1944 – De drie tankvallen van Piershil

In februari 1944 werd Piershil onder water gezet, zoals vele gebieden in de nabijheid. Deze zogenaamde inundatie werd uitgevoerd door de Duitsers om, bij een eventuele invasie van de geallieerden, het gebied ontoegankelijk te maken voor oprukkende vijandelijke troepen. Echter, doordat de dijken droog bleven konden deze nog gewoon worden gebruikt door tanks, vrachtwagens en voor het verplaatsen van materieel. Om dit te voorkomen werden in opdracht van de Duitsers brede sleuven gegraven, dwars door de dijken. Het idee was dat de vijand daardoor dit gebied niet kon gebruiken voor een opmars met materieel. Een tank bijvoorbeeld zou voorover vallen en geen kant meer op kunnen. In Piershil werden drie van deze tankvallen gegraven, van ongeveer zes meter breed. Er was er één op de Sluisjesdijk, nabij het huidige woonhuis nummer 33. Vlak bij elkaar aan de Oudendijk, net na het verlaten van de Molendijk, lager er twee. Door de gaten in de dijken stroomde het water in de geïnundeerde polders heen en weer.

Militaire luchtfoto Piershil – 13 september 1944

13 september 1944, Piershil staat onder water. Op deze luchtfoto, gemaakt door de geallieerden, zijn de drie tankvallen duidelijk te zien.

Uitsnede ‘Twee tankvallen Oudendijk Piershil’

Uitsnede ‘Tankval Sluisjesdijk Piershil’

Ongeveer 10 meter voorbij het huidige pand Sluisjesdijk 33 bevond zich de tankval.

Over het smalle glibberige paadje

Juffrouw Marie ’t Hart hield tijdens de inundatie een illegale school draaiende in Piershil. Vanuit Nieuw-Beijerland, waarheen zij geëvacueerd was, liep ze naar school, langs de tankvallen. Ze schreef hierover in haar geschiedschrijving: ,,Twee kinderen uit de Oosthoek, Teun en Cockie Vos stonden iedere morgen bij het “Blinde Huisje” (hoek Oudendijk-Oosthoek) te wachten om met mij mee te lopen naar school. Dat was erg gezellig, want veel drukte was er niet op de weg. Het kon gebeuren dat we niemand tegenkwamen, hoogstens iemand op de fiets. Auto’s waren er niet en wagens konden er niet heen vanwege twee tankvallen. Bij die tankvallen was het voor ons ook uitkijken, vooral met regenachtig weer. Om die tankvallen te passeren moesten we van de dijk af en onder bij de sloot, die nu een voortzetting van de geïnundeerde polder was, voorzichtig achter elkaar over het smalle glibberige paadje lopen en vervolgens weer tegen de dijk op. Op het eind van de oorlog werd over die tankvallen een brug gelegd, wat voor ons wel zo gemakkelijk was.

Foto ‘Een glibberig paadje’

Houten bruggen over de twee tankvallen aan de Oudendijk

De houten bruggen waarover Juffrouw ’t Hart sprak werden bij de bevrijding dankbaar gebruikt door de Canadezen. Ze waren maar kort in Piershil, want dankzij die bruggen konden ze eenvoudig doorrijden met hun tanks. Op 2 januari 2012 sprak ik (Henk van den Heuvel) met Tinus Rozendaal, woonachtig op het adres Voorstraat 45 te Piershil. Het gesprek ging over zijn herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog, en ook deze bruggen kwamen daarbij aan de orde. Tinus zei daarover: ,,Vlak na de bevrijding kwamen de Canadezen in Piershil met tanks over de dijk. Ze kwamen vanaf Oud-Beijerland, om te kijken of er nog Duitsers zaten in deze omgeving. Bij de tankval op de Sluisjesdijk kwamen ze niet. En over de twee tankvallen bij de Piershilse Oudendijk hadden de Duitsers zelf een brug aangelegd. Ik weet het nog goed. Ik ging regelmatig met 3 paarden voor de kar bieten ophalen. De brug was gemaakt van hout, steunde nergens op en was niet erg breed. Twee paarden en de kar ging prima, ik moest dus telkens op dat punt een paard uitspannen. De Duitsers hadden de tankvallen aangelegd om de doorgang hier te bemoeilijken. Maar toen ze moesten terugtrekken in 1944 hadden ze hier zelf last van. Ze kwamen vanaf Numansdorp, via de Oudendijk (Goudswaard) en Goudswaard over Piershil. Ze hadden een brug nodig om verdere aftocht richting Oud-Beijerland en Rotterdam mogelijk te maken. De laatste Duitsers die passeerden lieten de brug gewoon liggen”.

Wie een kuil graaft voor een ander…

Truus van der Hoeven (6-9-1932 – 11-02-2019) uit Piershil liet in maart 2017 deze herinneringen aan de oorlog optekenen in de Piershilse Krant (zie 2017 – Piershilse Krant maart).

,,Onder andere via de website zijn veel Piershillenaars ervan op de hoogte dat er in de oorlog in de Oudendijk twee tankvallen waren, gemarkeerd door doorgezaagde bomen. Minder bekend is dat er ook in de Sluisjesdijk een tankval was, een eindje voor het huis waar nu de familie Hensen woont. Toen de polders rond Piershil onder water werden gezet, kwam er over de tankvallen aan de Oudendijk een houten brug te liggen, dit omdat de Piershilscheweg, tot dan toe de verbinding met de omgeving, meer dan een halve meter onder water kwam te staan. Deze weg werd nadien voornamelijk gebruikt door ‘Het Verzet’, om er in het donker mensen of dingen over te vervoeren die beter niet door de bezetter gezien konden worden. De tankval in de Sluisjesdijk kreeg geen brugdek. Je kon enkel onderlangs over een smal paadje te voet naar de andere kant komen. Bij deze tankval speelde zich in 1944 een bijzonder voorval af. Hoewel de meeste politieagenten in de regio te vertrouwen waren, was dat niet het geval met de commandant. Deze heer Van der Tholen was een fanatieke N.S.B.-er, die zeer in de weer was om de bezetter te gerieven en menigeen heeft laten oppakken. Hij was in de omgeving enorm gehaat. Op zekere dag was hij met z’n motorfiets op pad, met een collega-agent in het zijspan, om zijn ‘plicht’ te doen. Zij reden vanaf Piershil met een stevige snelheid richting Zwartsluisje, echter met de tankval hadden ze niet gerekend en reden er met volle vaart in. Beiden waren zwaar gewond. Dokter Doorenbos uit Nieuw-Beijerland werd gewaarschuwd, evenals de dominee. De laatste deed wat hij als zijn christelijke plicht achtte en zat op zijn knieën te bidden bij de ene gewonde, terwijl de dokter zijn medische plicht deed bij de andere. Al gauw ging het nieuws over het gebeurde als een lopend vuurtje rond bij de mensen op het dorp, die niet waren geëvacueerd. Wat bezetting en onderdrukking aan haat kan opleveren bleek uit de reacties: ‘Ze moesten er allemaal in sodemieteren’. De dokter vatte uiteindelijk de situatie samen door met een vileine grijns op te merken: ‘Ja die putjes waren ook gemaakt om erin te rijden, hè’.

Geslagen door een Duitser

Willem Verhorst vertelde aan het einde van een interview in 1968 ook over de tankval aan de Oudendijk (na 38 minuten en 28 seconden in dit interview: 1968 – Een interview in het dorp). Zijn vrouw (Aal) kwam met haar fiets bij de tankval en een Duitser wilde haar fiets afpakken. Hij sloeg haar en ze viel toen in de tankval.

Foto’s ‘De tankvallen aan de Oudendijk van Piershil’

Tankval 1 en 2.

Tussen de twee tankvallen.

Niet lang na de bevrijding, een opvallende plek om te poseren. Links Adrie Ampt (uit Goudswaard), rechts Cor Roels (uit Goudswaard, de zoon van de molenaar).

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.