Dit artikel is gepubliceerd in de Hoeksche Waard Exclusief van 17 maart 2020 (website HWE). U kunt dit artikel downloaden in PDF-formaat: hwe-17maart-2020-verzet
Boeken over het verzet in de Hoeksche Waard zijn schaars, veroorzaakt door terughoudendheid en zelfs zwijgplicht. Simon Brand bundelde ooit zijn krantenartikelen tot de boekjes ‘Het verzet in de Hoeksche Waard’. Albert Oosthoek schreef ‘Uit trouw geboren’ over de verzetsgroep Zinkweg. Minder bekend zijn de naoorlogse publicaties van die verzetsgroep zelf, over daden en motieven. In oktober 1998 sprak Lobke Brouwer uit Oud-Beijerland, 6 VWO leerling van de RSG (nu Hoeksch Lyceum), met de verzetsmannen M.H. (Mees) Weeda en J.L. (Ko) van Strien. Dit artikel bestaat uit een samenvatting van haar geschiedkundig zeer waardevolle werkstuk.
Inleiding van het werkstuk, door Lobke Brouwer.
Beide heren zijn achter in zeventig, maar nog uitstekend in staat om de gebeurtenissen voor de geest te halen. Mees Weeda benadrukt dat hij aan dit interview heeft willen meewerken omdat hij het belangrijk vindt dat er bij de jeugd belangstelling is voor wat het verzet in de oorlog heeft gedaan.
Beweegredenen
,,Je rolt er als het ware in”, antwoordt de toen 19-jarige gemeenteambtenaar Van Strien. ,,Toen de oorlog uitbrak moesten alle ambtenaren van de gemeente Oud-Beijerland gedurende vier dagen dag en nacht paraat zijn op het gemeentehuis. Om voor de papieren te zorgen voor transporten en opvang bij rampen. Nederland was bezet door de Duitsers en er was opeens geen vrijheid meer. Hoe kan het dat ze ons dit aandoen? Omdat ik als bevolkingsambtenaar bij de gemeente Oud-Beijerland werkte werd mij gevraagd om voor valse persoonsbewijzen te zorgen. Voor onderduikers of mensen die in het verzet zaten. Mij werd ook gevraagd bonkaarten achterover te drukken of te vervalsen.”
Verzetsacties
,,Mislukkingen zijn er niet geweest”, aldus Van Strien. ,,De belangrijkste acties waren de nieuwe persoonsbewijzen, bonkaarten en 2e distributiestamkaarten. Daarbij hebben we de kans van ons leven gehad, we hebben er zoveel van achterover kunnen drukken. Verder heb ik als zakkendrager meegedaan aan de overval op het postkantoor. De distributiekaarten werden via de LO (Landelijke Organisatie voor hulp aan Onderduikers) verspreid over het hele land.” Mees Weeda noemt de wapendroppings als belangrijkste actie. ,,Maar er was echter ook veel snipperwerk. Dat wordt ten onrechte wel eens gebagatelliseerd, maar alles is belangrijk. Echter je moet hulp hebben. Zonder hulp kon je geen verzet plegen. Aan het verlenen van hulp waren ook vele gevaren verbonden.”
Geweld
Weeda: ,,Je kunt geen geweldloos verzet toepassen. De vraag of je geweld gaat toepassen stel je jezelf niet van tevoren. Verzet plegen kán gepaard gaan met geweld. Je ligt gewapend in het veld bij de droppings. Daar kun je op een patrouille van bijvoorbeeld de Landwacht stuiten. Als je geconfronteerd wordt met de tegenstander moest je wel geweld gebruiken. Er zijn geen regels voor.” Van Strien: ,,Als het moet dan moet het. Dit was heel erg moeilijk, omdat geweld geweld uitlokt.” Het gesprek komt op de liquidatie van de NSB-burgemeester Simonis van Nieuw-Beijerland, Piershil en Goudswaard. Weeda: ,,Dit was een invaller, omdat burgemeester Hammer en het secretariepersoneel ondergedoken waren. Het ging daar de verkeerde kant uit. Deze man dreigde veel schade te berokkenen.” Van Strien: ,,Als we hadden geweten wat het gevolg was van het liquideren van burgemeester Simonis had de groep dit nooit gedaan. Er werden namelijk tien mannen de volgende dag opgepakt en geliquideerd. Dit was en is voor de leden nog altijd heel moeilijk.”
Verraad
,,Natuurlijk ben ik verraden”, zegt Weeda met zekerheid. ,,Mensen zien dat je illegale bladen rondbrengt. Daarom was het na de oorlog een moeilijke periode, ik wilde weten wie dit gedaan had.” Van Strien: ,,De leden van de verzetsgroep gingen voor elkaar door het vuur. Er waren geen infiltranten, we kenden iedereen in het dorp”. Dit beeld wordt door Mees Weeda bevestigd: ,,Oud-Beijerland was een dorp, je kende elkaar goed. Het risico van infiltranten was niet zo groot. Het risico lag op de gemeentesecretarie.”
Samenwerking
Van Strien: ,,Er was wel een begin van samenwerking met de groep Koster uit Klaaswaal. Deze groep was niet zo groot en had ook geen contact met de Landelijke Organisatie. Er was wat rivaliteit, dus besloten zij alleen verder te gaan. Maar als ik Koster kon helpen met spullen dan kreeg hij die.” Mees Weeda legt dat niet iedereen binnen de Zinkweg-groep stond te juichen over samenwerking: ,,Kennelijk was de Zinkweg-groep door de Nederlandse Inlichtingendienst in Londen uitgezocht als een solide groep. Dat was een eer. Wapendroppingen waren niet voor elke verzetsgroep weggelegd. In Oud-Beijerland is dit tot drie keer toe gelukt. Eenwording van het verzet is nooit gelukt, dit werd wel geprobeerd van boven af. De kerkelijke gezindheid speelde ook een rol.”
Nut
Weeda: ,,De grote kracht van het verzet was dat de Duitsers niet wisten hoe groot het verzet was en hoe het in elkaar zat. Een groot gedeelte van de bevolking is toch door het verzet beïnvloed. Men werd overspoeld met Duitse propaganda, het verzet bood tegenwicht. Liet zien dat vaderlandsliefde mogelijk was. Gaf de mensen wellicht hoop.” Van Strien: ,,De Duitsers hadden altijd een onzichtbare vijand. Het grootste effect van mijn werk is geweest dat mensen die niet in de Arbeitseinsatz wilden werken met een vals persoonsbewijs onder konden duiken. En met de bonkaarten van voedsel voorzien konden worden.”
Angst
Van Strien: ,,Op het actiemoment zelf voelde ik geen angst, daarna wel. In de oorlog heb ik weleens wakker gelegen, maar daarna nooit. Hard werken was een goede remedie”. Het angstigste moment heeft hij gehad tijdens zijn arrestatie. ,,Zou ik ondervraagd worden, zou ik gemarteld worden, zou ik mijn mond kunnen houden”. Ook Mees Weeda heeft angstige momenten gekend. ,,Maar ik dacht toen niet zo over de dingen na als nu. De meeste dingen deed je met elkaar. Er was niet altijd tijd voor beraad.”
Waardering
Weeda: ,,De eerste jaren na de oorlog werd je genegeerd, zo niet erger. Dat kwam deels door de presentatie van de Binnenlandse Strijdkrachten; BS werd gezien als een verzameling avonturiers. Later is de waardering er wel gekomen en heeft de groep op initiatief van de Oranjevereniging op Soestdijk het Verzetsherdenkingskruis ontvangen.” Van Strien: ,,We waren blij genoeg dat we er door heen waren. Over dat herdenkingskruis werd wel gediscussieerd op een reünie. Zelf zouden we het nooit gevraagd hebben en de leden vonden het eigenlijk niet nodig. Maar omdat de Oranjevereniging dit wilde en om de jeugd wat meer te betrekken bij de Tweede Wereldoorlog en het verzet hebben we ermee ingestemd.”
Het werkstuk van Lobke en de ‘Zinkweg-verslagen’
Het volledige werkstuk is met toestemming van Lobke Brouwer te lezen en te downloaden via de website wo2-hoekschewaard.nl. De groep Zinkweg heeft 40 jaar na afloop van de oorlog zelf enkele verslagen geschreven over de diverse aspecten van het verzet. De publicaties ‘Het illegale streekblad de Koerier’, ‘De LO (Landelijke Organisatie voor hulp aan Onderduikers)’ en ‘De KP (Knokploeg), BS (Binnenlandse Strijdkrachten) en SG (Strijdend Gedeelte)’ staan eveneens op deze website over de Tweede Wereldoorlog in de Hoeksche Waard.