J. Punt Tak zegt: “Erg bijzonder is het allemaal niet. Er vinden geen chemische processen plaats. Piershil is onze opslagplaats. We zijn daarheen uitgeweken omdat we bij ons in de Rotterdamse binnenstad (Scheepstimmermanslaan) geen ruimte meer hadden.” Volgens het Statenlid Van Amerongen gaat het in Piershil om opslag in buitentanks van 10.000 liter terpentine, 2500 liter perchloorethyleen en 10.000 liter Shell-sol-K (een etsende stof). Binnen wordt volgens hem o.m. aceton, zwavel- en salpeterzuur, chloorbleekloog, benzine en duizenden spuitbussen opgeslagen. Beschermingsapparatuur en -gereedschap voor personeel zou ook ontbreken. Burgemeester Kolbach zegt zich geen ernstige zorgen te maken over de situatie in het bedrijf: “De technische rapporten van TMD en DCMR bevestigen wat wij al wisten.” Hij distantieert zich van de antwoorden, die GS aan Van Amerongen gegeven hebben. In mei zal de Piershilse gemeenteraad zich over de voorwaarden in de hinderwetvergunning uitspreken. Kolbach vindt het onjuist om voor die tijd van het bedrijf bouwkundige voorzieningen te verlangen.
Knipsel ‘Het explosieve bedrijf aan de Kade no. 22 in Piershil’ – juni 1977
Aan Kade nummer 20 in Piershil draait momenteel een bedrijf zonder de vereiste hinderwetvergunning. Het is het bedrijf Van Lessen & Punt, van oorsprong een zeepmengfabriek. Geruime tijd geleden stelde de gemeente een onderzoek in naar aankleding van alarmerende uitspraken van het VVD-raadslid F. Rozendaal. Onder leiding van de officier van brandpreventie van de brandweergemeenschap Lek en Merwede werd ontdekt dat de op de Kade opgeslagen vaten niet – zoals het opschrift vermeldde ,,teer” bevatte, maar zeer gevaarlijke en hoogst brandbare stoffen. Volgens de heer Rozendaal zou het bedrijf om deze redenen in Rotterdam geweigerd zijn. De gemeente laat de toestand oogluikend toe. Piershils gemeentesecretaris J.N. v.d. Ree legt uit hoe de zaak in elkaar zit: ,,Het bedrijf heeft, toen het begon, een hinderwetvergunning aangevraagd voor een zeepmengbedrijfje. Bij de fabricage van de producten waren namelijk nogal wat chemische stoffen nodig. Het bedrijf breidde meer en meer uit, totdat een van de raadsleden ons meldde dat het daar niet helemaal pluis zou zijn. Onder leiding van een brandpreventie-officier werd ter plaatse een onderzoek ingesteld. Daarbij werden inderdaad brandgevaarlijke stoffen ontdekt”, aldus de gemeentesecretaris. Op aanraden van de gemeentesecretaris heeft de directie van het bedrijf onmiddellijk een nieuwe hinderwetvergunning aangevraagd, die door de gemeente inmiddels is doorgestuurd naar een speciaal adviesbureau. Het bedrijf draait dus momenteel nog zonder de vereiste vergunning. De gemeente wil daar niet tegen optreden. ,,We willen die man z’n brood niet ontnemen. Bovendien, als we een proces-verbaal zouden laten opmaken, dan betaalt die man misschien 25 gulden boete. Dat heeft dus weinig zin. We zouden ook het bedrijf kunnen sluiten, maar dan zal de man zeker in beroep gaan bij de Kroon. Zo’n zaak kan twee jaar duren, hangende het onderzoek mag het bedrijf gewoon doordraaien”, legt de gemeentesecretaris uit. De heer Rozendaal ziet het toch wat anders. Er is is een hinderwetvergunning aangevraagd voor het opslaan van nautisch materiaal (kompassen e.d.). Maar het ligt volgens mij al vast dat er met die hal iets anders gaat gebeuren. Ik geloof het allemaal niet zo erg”, zegt hij. De woordvoerder van het bedrijf, W.A. Heikoop vertelt desgevraagd dat er inderdaad een hinderwetvergunning is aangevraagd. ,,Maar het valt best mee met die gevaarlijke stoffen”, voegt hij er aan toe. Ondanks de uitspraak van de brandpreventie-officier beweert de woordvoerder toch, dat de zaak overtrokken is. ,,Als je het goed gaat bekijken dan is een spuitbus met haarlak in een kapperszaak ook gevaarlijk”, meent Heikoop. Op de vraag of het bedrijf nu werkelijk zonder hinderwetvergunning draait zegt hij: ,,Nee, we hadden al lang een hinderwetvergunning”, een uitspraak waardoor het geheel in een onduidelijk en tegenstrijdig daglicht wordt geplaatst. Of de nieuwe hinderwetvergunning verleend wordt is nog een raadsel. Het speciale adviesbureau zal de gemeente ter zijner tijd daaromtrent inlichten. ook de arbeidsinspectie zal – zo is wettelijk vastgesteld – een onderzoek instellen. Maat het bedrijf gaat voorlopig door….zonder vergunning.
Het bedrijf trok zich niets aan van alle ophef, sterker nog, het organiseerde een Open Dag om een kijkje te komen nemen in de fabriek. Dat gebeurde zelfs ook nog op 9 oktober 1980. Niet lang daarna ging het dus helemaal mis en was een milieuramp in het dorp Piershil een feit.
Knipsel ‘Open Dag chemische fabriek’ – september 1978
Ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van de Koninklijke Nederlandse Chemische Vereniging en het 60-jarig jubileum van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie is zaterdag 7 oktober de fabriek van Van Lessen en Punt aan de Kade 20 in Piershil de hele dag toegankelijk voor het gewone publiek. De fabriek maakt reinigingsmiddelen voor de industrie, zoals bijvoorbeeld elektromotoren. Behalve in Piershil zullen ook op zestig andere plaatsen in Nederland laboratoria van universiteiten, keuringsdiensten van waren, chemische bedrijven etc. de gehele dag geopend zijn.