Een bijzondere verschijning in de Piershilse haven was jarenlang de mol. Al in de zestiende eeuw was dit vaartuig in deze omgeving in gebruik. Het oorspronkelijke exemplaar was was grenenhout maar deze werd vervangen door een schuit van ijzer. Een mol is een schuit met platte bodem, van achteren breed en met een stompe punt aan de voorzijde. In ondiep water kan er grond en modder mee worden losgewoeld. Over de gehele breedte van het schip was een rondsel aanwezig dat kon worden rondgedraaid d.m.v. een staak. Deze staak werd vergrendeld in vierkante gaten. Door middel van het rondsel kon een grote “hark” aan kabels worden neergelaten en opgehaald; met die hark werd dan de bodem van de haven schoon geschraapt. Links en rechts van de hark bevonden zich twee “vleugels”, die werden uitgeklapt en met een ketting aan de boorden vastgezet. Met deze vleugels werden de riet- en grasoevers van de haven schoongeveegd.
Foto ‘Aai Groenenberg op de mol’
Op deze foto zien we schipper Aai Groenenberg (die o.a. ook havenmeester, sluiswachter, postbode en postkantoorhouder was) op de de mol in Piershil. Links op de achtergrond ziet u de achterzijde van de woningen aan de Sluisjesdijk. Opmerkelijk is de bijna aaneengesloten beplanting met schietwilgen, dit ter versteviging van de oeverwal langs het binnenspui. Aan het einde van de bomenrij zijn twee grote huizen te zien: het bedrijfspand en het woonhuis van de familie Bosman. De dijkhuisjes rechts daarvan stonden aan de overzijde van de Sluisjesdijk en zijn later gesloopt t.b.v. de rondweg “Buitenom”. De heer Groenenberg zit op een rondsel dat over de hele breedte van het schip aanwezig was, en kon worden rondgedraaid d.m.v. een staak die in een van de aangebrachte vierkante gaten kon worden gestoken; twee ervan zijn zichtbaar bij zijn benen.
Foto ‘De molhaven’
Om de mol met neergelaten hark en uitstaande vleugels door de haven te bewegen was veel kracht nodig. En die werd verkregen door bij laag tij (eb) de sluis tussen binnenspui en haven open te zetten. Het binnenspui liep dan met veel geweld leeg en de enorme watermassa perste de mol de haven uit, alle ongewenste begroeiing en vuil van bodem en oevers meevoerend naar het Spui (voor de oudere Piershillenaars, het Buitenspui). Bij opkomend tij (vloed) werd de mol met opgehaalde hark en ingeklapte vleugels door de schipper weer naar binnen gevaren en geparkeerd in de molhaven. Dit haventje stond dwars op de Kade, ongeveer ter hoogte van de tegenwoordige supermarkt Spar (anno 2000), en is gedempt in 1929 i.v.m. toenemende activiteit op de Kade. Een “uitholling overdwars” heeft nog jaren lang die plek gemarkeerd. Na het verdwijnen van de molhaven heeft de mol overigens nog lang dienst gedaan. Zij lag achter aan de Kade gemeerd, en ook wel in de uitmonding van een watergang door de Aanwaspolder, die vanaf de Molendijk (ter hoogte van hoeve Bouwlust) in westelijke richting liep, en via een duiker in de haven uitkwam. Ook in Goudswaard werd deze mol regelmatig afgemeerd. Met het afsluiten van de haven verdween ook de mol voorgoed uit het dorpsbeeld. Talloze kinderen zijn er op en af gesprongen terwijl hij in de molhaven lag. Uiteraard was dit verboden, vanwege het gevaar tussen wal en schip te geraken.