In het artikel ‘Overpeinzingen op de Buurtbus’ beschreef Paul van der Laan de diverse namen van huizen en boerderijen die hij tegenkomt. Ook de boerderij ‘Ceres Vesta’ aan de Oud-Piershilseweg van Piershil maakte deel uit van zijn bespiegelingen.
Bron: Kompas 20 mei 2015
Ontspannen tuffend met de Buurtbus door de mooiste stukjes van de Hoeksche Waard heeft de chauffeur, als hij even geen passagiers hebt, alle gelegenheid ook op andere dingen te letten. Paul van der Laan doet dat regelmatig en doet er verslag van. Zo viel hem op, dat er heel wat huizen en boerderijen langs de route staan die een naam hebben. En zoals mensen aan hun kinderen en dieren altijd namen geven met een zekere bedoeling of betekenis, zo moet er ook nagedacht zijn over de benaming die de bewoners op hun huis hebben gezet. Het is natuurlijk niet moeilijk te begrijpen waarom een huis Landzicht, Dorpzigt of Ruim Zicht heet. De Hoeksche Waard is immers een streek rijk aan akkers en dorpen en daarbij behorende weidse gezichten. Ook Even Buiten zegt alles over liet genoegen waarmee de bewoners van de omgeving genieten en liet laat zich gemakkelijk raden, dat in Bouwlust ijverige akkerbouwers wonen die plezier in hun werk hebben. Iets minder voor zich spreekt de naam De Essenborgh op een bescheiden woning aan de Oudendijk in Goudswaard: eerder verwacht men deze ietwat statige naam bij een deftige havezate met een oprijlaan in de Achterhoek. “Ik ben er overigens niet geheel zeker van of de grote boom bij dat huis inderdaad een es is. Eigenlijk denk ik eerder, dat de bewoners iets te maken hebben met de Beheersmaatschappij De Essenborgh (aan de Essenlaan te Rotterdam) Nee, dan zegt Het Stenen Bakbeest ons direct waar het om gaat. Duidelijker kan een huis niet uitstralen wat zijn naam aangeeft! Deze markante woning is inderdaad geen houten blokhutje! Soms spreekt uit de naamgeving grote tevredenheid van de bewoners: anders noem je je huis natuurlijk niet Welgelegen of Little Paradise. Al net zo sympathiek is Thuiskomst.” Van der Laan gaat verder op zijn rit. “Aan de Oosthoek passeer ik op enige afstand de boerderijannexwoonhuis Ceres-Vesta. Mij is gebleken, dat zelfs verstokte Hoeksche Waarders niet weten wat die namen betekenen, iemand bezwoer mij zelfs, dat het Indonesische namen zijn, zoals Hoeve Semarang, niet ver daarvandaan. Deze zelfde zegsman wist te vertellen, dat een der vroegere bewoners zijn diensttijd in Indonesië heeft vervuld, vandaar deze misvatting. In werkelijkheid zijn het Latijnse namen en toevallig is deze Buurtbus-chauffeur aardig thuis in die oude taal (meer dan in liet Hoeksche Waards of in liet Indisch). Het zijn de namen van twee Romeinse godinnen, de ene van het graan en de akkerbouw, de andere van de huiselijke haard. Beter kun je je woning niet typeren: na hard werken op de akker – het werkterrein van Ceres – trek je je ’s avonds gezellig terug in je huis, waar Vesta de haard aangenaam laat knetteren.” Niet helemaal naar hun zin daarentegen lijken de bewoners van een bescheiden pand, waarop ze in onvervalst Hoeksche Waards ’t Ken groter’ hebben aangebracht. Hadden ze toch liever een iets groter huis gehad? Of trekken ze alleen maar een lange neus naar voorbijgangers, die hun oordeel omtrent de geringe omvang van het pand niet onder stoelen of banken steken? Want gekletst wordt er natuurlijk genoeg in de Hoeksche Waard: daarvan is de bewoner van het huis met het opschrift ‘Ze zegge…’ zich maar al te zeer bewust. Ietwat raadselachtig is het opschrift Ooit: blikken de bewoners terug naar hun vroegere bewoning, weemoedig verzuchtend dat ze het ooit goed hadden of hebben ze het geluk nog niet gevonden en hopen ze dat ooit te vinden? “Daarentegen lijken me de bewoners van ’t Keerpunt het helemaal maar hun zin te hebben: dit opschrift is zeker niet bedoeld als aanmoediging voor de Buurtbus-chauffeur rechtsomkeert te maken, wel nee, je bent nog geen kwartier na vertrek uit Oud-Beijerland onderweg of je komt er op de Zinkweg al langs, dus je moet nog even verder. Ik stel me zo voor, dat de bewoners van dit huis een grote omwenteling in hun leven willen gedenken: na al het zwoegen en zoeken kwam de ommekeer ten goede en dat leverde dit huis op.” Voor Van der Laan is het fantaseren een mooi remedie tegen stilte. “Je zit wel eens helemaal alleen in die bus: vandaar dat ik graag langs het huis met het Latijnse opschrift Non solus rijd: Niet alleen betekent dat – blijkbaar had de bewoner zijn grote liefde (via Boer zoekt vrouw?) gevonden met wie hij na een jarenlang vrijgezellenbestaan in dit huis ging wonen. Maar ook zou het toch de lijfspreuk van iedere Buurtbuschauffeur moeten zijn. Want, hoe aangenaam liet ook is om rustig te genieten van de mooie dingen waar je langs komt, mooier is het om dit niet alleen, maar samen met passagiers te doen. Dus stap eens in op lijn 711 of 712, het kost weinig, de chauffeurs zijn allemaal even aardig, en je geniet volop van al het moois waar je langskomt.”
Van der Laan: “Mijn favoriete plekje is overigens niet een of ander huis met een mooi op-schrift, maar liet paardenweitje aan de Goudswaardse Achterweg: altijd als ik daar langs rijd, lopen daar enkele zeer fraaie dames en heren, de manen van de meisjes netjes in tressen en vlechtjes opgemaakt, de staarten fier en vlassig en aan de benen van de stoere jongens-knollen mooie zwarte zijden pluimen. Die dieren staan daar ontzettend mooi te wezen!”