1945 – Heel Nieuw-Beijerland stond op stelten

Dit artikel is gepubliceerd in de Hoeksche Waard Exclusief van september 2024. U kunt dit artikel downloaden in PDF-formaat: 2024-09-hwe-aart-roos

Tragisch ongeval in 1945 kostte Aart Roos het leven

Heel Nieuw-Beijerland stond op stelten

Terwijl op 31 augustus 1945 in heel Nederland feest werd gevierd, voltrok zich in Nieuw-Beijerland een drama. Het leven van Piet en Sientje Roos veranderde voorgoed, toen één van hun zes kinderen middenin het feestgedruis om het leven kwam. Bijna tachtig jaar later is de gebeurtenis in vergetelheid geraakt, in het dorp dat destijds in shock verkeerde. Een ‘In memoriam’ voor Aart Roos, geboren op 24 maart 1927.

Het familieverhaal

Jan Roos, een broer van Aart, werd geboren in 1923, hij werd net geen 100 jaar. Voor zijn overlijden liet hij het familieverhaal van deze tragische dag vastleggen.

,,Als vliegtuigen moesten vluchten, omdat ze door Duitse jagers achterna werden gezeten, dan gebeurde het wel dat ze hun bommenlast ter plaatse losten om sneller te kunnen zijn. Zo was het verschillende keren gebeurd dat een vliegtuig nabij het dorp bommen had gelost. De gewone bommen ontploften, de brandbommen niet. Leen Kraak was hoofd van de Luchtbescherming, hij had zulke brandbommen meegenomen en achter zijn huis opgeborgen. Omdat er zoveel ongelukken met projectielen gebeurden heeft hij 5 van de 8 brandbommen, onder toezicht van de politie, ingeleverd bij de Duitsers. Deze waren gestationeerd bij de zoeklichtpost tussen Piershil en Nieuw Beijerland. Daar werden ze uitgelachen, omdat het maar brandbommen waren. De Duitsers sloegen de bommen alle vijf op de kop en ze brandden uit. Het waren Engelse bommen, bedoeld om op Duitse fabrieken te gooien. Omdat het om ongevaarlijke projectielen ging, vond Leen Kraak het niet nodig om de andere brandbommen in te leveren. Later heeft hij nog twee keer een brandbom afgeslagen en uit laten branden. Je kon ze zelfs niet met water blussen. De laatste brandbom werd bewaard voor de bevrijdingsdag. Op 31 augustus 1945 werd ook in Nieuw-Beijerland de bevrijding van Nederland gevierd, op de verjaardag van Koningin Wilhelmina. Mijn broer Aart had verkering met Anna Kraak, de dochter van Leen. Hij was erbij geweest toen Leen de twee brandbommen uit liet branden. Huug, een broer van Anna, herinnerde Aart aan de brandbom die ze hadden bewaard. De brandbom werd meegenomen naar het feest en op het grasveld, bij de kruising van de Voordoel met de Kerkstraat, neergezet. Aart had een hamer gehaald en sloeg hem af. Op dat moment, terwijl hij er midden voor zat, ontplofte deze brandbom. Wat de Duitsers bij het zoeklicht en wij toen niet wisten, was dat er ook ontplofbare brandbommen waren. Dit om te zorgen dat Duitsers angstig zouden zijn wanneer ze met zand gingen blussen. Juist deze laatste brandbom was voor Aart noodlottig. Ze hebben hem naar het huis van de dokter, op het hoek van de straat, gedragen. Die sneed zijn nieuwe overall open om hem te kunnen redden. Hij stierf na een half uur aan bloedverlies, op de leeftijd van slechts 18 jaar. Ik was aan het logeren in Amsterdam, bij tante Saan en ome Jan Tilleman. Op die dag reed generaal Montgomery in Amsterdam in een Jeep voorbij. Ik ontving een telegram van zwager Adrie de Heer: Aart zeer ernstig gewond, hopeloos”.

Dorp op stelten

,,Heel Nieuw-Beijerland stond op stelten”, zo vertelt Marie den Hartigh (97) in haar zorgwoning te Piershil. ,,Aart was net zo oud als ik toen het gebeurde, het feest was meteen afgelopen. Het nieuws ging snel rond. Hij heeft het zelf gedaan, werd er gezegd. Aart stond bekend als een beetje ondeugend, hij durfde veel te wagen. We vonden het allemaal verschrikkelijk. De familie had later een hele dikke stapel rouwkaarten”.   

Berichtgeving in de krant

Het ongeval vond plaats in een periode waarin geen kranten werden gepubliceerd in de Hoeksche Waard. Het laatste exemplaar van De Koerier, voortgekomen uit de gelijknamige verzetsuitgave, verscheen precies op 31 augustus. Vanwege de perszuivering verscheen het Nieuwsblad voor de Hoeksche Waard en IJselmonde (‘het Hoekschewaardje’) pas weer op 14 september 1945. De krant was tijdens de oorlogsjaren doorgegaan met publiceren, tegen de wens van onze regering in Londen. Pas na overleg met oud-verzetsleden en na toevoeging van C.M. Langeveld (oud-hoofdredacteur van het verzetsblad de Koerier) aan de redactie mocht de krant weer verschijnen. In de vierde naoorlogse uitgave, op 2 oktober 1945, verscheen een dankwoord van de familie Roos. Mede gericht aan de doctoren Doorenbos en Verheul en zuster Vink, voor de geneeskundige hulp na het ongeval. Toch haalde het ongeval de krant. Op de voorpagina van Het Parool van 4 september werd de tragedie kort en zakelijk vermeld.

Geen foto

Bij afwezigheid van een duidelijk foto van Aart werd een tekening gemaakt. Koos Groenenberg, de latere dorpskapper van Piershil, was een begenadigd tekenaar. Vanaf een groepsfoto van school maakte hij voor de familie een grote portrettekening. Gesigneerd met JJG en gedateerd 24-9-’45.    

Brandbommen

In de omgeving van Nieuw-Beijerland werden regelmatig overbodige bommen gedropt door de geallieerde vliegtuigen. Er zijn drie meldingen bekend van de vondst van brandbommen uit 1942 en 1943; er werd niet uitgesloten dat er meer exemplaren in de landerijen terecht waren gekomen. Het gebruik van verschillende soorten wordt door specialisten onderschreven. Bij dit incident gaat het waarschijnlijk om een 4lb (pond) staafbrandbom. Deze werden met duizenden tegelijk ingezet, in combinatie met brisantbommen, bij zware bombardementen op Duitsland. In Nederland werden ze weinig gebruikt, maar soms in noodsituaties afgeworpen. Bijvoorbeeld als een geallieerd toestel werd achtervolgd door een Duitse jager. Dit type staafbrandbom had een brandstichtende lading van thermiet. Dat geeft bij het afgaan vuurwerkachtige verschijnselen, denk aan een zeer krachtig sterretje. Van deze variant bestaat ook een x-type, dat wel een kleine explosieve lading bevatte. De twee soorten werden door elkaar gebruikt. 

2025 – 80 jaar geleden

Peter, een zoon van Jan Roos, maakte dit familieverhaal aan mij bekend. ,,Ik ben nu 65 jaar en woon intussen op Urk. Ieder jaar, met dodenherdenking, sta ik nog met de tranen in mijn ogen als ik dit afsterven van oom Aart herdenk. Volgend jaar is zijn sterfdag 80 jaar geleden. Ik zou dan graag bloemen gaan leggen op zijn graf, in het bijzijn van diverse familieleden.”

Aart Roos ligt begraven op de oude begraafplaats in de Wilhelminastraat in Nieuw-Beijerland.

In de vergetelheid

Het verhaal van Aart Roos is typisch zo’n oorlogsverhaal dat vanwege het intense verdriet is verdrongen. Broer Jan vertelde later: ,,Toen hij overleden was, heb ik 14 dagen op een zaagbankje gezeten. Ik had nergens geen zin meer in. Pa zei: Nu moet je weer gaan werken Jan, anders ga je hem achteraan”. Een uitgebreide verslaggeving in de krant ontbreekt, ook officiële rapportages zijn onvindbaar. De nieuwe gemeenteraad was nog niet geïnstalleerd, het Militaire Gezag uit Brielle was de baas hier. Een Proces Verbaal, normaliter met een schat aan informatie over dit soort gebeurtenissen, is nog niet aangetroffen in de archieven van Dordrecht,  Voorne-Putten en het Nationale Archief in Den Haag. Aart Roos had in 2011 ook moeten worden opgenomen op het Monument Burgerslachtoffers WO2 Korendijk; niemand opperde zijn naam na diverse oproepen. Mede namens de familie doe ik het verzoek contact met mij op te nemen (hvdh1234@gmail.com) mocht er meer informatie bij u bekend zijn over deze noodlottige dag.

Overige documenten

De proces verbalen uit 1942 en 1943 inzake de vondst van brandbommen in Nieuw-Beijerland en een pagina uit het begraafregister van Nieuw-Beijerland uit 1945.

Updated: september 24, 2024 — 2:57 pm

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.