Deze kaart van Piershil werd in 1816 vervaardigd door G. Trouw, beëdigd taxateur van het kadaster.
Het Hof van Piershil (HOF) lag ten zuiden van het dorp; daarvan gescheiden door de Watering (W). De hoofdingang was tussen de tegenwoordige huizen Voorstraat 22 en Voorstraat 24 en het Hofslop (HS). Volgens deze kaart stond op het terrein ten Oosten van het Herenhuis (HOF), bij de Wetering, nog een gebouw. Waarschijnlijk was dat een koetshuis (KH) met of zonder woonhuis of schuur. Dat gedeelte werd later de Bokkentuin genoemd.
Afbeelding – Kaart Voorstraat 1816
De weilanden ten zuiden en ten oosten van het buitenverblijf (HOF), begrensd door de Watering (W), het Klaasgat en de Sluisjesdijk (SL). De zogenaamde “Heerenweitjes” (H) behoorden ook bij het Hof.
Ten noorden van de Watering stond de Kerk (K), “binnen een ringsloot, aan het einde van een voorstraat”, zoals door de heren van Putten in vroeger eeuwen verordineerd was.
Bij de Kerk, daarvan gescheiden door een sloot, stond de school (S) met onderwijzerswoning (in één gebouw) aan de Benedenstraat (BS), zoals een gedeelte van de Voorstraat (V) genoemd werd.
Aan de Benedenstraat stond ook de Pastorie (P), omgeven door sloten. Op de boerderij, naast de Pastorie, woonde de heer G. Trouw, de tekenaar van deze kaart.
Op het kruispunt Molendijk (M), Sluisjesdijk (SL), Voorstraat (V) en Kade stond de Ronduit (R), later Poldershuis genoemd. De drie andere gebouwen waren cafés (C), namelijk de Zwaan (in welke de vergaderingen van de Magistraat en Dijkcollegiën gehouden werden), de Prins en de Vergulde Valk.
Bij het Hof was ook een vijver (V) aanwezig. Daarin groeiden verschillende waterplanten, o.a. de gele lis, waterranonkel, beekpunge, egelskop, pijlkruid, zwanebloem, valeriaan, blaartrekkende boterbloem, moerasandoorn, enz.