1307- Geloofsgemeenschap in Piershil

Als geloofsgemeenschap werd de kerk van Piershil al in 1307 door Nicolaas van Putten gesticht. Hij voorzag de kerk van een deken, een vicaris en tien kanunniken (koorheren). Doordat Piershil later weer in de golven verdween zijn hiervan geen restanten te vinden. Na de bedijking in 1525 is er weer een kerk gebouwd. Al op een kaart uit 1555 zou de kerk te zien zijn en in enkele publicaties wordt zelfs gesproken over 1537 als bouwjaar van de kerk. Deze nieuwe kerk was oorspronkelijk een Rooms-katholieke kerk, pas rond 1572 kreeg de kerk een protestants karakter.

Afbeelding ‘Uitsnede kaart’ – 1596

Deze uitsnede is afkomstig uit deze kaart: 1596 – Kaart van de gorzen

We zien de huizen op de Kade en langs de Molendijk en uiteraard in de Voorstraat. Ook zichtbaar zijn de kerk en het Hof van Piershil (bovenaan).

Dit moment valt waarschijnlijk samen met de Allerheiligenvloed van 1570, want uit gegevens (de visitatie van augustus-september 1571) blijkt dat Piershil toen geen priester of pastoor meer had. Voor die tijd wel, zoals in 1566 en 1567 in oude documenten staat opgetekend. Het zou zo maar kunnen zijn dat Piershil door die vloed zwaar getroffen is en dat de kerk grote schade heeft opgelopen. Het is in ieder geval opvallend dat een pastoor of priester sinds die watersnood hier niet meer aanwezig was.

In een oud-geschrift uit 1567 staat te lezen:

“Melrijck Joesse pastoir vanwege de kercke van Piershil, dese viii Junuij anno xv C LXVII, het huis stond bij t kerckerooster van Piershil en staat op naam van Cooman Maerte Cornelisse”.

In een document uit 1566 wordt gesproken over ‘de hoochmisse’, te Piershil gehouden op 3-11-1566. Er wordt in dat document gesproken over de kerck, het kerckhof en het kerckerooster. Ook de pastoor wordt diverse malen genoemd, zijn naam was Hemelrijck Jansse (Melrijck Joesse?).

Tijdens de totale afbraak van het kerkgebouw in 1968 (zie 1968 – Restauratie wordt renovatie) kwamen ook de oude funderingen bloot. Daaruit bleek dat de muur op het oosten bestond uit een recht middenstuk en schuine zijstukken, die gelijk aan het middenstuk waren. Niet ver van die muur was een fundering, waarschijnlijk van een altaar.

Updated: juni 27, 2024 — 3:53 pm
  1. voor de renovatie lagen op diverse plaatsen graven van adelijke of rijke mensen op diverse plaatsen in de kerk (vandaar het gezegde rijke stinkers ? )deze grafstenen waren voorzien van diverse beeldhouwwerken en werden beschadigd met de beeldenstorm.deze stenen zijn met de renovatie bij elkaar gelegd.

  2. Dag henk, kan deze informatie nergens terugvinden. Uit welke publicatie komen deze gegevens?

    1. Deze notities zijn afkomstig uit de notities van Juffr. ’t Hart, een bron ontbreekt helaas.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.