In de krant van 17 oktober 1955 verscheen een artikel over de staat van de kerk in Piershil. Het artikel in de Rotterdammer liet er geen twijfel over bestaan, er moest iets gebeuren. Toch zou het nog bijna 15 jaar duren voordat er verandering kwam in de situatie.
Knipsel ‘Eeuwenoude kerk in verval’ – De Rotterdammer 17 oktober 1955
Ned. Herv. Gemeente te Piershil denkt nog niet aan nieuwbouw
Toren (in onderhoud bij gemeente) behoeft dringend ingrijpende restauratie
Ach ja, dat kerkje staat er nu al ruim vierhonderd jaar en het kan nog wel honderd jaar mee. Piershil is een kleine gemeente en het is geen kleinigheid een ton voor de bouw van een nieuwe kerk bijeen te brengen en ik wil ook de gemeente niet in de schuld zetten. Daarbij komt dan nog, dat men hier van geslacht op geslacht naar deze kerk gaat en men niet graag zou zien, dat dit kerkje onder de slopershamer viel. Restauratie is niet mogelijk, omdat dan een verbouwing zou moeten plaats hebben, die gelijk staat met nieuwbouw. Met deze woorden beantwoordde ds. W. Okken, predikant van de Ned. Herv. Gemeente te Piershil, onze vraag of er plannen bestaan voor een nieuwe Ned. Herv. kerk. De oude kerk, die aan de Voorstraat staat, verkeert, althans het exterieur en de toren, in een bouwvallige toestand. Het interieur van de kerk is ongetwijfeld één van de mooiste in de Hoeksche Waard en is een belangrijke reden, dat de Herv. gemeente er tegen opziet – ook al zou het geld er zijn – deze kerk te slopen en een nieuwe te bouwen.
Omtrent het jaar van de bouw van de Herv. kerk te Piershil bestaat geen zekerheid, maar algemeen wordt aangenomen, dat deze omstreeks 1550 moet hebben plaatsgehad. In ieder geval na het jaar 1524, toen het eilandje, waarop Piershil was gelegen, werd ingepolderd. De naam Piershil, dat hoogte betekent, en enkele andere thans nog bestaande namen, zoals het Claesgat, herinneren er nog aan, dat dit dorpje eens een eiland was. Samen met het land van Corendijck behoorde Piershil tot het land van Putten. Het was een Heerlijkheid, eigendom van Ambachtsheren.
Piershil was één van de eerste dorpen in de Hoekse Waard, dat een kerk bouwde. Uit de verre omtrek ging men Zondags hier ter kerke, ook uit Oud-Beijerland, dat nog een eiland was. In de loop der eeuwen heeft de kerk vanzelfsprekend enkele ingrijpende verbouwingen ondergaan. Zij heeft niet altijd de vorm gehad, die wij nu kennen. In het jaar 1642 werd in Noordelijke richting een zijbeuk aangebouwd.
Kostbare restauratie
Waarschijnlijk ter gelegenheid van deze verbouwing schonken enkele Ambachtsheren de Kerk een kostbare inventaris, die thans nog aanwezig is, o.a. een fraai gebeeldhouwde preekstoel en statiebank voor de Schout en de zeven Schepenen, een doophek en een Avondmaalstel. Boven en terzijde van de regeringsbank hangen twee antieke rouwborden ter ere en ter nagedachtenis van de overleden Ambachtsheer Hendrik Gevers en diens echtgenote. Midden boven de bank is een groot bord aangebracht, waarop in 1746 de toenmalige schoolmeester Willem van der Hoek in sierlijke letters de Wet der Tien Geboden heeft geschreven.
Aan de wanden van de zijbeuk hangen twee rouwborden ter ere van de Ambachtsheer Pieter Meerman en Vrouwe Meerman. “De toren van de kerk dateert waarschijnlijk ook uit het jaar 1642. Een bewijs moge zijn de inscriptie in één van de twee klokken in de toren, waarin het jaartal 1642 voorkomt en dat luidt:
P I E R S H I L W O U W K L O K G E S L A C H
T W A S N O O D I C H W E L V E R V O O R E N
M A N R I Q U E G R O O T M I J N E E R
V E R G U N D E M I J H A A R T O O R E N
C O R N E L I S O U D E R O G G E F E C I T E N
D . I . O . R O T T E R D A M 1 6 4 2
In bovenstaand gedichtje is Vervooren de naam van de predikant, die toen in Piershil stond. Manrique Groot was de Ambachtsheer en Cornelis Ouderogge de klokkengieter.
Toren verwaarloosd
In de achttiende en de negentiende eeuw is de kerk in verval geraakt. Door verlaging van het waterpeil is de toren gaan hellen en heeft deze het schip van de kerk meegetrokken, Thans wekt het exterieur een verwaarloosde indruk. De toren is er het ergste aan toe. Twee steunberen houden de toren staande, maar als niet spoedig wordt ingegrepen, is gevaar voor instorten niet denkbeeldig. De toren is in onderhoud bij de gemeente en het gemeentebestuur dient spoedig stappen te doen om de toren op te knappen, Plannen tot restauratie bestaan wel, maar het is de vraag, wanneer deze tot uitvoer worden gebracht……!!
De Kerkvoogdij van de Ned. Herv. Kerk heeft reeds in 1940 aan Monumentenzorg verzocht, een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheid van restauratie van de kerk. In de oorlogsjaren geraakte deze zaak in beslommering. In 1952 stelde Monumentenzorg wederom een onderzoek in en de uitslag was, dat restauratie niet meer mogelijk was. De fundering van de kerk bleek dermate slecht te zijn, dat het zonde van het geld was. Begin 1953 kreeg de kerkvoogdij van de regering een vergunning de kerk te slopen, mits de inventaris naar de nieuwe kerk zou worden overgebracht. Maar, behalve deze vergunning is er ook geld nodig. En daar ontbreekt het aan. Wel bestaat er een bouwfonds en worden van tijd tot tijd oliebollendagen georganiseerd, waarvan de opbrengst voor de bouw van een nieuwe kerk is bestemd. De kosten, die met nieuwbouw gepaard gaan, bedragen echter ongeveer een ton en het bedrag, dat tot nu toe in kas is, is, vergeleken met het benodigde, maar een kleinigheid. Het kan dus nog wel een jaar of vijftig duren, voordat men plannen voor de bouw van een nieuwe kerk kan maken.
Wij vragen ons echter af of het kerkgebouw nog zo lang stand kan houden. Wel is waar wordt het noodzakelijkste onderhoud verricht. Het dak wordt van tijd tot tijd van nieuwe pannen voorzien, maar tegen het hellen van de steunberen van de kerk en de scheefgetrokken vensters richt men niet veel uit. Nog eens weer: Een grondige restauratie van de toren is noodzakelijk , omdat, als de toren blijft hellen, deze de kerk zal meetrekken en het gevaar van instorten belangrijk wordt vergroot.
Bij de foto van het kerkgebouw: De toren van de Ned. Herv. Kerk te Piershil is verwaarloosd. Stenen zijn uit de muur gebrokkeld en de leibedekking van de spits is ook niet meer, zoals die behoort te zijn. Op de foto ziet u nog net één van de steunberen, die dringend moet worden vernieuwd.
Persfoto’s ‘Binnen in de kerk’ – 1955
Deze twee persfoto’s werden gemaakt voor bovenstaand artikel. De onderste foto haalde de krant, met dit bijschrift: Het interieur van de kerk is heel mooi. Het rouwbord, dat aan de zijwand hangt, is ter ere van de Ambachtsheer Pieter Meerman.