De eerste bestrating langs de huizen op de Molendijk bestond uit keistenen, de zogenaamde kinderhoofdjes. Aan beide kanten daarvan was een straatje met gele steentjes, met een goot voor de afwatering. De oudste huizen zijn gebouwd aan de buitenzijde van de dijk. Deze westzijde was minder steil dan de binnenkant van de dijk waarop dan ook nauwelijks werd gebouwd. Op 13 en 14 januari 1916 voltrok er in Nederland een watersnood rond de Zuiderzee. Een stormvloed viel samen met een hoge afvoer op de rivieren. Als gevolg braken op tientallen plaatsen de dijken en was daarnaast op veel plaatsen sprake van schade aan binnenbeloop en bekleding van de dijken. Hoewel de schade in Noord-Holland het grootst was overstroomden ook gebieden in Zuid-Holland. Te Piershil overstroomde de Noordpolder (Aanwas) waarna de Molendijk werd opgehoogd. Tegen de huizen werd een waterkering aangebracht met vloedborden voor de deuren en sloppen. Door het ophogen van de dijk kwamen veel ramen vlak boven de straat te liggen.
De Molendijk – 14 april 2007
Molendijk Piershil 1948 (gezien vanaf de Oudendijk)
In 1937 werd de dijk nog verder opgehoogd en werd de bestrating vernieuwd. Dat bleef zo tot 1959 toen de huizen aan de oostzijde werden gesloopt. Dit was ook nodig vanwege het toenemende verkeer op de dijk. Onderaan de dijk ontstond een voetpad (naar van der Linde) en later ook een straat (Beatrixstraat) terwijl tegen de dijk een grasmat werd aangebracht.