Dit artikel verscheen in de krant in 1975 (rondom de viering 450 jaar Piershil) en had betrekking op een transactie uit 1795. De manufacturenhandel was gevestigd aan de Molendijk van Piershil.
Knipsel ‘Rekensommetje’
Gegevens uit een aantekeningenboekje, dat aldus begint: ,,Dit boek hoort aan Dirick Linders woonende aan ’t Swartsluijsie onder den hitsert en winters in ’t Lant van Luijck tot Kleijnen Breugel. Die dit vint geeft het wederom aan mijn. Ik uw Lieden consenteeren voor de vonst. Actum Kleijnen Breugel, den 28 mart 1795”.
Als bijzonderheid kan worden opgemerkt dat Linders een manufacturenhandel dreef aan de Molendijk. Nog steeds is in hetzelfde pand een dergelijke zaak gevestigd. Tegenwoordig kan men bij de firma Gebroeders Hoepel terecht.
Hieronder volgt nog een aantal specificaties van rekeningen, die Dirick Linders in 1795 uitschreef. Controleert u de optelling ? Dan rekening houden met het muntenstelsel. Men rekende in guldens, stuivers en penningen.
De weduwe Munsters.
Komt u er niet uit ? Geen wonder, want met ons hedendaags rekenkundige stelsel kan dat ook niet. Maar vroeger was een gulden 20 stuivers waard. De stuiver echter bleek 16 penningen waard te zijn.
