In januari 1983 werd de waterkwaliteit in de Hoeksche Waard gemeten. Er werd geconcludeerd dat het niveau redelijk was. Piershil kwam bij de gekozen meetpunten als beste uit de bus. En dat terwijl in 1972 nog werd gezocht naar oplossingen voor de afvoer van het vervuilde water.
Knipsel ‘Waterkwaliteit op redelijk niveau’ – 15 januari 1983
Resultaten van 36 meetpunten in de Hoeksche
De kwaliteit van het water in de Binnenbedijkte Maas, Boezemvliet en het polder- en boezemwater in de Hoeksche Waard handhaaft zich op een redelijk niveau. Dit is de conclusie in een onlangs verschenen verslag van de afdeling milieu van de provinciale waterstaat over de kwaliteit van het water in Zuid-Holland in 1980.
In het ruim 200 bladzijden tellende rapport wordt melding gemaakt van de resultaten van proefnemingen met watermonsters afkomstig van de 1300 meetpunten in de provincie. In deze streek zijn er 36 van dit soort meetpunten, waar vier tot twaalf keer per jaar een monster wordt genomen. Met de watermonsters wordt een bacteriologisch onderzoek verricht. Op grond van dit onderzoek wordt het water ingedeeld in een kwaliteitsklasse. Provinciale waterstaat hanteert zes klassen, die zich onderscheiden door verschillen in biologische structuur, zuurstofhuishouding, rijkdom of armoede in soorten leven en of er al dan niet evenwicht bestaat tussen de opbouw en de afbraak van verontreinigingen in het water. Voor bijna alle meetpunten in de Hoeksche Waard geldt, dat het water één of twee klassen lager zit dan de voor dat punt gewenste klasse. In de meeste gevallen is dat klasse drie, waarin sprake is van een bijna bereikt evenwicht tussen de afbraak- en opbouwprocessen in het water. Het is rijk aan soorten organismen en bezit een groot aantal individuen van deze soorten. Water dat in klasse drie wordt ingedeeld heeft overdag een hoog zuurstofgehalte, maar ’s nachts ligt het laag. Van de meetpunten in de Hoeksche Waard bereikt alleen Piershils haven deze klasse. Zes andere meetpunten komen in 1980 in een betere klasse dan in 1979. Het gaat hier onder meer om punten in Oud- en Zuid-Beijerland, Strijen en ’’s-Gravendeel. De afdeling milieu van provinciale waterstaat noemt de kwaliteit van het water in de Hoeksche Waard over het algemeen niet optimaal door de slechte zuurstoftoestand, hoewel op geen der proefpunten gesproken kan worden van sterke verontreiniging. Het enige meetpunt dat in klasse zes moest worden ingedeeld is dat in de polder ten westen van de Nieuw-Bonaventuurseweg in ‘s-Gravendeel. In dit water ontbreekt het opbouwproces. Het heeft weliswaar veel leven (individuenrijk), maar dan van weinig verschillende soorten (soortenarm). Het water is zowel ’s nachts als overdag zuurstofloos. Provinciale staten is door GS gevraagd eventuele vragen naar aanleiding van het rapport voor 1 maart schriftelijk in te dienen.
Bij de onderstaande foto: Het water in de haven van Piershil voldoet als enig proefpunt in de Hoeksche Waard aan de normen. Over de kwaliteit van het is zijn de schaatsers overigens minder tevreden.
Knipsel ‘Piershil zit men zijn vuile water’ – 17 maart 1972
De gemeente Piershil zit duidelijk met het probleem van de afvoer van zijn rioolwater, zo bleek woensdagavond tijdens de behandeling van de gemeentebegroting voor 1972. ,,Het is de zaak die de meeste aandacht verdient. De hele zaak van vuil waterafvoer moet eigenlijk nog in 1972 van de grond komen, want dit is niet een kwestie die we kunnen laten liggen”, zo verzekerde burgemeester P.G. Vries de raad, nadat enkele raadsleden ook al de moeilijke situatie hadden gewezen. De gemeente Piershil dreigt in moeilijkheden te komen nu het polderbestuur heeft laten weten dat het rioolwater niet langer geloosd kan worden op de watergangen van de polder. Ernstige verontreiniging van het water is daarvan namelijk het gevolg geweest. Hierdoor zijn – met name in de warme zomermaanden – al diverse malen klachten over stankoverlast ontstaan, met name van de bewoners van de woningen die dichtbij de dwars door het dorp stromende watering zijn gelegen. De gemeente onderzoekt momenteel de mogelijkheden om het rioolwater via persleidingen naar elders te transporteren. ,,De hele rioolwaterafvoer, en ook de zuivering van het water, is momenteel een zaak die regionaal wordt bekeken. Mocht het zo zijn dat we niet als Hoeksche Waard tot de uitvoering van één gecombineerd plan kunnen komen, dan moeten toch zeker de gemeenten Piershil en Goudswaard samenwerken”, oordeelde burgemeester Vries.
Hij weer er daarbij op dat het Rijk in geen geval lozing van het afvalwater op het Spul zal toestaan, omdat het water van deze rivier een recreatieve bestemming heeft gekregen. Rest dus alleen afvoer naar het Haringvliet, of naar de Oude Maas; een afvoer waarvoor een dure persleiding noodzakelijk zal zijn om het rioolwater te zuiveren, alvorens het op de rivier te lozen. ,,Aan zo’n zuivering is niet te ontkomen”, oordeelde in de Piershilse raad het prot.chr. raadslid A. Kersten al.
De begroting voor 1972 (sluitend, met een post van f 17.000,- onvoorzien) leverde overigens nauwelijks problemen op bij de raad, die wel heel lang over allerlei kleine onderdelen praatte maar tegen geen enkele post overwegende bezwaren had, al wensten de prot. chr. raadsleden A. Kersten en P. Kranenburg geacht te worden te hebben gestemd tegen de subsidie van f 1,- per inwoner (f 1140,- ) voor het streekcentrum De Beukenhof te Mijnsheerenland. Verder brachten enkele raadsleden nog bezwaren in tegen de post van bijna f 2500,- voor de streekmuziekschool, een post die overigens niet van de begroting kon worden afgevoerd omdat de gemeente krachtens de aangegane gemeenschappelijke regeling tot deze bijdrage verplicht is, Desondanks noemde het v.v.d.-raadslid F. Rozendaal deze bijdrage een ,,zware” en ook een ,,heel nare” zaak, omdat, ondanks een toename van het aantal leerlingen van 5 naar 17 dan nog altijd zo’n f 140,- per leerling door de gemeente voor het muziekonderricht zou moeten worden bijgedragen. Vandaar dat dit raadslid zelfs voorstelde om zo gauw mogelijk uit de muziekschool te treden; iets wat burgemeester Vries de raad ten sterkte ontraadde. De heer Rozendaal kreeg dan ook van geen der raadsleden steun, al kon het raadslid Kersten zich wel gedeeltelijk achter hem scharen. ,,Het loopt uit de hand met die muziekschool, ik heb er nog geen successen van kunnen constateren, maar wil het desondanks nog één jaar proberen”, stelde hij.
Bij onderstaand foto:
De Piershilse haven wordt niet meer opgeknapt, zo werd woensdagavond in de raad duidelijk gesteld. ,,We doen er niets meer aan”, liet burgemeester P. G, Vries weten. Er gebeurt niets meer aan de haven omdat op de achtergrond de ruilverkaveling meespeelt. Gedeeltelijke demping van de Piershilse haven behoort zelfs tot de mogelijkheden.