1672 – Willem Tichelaar en het rampjaar

Op de plaats van het tegenwoordige adres Voorstraat 8 in Piershil stond ooit het huis van Willem Tichelaar. Wanneer wordt gesproken over de historie van het dorp Piershil is het noemen van zijn naam onvermijdelijk.

Willem Tichelaar (ca. 1642 – ca. 1714) was barbier in Piershil en de zoon van een smid. In het Rampjaar 1672 verspreidde Tichelaar het verhaal dat Cornelis de Witt hem had gevraagd een moordaanslag voor te bereiden op prins Willem III. De Witt werd daarop gearresteerd. Uiteindelijk leidde een en ander tot de moord door Haags gepeupel op Cornelis en zijn broer Johan de Witt.

Artikel ‘Chirurgijn Tichelaar leidde als Judas een vloekwaardig leven’

Op 20 augustus 1672 werden in Den Haag de gebroeders Johan en Cornelis de Witt vermoord. Cornelis de Witt, onder andere ..ruwaard van Putten” en uit dien hoofde de hoogste rechtspreker in dit gebied was gearresteerd omdat hij ervan verdacht werd Prins Willem III te willen vermoorden. Hij werd opgesloten in de Gevangenpoort. Zijn broer Johan, die hem een bezoek wilde brengen, werd eveneens gegrepen.

De aanklacht tegen Cornelis de Witt was afkomstig van Willem Tichelaar, chirurgijn te Piershil. Hij stookte het volk op en leidde de moord, om daardoor persoonlijk wraak te nemen op Cornelis de Witt. Want Tichelaar werd in 1670 door Cornelis de Witt, de ruwaard van Putten, veroordeeld wegens maagdenroof.

De moord op de gebroeders De Witt vormt een zwarte bladzij in het vaderlandse geschiedenisboek. Dat blijkt wel uit de beschrijvingen van de moord in oude geschriften. ,,Daar is hun overschot! Zijn ’t lijken of zijn ’t spoken? Wie zag hun waargae ooi? De leeden zijn gebroken. Het vlees is weggesneën – en de dolheid wacht. Naar ’t ligt des naasten dags – ei neemt ze weg bij nacht!”, schrijft Van Ollefen, een bekende geschiedschrijver in 1793.

In eerste instantie werden de gebroeders De Witt verbannen, maar dat was niet naar de zin van Willem Tichelaar, die verbanning een te lichte straf vond. Hij stookte de massa op tot de moord. Maar de verrader kreegzijn verdiende loon.

Willem Tichelaar werd Stedehouder van den Heere van Heenvliet, die Ruwaard was geworden, in plaatse van Cornelis de Witt; doch werd eenige jaaren laater om zeker misdrijf (!) afgedankt; ruim een jaar na den dood van Willem III (1702), vervoegde hij zig bij den Heer van Welland, toen weegens Utrecht voorzittende in de Staatsvergadering, zeggende dat hij van wijlen Willem III jaarlycks 800 gulden ontvangen had, in vergelding van den dienst, door hem, in 1672, den Lande gedaen, hoewel de acte deswegens maar f 400 spraake: verzoekende dat men hem nu, oud en behoeftig, die jaarlyckse f 800 wilde laaten trekken als te vooren”.

Het verzoek werd echter niet ingewilligd, men zag er geen aanleiding toe. Tichelaar moest het met zijn beloning van f 400,- doen. Lang heeft hij ook niet kunnen genieten, want na enkele jaren werd zijn jaargeld ingetrokken doordat hij opnieuw een misdrijf had gepleegd. Bovendien werd hij van zijn functie ontheven waar door hij al
gauw tot grote armoede verviel. Van Ollefen schrijft daarover:

ONGEDIERTE

Hij verviel tot zulk eene ellende. dat men hem, in hoogen ouderdom, in Den Haag zien bedelen: bijna opgegeten van het ongedierte, zonder dat iemand, die hem kende, zig over hem erbarmde”. Hoewel Willem Tichelaar slecht een korte tijd in Piershil heeft gewoond, is hij er toch in geslaagd om in de historie van het dorp te worden genoemd, getuige van het onderstaande gedicht van Van Ollefen:

,,Piershil, in vroeger tyd om zynen bloei beroemd, Dikwiils De Kleene Haag genoemd, ’t Verblijf van Tichelaar in zijn vloekwaardig leven, Van hem die t broederpaar de Witten heeft doen sneeven, Piershil is, schoon ’t ook leed, in ’t jongst krakreel, nogthans, Een lieflyk bloemetjen aan den Nederlandschen krans”.

Tekst uit ‘Redeloos, radeloos, reddeloos’ – De geschiedenis van het rampjaar 1672.

“…hierna werden de lijken van de twee broers geheel ontkleed en met de voeten boven aan de galg opgehangen: ze verdienden het niet op de normale wijze gehangen te worden. Johan de Witt werden de twee voorste vingers van de rechterhand, waarmee hij het eeuwig edict gezworen had, afgesneden. Op gruwelijke wijze werden de lijken verder verminkt. De borstkas van Cornelis werd opengespalkt als die van een geslacht dier. Alles wat eraf of eruit kon, werd ook afgehakt of uitgestoken. Iemand schepte er later over op dat hij het oog van Cornelis had opgegeten en een ander dat hij een stuk been ging braden. De afgesneden armen, benen, oren, neuzen en vingers werden vervolgens aan de omstanders tegen opbod verkocht. De verminking duurde voort tot het invallen van de duisternis…”

Schilderij van Pieter Frits – 1672 (Haags Historisch museum)

Spotdicht Tichlaer (Bron: Spiegel Historiael 1967)

Boeken, een film, een toneelstuk

Over deze affaire werden diverse boeken geschreven, zie 1845 – De barbier van Piershil (J. de Vries) en 1983 – De barbier van Piershil (P. Troost). In 1921 verscheen de film De Zwarte Tulp.

Artikel ‘De Zwarte Tulp’ – Het Nieuws van den dag 2 augustus 1921

Een bericht in de bladen heeft onlangs gemeld hoe onder veel belangstelling van het publiek in de omgeving van de Gevangenpoort te ’s-Gravenhage een filmopname werd gedaan, waarbij Eduard Verkade voor Johan de Witt speelde. Bedoelde film, „De Zwarte Tulp”, van de fabriek „Hollandia” te Haarlem, is thans gereed gekomen en gistermiddag in het Centraal Theater voor het eerst voor genoodigden vertoond. Een film die zonder bombastische en onmogelijke situatie een stukje Nederlandsche geschiedenis laat zien en vele mooie gebouwen en schoone hoekjes uit ons Vaderland. Wij zien onder meer het slot Loevestein, het stadhuis te Haarlem en het Huis ten Bosch. En daar bewegen zich allerlei personen die we ons allen – de één wat vager dan de ander – uit onze vaderlandsche geschiedenis herinneren. Johan de Witt, zijn broeder Cornelis, Tichelaar, de barbier van Piershil, en anderen. Sensatie is geheel vermeden, want het meisje dat langs een molenwiek naar beneden klimt is meer een aardige trouvaille dan sensatie. Hier is dus weer eens één van die films vervaardigd, die de optimisten in het gelijk stellen, welke nog altijd beweren dat van de bioscoop wel degelijk een invloed ten goede kan uitgaan. Laten we hopen dat men er hier en in het buitenland veel succes mee mag hebben. Aan het slot der vertooning kregen enkele medespelenden die in de zaal aanwezig waren kransen.

In 1934 werd voor het eerst een toneelstuk opgevoerd over deze affaire.

Artikel ‘Toneelvoorstelling K.E.A.N’ – Haagsche Courant 26 maart 1934

Het gezelschap K. E. A. N. dat reeds meer stukken ter opvoering heeft gebracht voor den bond van Nederlandsche tooneelschrijvers, zal a.s. Donderdag, 29 Maart, des avonds, voor genoemden bond de eerste opvoering geven van een nieuw stuk van het bondslid A. C. C. de Vletter: ,.De barbier van Piershil’”’, in drie deelen. De regie berust bij den schrijver. De opvoering vindt plaats in de zaal van den Haagschen Kunstkring. De rol van Tichelaar (den barbier) zal worden gespeeld door den heer W. Leenders, die van Johan de Witt door den heer W. de Vletter en van Cornelis de Witt door den heer A. C. van der Vet.

Artikel ‘De historische rol van een onrustzaaier uit Piershil’- Het Kompas 10 oktober 2018

Museum Hoeksche Waard bestaat 50 jaar. Dit wordt gevierd van maart 2018 tot maart 2019. In de expositie 4000 jaar Hoeksche Waard’ in boerderij Oost Leeuwenstein in Heinenoord, wordt de bezoeker meegenomen langs 50 onderwerpen, die samen de geschiedenis van de Hoeksche Waard vertellen. Zij zijn het onderwerp van een wekelijkse column, deze week over opstand, het thema van de maand van de geschiedenis.

Willem Tichelaar, chirurgijn en barbier te Piershil, stond bepaald niet bekend als ‘te goeder naam en faam’. Hij was een schurk, dat wist iedereen in de wijde omgeving. Hij was hebzuchtig, een leugenaar en viel vrouwen lastig. Het was het ‘rampjaar’ 1672. De Lage Landen verkeerden in een benarde positie met oorlogen tegen Engeland, Frankrijk, Munster en Keulen. Het volk was in paniek, de woede richtte zich op de raadspensionaris, Johan de Witt, een telg uit de vooraanstaande regentenfamilie De Witt te Dordrecht.

Zijn broer Cornelis had functies in de Hoeksche Waard en was tevens ruwaard (onder meer: aanklager) van Putten, waaronder ook Piershil viel. Hij had Tichelaar waarschijnlijk al eens veroordeeld. Op 8 juli 1672 wist Tichelaar zich naar binnen te praten in de woning van Cornelis de Witt aan de Grotekerksbuurt in Dordrecht. Hij kwam naar buiten met het verhaal dat de ruwaard hem had voorgesteld tegen een forse beloning de prins van Oranje te vermoorden. Deze zou kort daarna stadhouder Willem III worden, maar op dat moment was er nog een stadhouderloos tijdperk. Cornelis de Witt heeft altijd, ook na hevige marteling, ontkend dat hij had willen aanzetten tot moord op de prins. Volgens hem had juist Tichelaar dat voorgesteld en had hij hem de deur gewezen. Had Cornelis de Witt het gelijk voor honderd procent aan zijn zijde? Niet helemaal, wordt geconstateerd in een onderzoek van de historici Luc Panhuysen en Jori Zijlmans. Dat hij beweerde Tichelaar niet te kennen, vonden zijn rechters al niet geloofwaardig. Hij werd beschuldigd van meineed en hem werd zwaar aangerekend dat hij Tichelaar niet direct had laten oppakken. Dat maakte Cornelis de Witt medeplichtig, zo was de redenering van de rechters. De tenlastelegging was niets minder dan hoogverraad en het vonnis luidde: verlies van alle functies en verbanning uit Holland. Hoe het afliep is bekend: toen De Witt gevangen zat in de Gevangenpoort in Den Haag is hij samen met zijn broer Johan, die op bezoek was, op 20 augustus door een woedende volksmenigte naar buiten gesleurd en op gruwelijke wijze vermoord. Tichelaar kreeg een toelage van de prins. Of deze wist van de toedracht is niet bekend. Hij heeft in elk geval niets gedaan ter bescherming van de broers De Witt of berechting van hun moordenaars.

Schooltelevisie Filmpje ‘1672 – Het rampjaar’

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.