Aan de notulen, financiële verslagen en jaarvergaderingen is nauwelijks te merken dat in 1940 de Tweede Oorlog uitbrak. Zoals op zoveel plaatsen in Nederland ging het leven gewoon door. Slechts enkele maatregelen van de bezetter zorgden voor veranderingen binnen de ijsclub. Zo moesten wedstrijden en festiviteiten 48 uur van te voren worden aangekondigd bij de burgemeester en moest jaarlijks toestemming worden gevraagd voor het houden van de jaarvergadering voor de leden van de ijsclub, bij de Procureur Generaal direct Politie te ‘s-Gravenhage.
Uit de Notulen ‘Ledenvergadering ijsclub in zaal ‘Hart – Café in de Voorstraat’
9 december 1940, een aanwezigheid van 74 leden.
26 november 1941, een aanwezigheid van 62 leden.
22 december 1942, een aanwezigheid van 46 leden.
13 december 1943, een aanwezigheid van 46 leden.
Er kwam ook een schrijven binnen van de ‘Commissaris voor niet commerciële Verengingen en Stichtingen’, op alle correspondentie moest voortaan het toegewezen nummer van de Piershilse IJsclub worden vermeld: 414088.
Alle activiteiten op de ijsbaan gingen gewoon verder en er werden ook wedstrijden georganiseerd. In die jaren werd ook regelmatig iemand uitgenodigd voor het geven van een demonstatie. In de boeken van de ijsclub is te zien dat in 1940 L. Keulman werd betaald, en in 1941 L. Keulemans. Het gaat hier in beide gevallen om Lenny Keulman uit Schiedam die staaltjes liet zien van het kunstrijden. Er was nog een dame die deed, Sonja Keulmans, vandaar de verwarring van namen. In de notulen van 1941 wordt gesproken om Lenny weer uit te nodigen, omdat ze het vorig jaar zo goed deed. Haar vergoeding uit 1940, 10 gulden, kon in 1941 niet meer worden betaald, voor 1 gulden en 5 cent vertoonde ze haar kunsten.
Foto ‘Lenny Keulman op het Piershilsche Gat’ – 1941
Documenten ‘Vergoeding voor L. Keulman’ – 1940 en 1941
Na 1943 veranderde alles, de oorlog ging aan niets en niemand meer ongemerkt voorbij. In februari 1944 werd Piershil onder water gezet (geïnundeerd) door de bezetter en werden de bewoners geëvacueerd. Op 29 november 1945 kwam het bestuur voor het eerst weer bijeen, op 7 december 1945 werd de eerste naoorlogse algemene vergadering gehouden.