Oorspronkelijk hoorde de school bij de kerk. De schoolmeester werd benoemd door de kerkeraad. Dat is te lezen in het archief van de kerkeraad van Piershil uit het jaar 1659.
“De E. kerkenraad van J. Christus gemeinte te Piershil heeft den persoon van Willem van Andraadt, schoolmeester en voorzanger te Herkinge in ’t Eyland van overflakkee, den 2 juny 1709 volgens haar regt aangesteld tot haren ordinairen kerkendienaar en voorzanger, gevende hem magt, gelijk zij doed bij dezen, om des Heeren heilig woord, de schriften van het oude en nieuwe Testament, de wet des heeren en de geloofsartykelen bij alle tijden en gelegenheden in ’t openbaar in de kerk van Piershil voor de christelijke gemeinte tot Gods eer en hare stigting te lezen als ook de psalmen van David en de Lofzangen der heiligen op die wijs naar gelegenheid van tijd te zingen en voords om ten dienst van de E. kerkenraad in alle gelegenheid en bij alle voorvallen te zijn, gunnende hem voor deze zijne diensten agt en veertig gulden per jaar.
Alsdus gedaan in onze kerkelijke vergadering den 10 December 1709 en was onderteikend
Laurentius van der Veld, Predikant te Piershil. Leendert van der Wel, ouderling. Klaas Jakobs, diaken. W,C. Waal, ouderling. Fop Arense, diaken”.
De predikant en de kerkenraad maakten ook uit, wat er op school onderwezen moest worden. In de eerste plaats lezen en schrijven en daarna de beginselen van de rekenkunde. Zangonderwijs was zeer belangrijk. De schoolmeester moest de kinderen leren de Psalmen van David of andere door de predikant voorgeschreven liederen. Er moest onderwezen worden in overeenstemming met de Dordtse leer en Heidelsbergse Catechismus.
De schoolmeester had verschillende baantjes. Daaraan verdiende hij ook een kleinigheid. Hij was koster en voorzanger in de kerk. Hij moest de kerk en ook de school schoonhouden. Zorgen voor verwarming en verlichting. Oorspronkelijk werd turf en hout gestookt. Kaarsen werden gebruikt voor verlichting. Hij moest stoven zetten met in de winter een kooltje vuur en de klok luiden op verschillende tijden, zoals de predikant besliste. Als begrafenisdienaar moest hij graven delven en bij familie en vrienden aanzeggen dat er iemand gestorven was en ze uitnodigen voor de begrafenis. Bovendien had hij verschillende werkzaamheden te verrichten ten gerieve van de predikant. Eigenlijk was hij het knechtje van de predikant en de kerkenraad.
Een overzicht van de eerste schoolmeesters:
In 1582 en 1584
had Cornelis Ambrosius, schoolmeester te Piershil, vergeefse pogingen aangewend om tot predikant te worden aangesteld.
1653 (van? tot?): Jan van der Steegh
14 oktober 1680
werd aangesteld tot schoolmeester Abram de …(onleesbaar) van Oud- Beijerland.
21 mei 1681
Werd aangenomen tot schoolmeester Gommert van der Stegen tot
31 maart 1695
18 juny 1696
werd tot schoolmeester aangesteld Ary Huygen Vreeswater. Na het schandelijke vertrek van Ary Vreeswater, geweze schoolmeester en voorzanger alhier op den
29 april 1708
met achterlating van zijne 4 moederlooze en aldus ook vaderlooze kinderen, zonder dat men tot nog toe gehoord heeft, waar hij is, zoo is ‘t, dat de E. kerkenraad van J.C. Gemeinte te Piershil wederom een ander persoon beroepen heeft tot haren ordinairen voorzanger en kerkendienaar.
2 juni 1709
Dat was Willem van Anraadt, schoolmeester en voorzanger te Herkinge in ’t Eijland van overflakkee.
Na het overlijden van Willem van Anraadt werd Jacob Overweel verkoren tot ordinairen voorzanger en kerkendienaar, tevens schoolmeester.
Alzoo door het vertrek van Jacob Overweel, gewesene schoolmeester en voorzanger alhier op den
1 Januarius 1734
onse plaats is vacant geworden en vermits het nodig was tot dienst van Kerk en Jeugt, dat deszelfs plaats vervuld wierde, zoo is ’t dat den Eerw. Kerkenraad van J.C. Gemeide te Piershil wederom een ander persoon met meerderheid van stemmen beroepen heeft tot haren ordinairen voorzanger en kerkendienaar, n.l. op
14 maart 1734
Willem van der Hoek (gehuwd met Lena van Gijn) van Westmaas, gunnende hem voor zijne diensten, de beneficie van Agt en veertig guldens per jaar. Gelukkig had hij nog andere inkomsten. Heel nauwkeurig heeft hij huwelijken, doopplechtigheden en begrafenissen opgetekend, benevens het bedrag, dat hij daarmee verdiende. Bij huwelijken lag er vaak wat geld voor hem onder het kussen. Bij het afsterven van Willem van der Hoek op
7 july 1757
wordt zijn zoon Pieter van der Hoek met algemene stemmen benoemd op
28 july 1757
Deze heeft het werk van zijn vader voortgezet, ook wat die aantekeningen betreft.
26 december 1772
Werd door het bedanken van Pieter van der Hoek beroepen Aart van der Burght, ondermeester te Oud-Beijerland. Wegens zijn Patriotse sympathieën werd hij na de burgeroorlog van 1787 van zijn post ontheven. Na het uitbreken van de Bataafse omwenteling werd hij weer aangesteld en treffen we hem aan onder de nieuw benoemde schepenen.
1835 – 1873 meester G. Wuijster. Deze onderwijzer was een der beste dorpsschoolmeesters. Verstandig, duidelijk, eenvoudig was zijn onderwijs. Orde, stilte, ondergeschiktheid zonder dwang, trokken in het bijzonder mijne aandacht. Dat was het oordeel van de schoolopziener J.C. Huijsman in 1842.
1873 – 1892 meester Joh. Van Weel. Op 15 december werd de heer van Weel benoemd. In zijn tijd had er een grote verandering plaats. 27 maart 1878 werd de eerste steen gelegd van een nieuwe school aan de Molendijk. Deze school had 2 lokalen, zodat er plaats was voor een ondermeester. De oude school werd niet afgebroken, maar bestemd voor verschillende doeleinden tot 1965, toen ook hij moest verdwijnen.