1979 – Disco krijgt er van langs

In juni 1979 organiseerde het XY-collectief, een groep beeldende kunstenaars, een tweedaags festival in Piershil. In de loods van de uienhandel Van Hal was het op vrijdag 29 juni tijd voor de discohaters.

Zie ook: 1979 – Poëzie met uiengeur

Artikel ‘Disco krijgt er van langs op Piershilse platteland’ – Het Vrije Volk 2 juli 1979

PIERSHIL – “Hitpereed, shitpereed, goed voor de troep, die Disco heet. HIT-SHIT, wij willen pop, waar de rock in zit. Hit-shit, wat kan ons de disco schelen, dat is voer voor “kommersjelen.” Uit honderden kelen klonk zaterdag dit festivallied tijdens de popdag “Dood aan de disco” in een schuur op het Piershilse’ platteland. Evenals vrijdag, het programma “Poëzie Buiten” werd het popfestival – met zo’n 400 bezoekers – een succes voor de organisatoren.”

In deze organisatiegroep zitten allerlei mensen uit de Hoeksewaard zoals artsen, huisvrouwen, welzijnswerkers en onderwijzers, die op geheel vrijwillige basis de cultuur willen bevorderen. Het XY-collectief, een groep beeldende kunstenaars uit de streek, zorgde voor de aankleding van (het was dit jaar ‘de vierde keer) “Poëzie Buiten Plus.” Die “plus” stond deze keer dan voor de vele popgroepen die zaterdag te horen waren: “B.V.”, Itch, de Westborn Groveband, Woodwind, Sofia, mr. Sneaker (allemaal uit de; Hoeksewaard) en Oases (Rotterdam). Daarnaast waren er nog optredens van een Indiase groep, “Jamahuddon-Baratya”, Jean Réssicaud met liefdesliedjes, de theatergroep “Gajes” uit Leiden en een “muziekproject” met pop en rockmuziek uit de begin 60-er en eind 70-er jaren. Het geheel had de bedoeling om de disco-muziek van nu “de dood in te jagen”, omdat die, volgens de deelnemende popgroepen, voor een “verschrikkelijke vervlakking” zorgt. Televisiebeelden van disco-muzikanten met schaars geklede heupwiegende jonge vrouwen en gekke filmpjes op de achtergrond, vinden de pop- en rockfans met name uit den boze. “Dat heeft niets meer met muziek te maken”, zo merkte één van de leden van de Westborn Groveband op. Het anti-discolied, van Lodewijk Ouwens en Herman Lammers viel dan ook duidelijk in de smaak bij het overigens niet al te jonge poppubliek (gemiddelde leeftijd 20-30 jaar). Tussen de bedrijven door, zowel in als buiten de landbouwschuur, was het lied herhaaldelijk te horen: Jan Ruis en Tom Bron zorgden voor een goede algehele presentatie. Veel succes boekte ook de theatergroep „Gajes.” Zij brengt toneel, in middeleeuwse kostuums, vanaf een boerenwagen, zonder gebruik van microfoons of andere technische hulpinstallaties, „want,” zo zeiden de Gajes-spelers, „die hadden ze vroeger ook niet.” Van het oude liedje „De boer had maar éné schoen”, maakten de Leidenaars een discoversie, alleen om te laten zien dat de muziek van vroeger nu in de discowereld wordt gebruikt. Gajes had een uitgesproken mening over de disco: „Die bestond vroeger niet en daarom zal ze ook niet lang blijven bestaan!” In de landbouwschuur prijkten de handafdrukken met foto en een tekstje van de elf burgervaders in de Hoeksewaard. Zij waren daardoor symbolisch bij het festival betrokken en met hun handafdruk gaven zij te kennen achter de culturele manifestatie te staan. Zaterdag en zondag lieten de organisatoren van Poëzie Buiten Plus nog tientallen ballonnen de lucht in gaan met bloemetjes en doeken waarop het gironummer (J. Buwalda, 4003402, Numansdorp) stond vermeld. De „gelukkige vinders” werden opgeroepen Poëzie Buiten te steunen, omdat de groep het jaarlijkse festijn met erg weinig subsidie moet financieren. De organisatoren verwachten deze keer net „quitte” te spelen. Het „Dood aan de disco”-feest dat ’s middags om drie uur was begonnen moest van de politie half één ’s nachts worden gestopt. Was het niet voor de „de sterke arm” dan waren de Hoeksewaarders zeker tot in de ochtenduren doorgegaan. De plattelandse sfeer, midden in de weilanden was zeker voor de aanwezige stadsmensen een waar genot. Eén zei: „Ik zou zo mijn flatje willen ruilen voor een knus boerderijtje tussen de landelijke akkers.” Een bejaarde Rotterdammer, die toevallig op het popfestival terecht was gekomen, vroeg om twaalf uur ‘s-avonds aan één van de organisatoren of hij even zijn vrouw mocht bellen. Door de telefoon zei hij: “Vrouwlief, ik kan vannacht niet meer naar huis, ik blijf hier wel ergens in een hooiberg pitten. Maar morgenochtend ben ik er om met je naar de kerk te gaan!”

Updated: januari 8, 2025 — 2:08 pm

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.