Op de plaats waar ook nu nog steeds gezwommen kan worden, was eens een ‘eigen strand’ voor de bewoners van Piershil.
In juli 1976 werd daar in de krant aandacht aanbesteed. Aanleiding van het artikel was de plotselinge toename van het aantal badgasten bij het haventje en sluisje aan het Piershilse Spui. Hoewel er toen ook werd gezwommen in de ‘Broodkist’, een kilometer verderop, werd deze plek vanwege het ondiepe aanloopje steeds populairder. Tot in de jaren tachtig duurde die populariteit voort, toen kwam de klad er in. Hoewel er diverse pogingen zijn geweest om ook voor de Piershillenaren een mooi stukje Spui toegankelijk te maken is de populariteit van toen niet meer teruggekomen. Vanwege een gebrek aan toezicht, de ongunstige ligging in de bocht, het fenomeen kampvuren en het op grote schaal laten loslopen en poepen van honden is het voor de jeugd geen interessant gebied meer. Nu gaat men naar andermans strand, aan het Costa del Spui te Goudswaard.
Artikel ‘Op het eigen strand’ – 1976
Verkoeling. Dat woord ligt velen de afgelopen weken op de tong. Immers, het is met dat warme weer vaak bijna niet uit te houden; niet op kantoor, niet in de fabriek, niet binnenshuis en zelfs vaak niet in de achtertuin. Het is, met temperaturen van rond de dertig graden, voor velen gewoonweg te warm om lekker lui in de zon te gaan liggen bakken. Vandaar ook dat degenen die (nog) niet met vakantie naar elders zijn getrokken en rustig in de Hoeksche Waard zijn gebleven het in het algemeen rustig aan doen en zoveel mogelijk verkoeling zoeken. Degenen die dé mogelijkheid hebben om via variabele werktijden de middag vrij te nemen, maken van die gelegenheid graag gebruik: Een nieuwe vorm van recreatie, die de Hoeksche Waard pas sinds kort kent, gaat daarbij een belangrijke plaats innemen. De strandrecreatie, langs de oevers rond het eiland. Natuurlijk trekken in de eerste plaats de zwembaden duizenden zwemlustigen. Maar toch, op sommige dagen valt het bezoek daar tegen. Het buitenwater daarentegen trekt. Met honderden tegelijk trekken de inwoners van de gemeenten die aan het water zijn gelegen naar het verkoelende water van Spui, Oude Maas, Haringvliet of Dordtsche Kil. Dat het zwemmen in die wateren niet helemaal zonder gevaar is blijkt inmiddels wel uit de gevaarlijke situatie die bij de strandjes in Numansdorp is ontstaan. Daar is het inmiddels duidelijk rustiger geworden. Al blijven er natuurlijk nog altijd honderden mensen over die liever op het strandje daar, met een verkoelend over het water aankomend briesje, in de zon liggen dan thuis in een afgesloten tuintje waar men elk verkoelend windje moet ontberen. Een van de strandjes die de laatste weken meer en meer belangstelling trekt in Piershil, waar bij de uitmonding van de haven in het kader van de ruilverkaveling Korendijk-Strienemonde een fraai recreatieterrein is aangelegd. Niet alleen inwoners van Piershil, maar ook vanuit Goudswaard en Nieuw-Beijerland blijken daar naartoe te komen. Vooral in de weekeinden zitten daar vele honderden mensen langs het water, onder parasols, achter windschermen, of zomaar, helemaal in de open lucht. En ze blijken er zich voortreffelijk te vermaken. Want het aantal mensen dat het strandje daar heeft ontdekt wordt alsmaar groter. Strandje is overigens wel een erg groot woord voor de zandachtige strook, die zich langs de oevers uitstrekt. Maar iedereen doet het graag met die, hier en daar ook wat blubberige, strook. Kinderen kunnen er namelijk heerlijk spelen, zonder het risico te lopen plotseling in het diepe te verdwijnen. Het strandje glooit namelijk heel flauw. Op de kant biedt het recreatieterrein de bezoekers een prachtige liggelegenheid, met een fraai uitzicht over het water van het Spui. waar plezier en binnenvaartuigen voor een voortdurend afwisselend beeld zorgen. Wat brengt de mensen er toch toe, om daar aan het water hele dagen, en soms dagen achtereen, vertier te zoeken, zonder dat er verdere voorzieingen zijn als een ijs- of fritestent, zonder dat er ook maar iets verfrissends is te krijgen. „We gaan liever hier naar toe, dan naar het strand”, vertelt een mevrouw, die elke middag langs het water van het Spui is te vinden. „Hier heb je tenminste geen last van het zand, wat overal aankleeft als je naar het echte strand gaat. En hier zit je bovendien veel rustiger”. Dat laatste blijkt zeker het geval. Want hoewel een groep van drie- vier- of misschien wel vijfhonderd recreërenden langs het Spui een drukke indruk maakt, in werkelijkheid kunnen er natuurlijk nog veel meer mensen daar verkoeling zoeken. De afwezigheid van een ijs- of fritesstand blijkt geen probleem te zijn, want meegebrachte koeltassen en -boxen houden bier en frisdrank best een hele dag koel, terwijl iedereen in een wip in Piershil staat; ook met de fiets, aangezien een ook al in het kader van de ruilverkaveling aangelegd fietspad langs de haven de afstand strandje-dorp aanzienlijk heeft bekort. Opvallend is het dan ook dat er op een doodgewone, doordeweekse middag aan de voet
van de dijk minstens zo’n honderd fietsen zijn te vinden; allemaal zwemlustigen — vaak veel kinderen — die er best zo’n korte fietstocht voor over hebben om aan het „eigen” strand te kunnen zitten. Want zo zien veel inwoners van Piershil het eigenlijk wel, het „eigen strand”. Ze zijn er in feite trots op, dat de kleinste gemeente van het eiland toch maar mooi een eigen strandje heeft, waar het zo goed toeven is dat zelfs inwoners van de nabuurgemeenten Goudswaard en Nieuw-Beijerland er komen zwemmen. Natuurlijk, in deze beide gemeenten wordt ook volop in het Spui gezwommen, maar daar hebben de koeltezoekers nog altijd te maken met verraderlijke bazaltblokken die er door Rijkswaterstaat voor de oever zijn neergegooid om afslag te voorkomen. De keien ontbreken in Piershil.
Natuurlijk spreekt de vrijheid, die men er heeft, velen aan. De bezoekers van het recreatieterreintje liggen niet op elkaar zoals dat vaak in zwembaden het geval is; en vooral ook: ze zwemmen niet op elkaar. Er is ruimte genoeg, zelfs voor de waterskiërs, die je ook in steeds groter getale over het water ziet scheren en die maar al te vaak vanaf Piershilse strandje vertrekk en om er, na de nodige capriolen, na enige tijd ook weer terug te keren. „Wat is er nou mooier? Ruimte volop. Geen gezeur van kinderen die het water bijna niet in kunnen omdat er andere kinderen zitten. Voortdurend wat te zien op het water. Lekker windje. Niet te gek druk. Niet uren onderweg voor we er zijn, en vooral niet in de file in de drukke weekends. Dat zijn onze argumenten om hier te zijn”, lijkt een aannemelijke verklaring van een mevrouw die dagelijks met haar kinderen naar het strandje fietst. Goed toeven dus, daar aan de oever van het Spui, op een creatiegebied dat in het kader van de ruilverkaveling werd aangelegd. Waaruit maar eens te meer blijkt dat niet alleen de landbouwers voordeel hebben gehad van de ruilverkaveling Korendijk/Strienemonde.
Foto ‘Aan het Spui’
Een jeugdhoekje aan het Spui. Van Voor naar achteren Jaap Veldhoen, Kees Bokhout en René van Bree. Links Gerda Verhorst en daar achter, met de handdoek over het hoofd, Cock Hoogenboezem. Links achter zit Henk van den Heuvel terwijl Jan Rozendaal bij de brommer zit. Met de rug naar de camera is Harry Groenendijk, de meisjes rechts zijn Coby van der Oost en Anita Blaak. Helemaal rechts ligt Chris Put.