1940 – Soldaten in Piershil

Vanwege de oorlogsdreiging werd Nederland gemobiliseerd, de eerste mobilisatie dag was dinsdag 29 augustus 1939. De lichtingen 1924-1939 van de land- en zeemacht werden onder de wapenen geroepen. De opgeroepen Piershillenaars vertrokken per tram uit het dorp, onder hen het in 1935 benoemde schoolhoofd der openbare school Dhr. J.D. Markestein. In de maanden daarna werd de oorlogsdreiging groter en groter, op 22 en 23 april 1940 verschenen er soldaten van de 13e compagnie pioniers in Piershil.

Nederland werd verdeeld in 14 verdedigingsstellingen, waarvan de Grebbelinie later de bekendste zou worden. De stelling in de Hoeksche Waard was ‘Zuidfront Vesting Holland’ genaamd, hiermee wordt het gebied aangeduid tussen het Westfront (de Brielsche Maas) en het Oostfront (ten oosten van de Merwede). Onder de Vesting Zuid-Holland vielen Voorne-Putten, Hoeksche Waard, Dordrecht, Goeree Overflakkee, Sliedrecht, Papendrecht, Hendrik Ido Ambacht, Zwijndrecht, Willemstad, Klundert, Zevenbergen en Hooge- en Lage Zwaluwe.

Foto ‘Soldaten aan de Molendijk’ – 1940

Deze twee Nederlandse soldaten waren ingekwartierd aan de Piershilse Molendijk. De foto is gemaakt in de achtertuin van Adam Bottenberg aan de Molendijk (tegenwoordig Molendijk 21), In het midden zit Janny Groenenberg. De stenen berging op de achtergrond stond aan het Boogerdpad.

Foto ‘Soldaten in de Voorstraat’ – 1940

Deze foto van soldaat Frans Berkenpas uit Rotterdam werd gemaakt in 1940 in de Voorstraat van Piershil. De ladders staan bij het hoekpand in de Voorstraat, de schuur van Wout van der Heiden. Daarachter zien we de smederij, met witte ramen. Hier werd later het bedrijf van de familie Van Andel gevestigd op Voorstraat 1. Soldaat Berkenpas was één van de twee soldaten die was ondergebracht bij de familie Van der Hoeven, op het toenmalige adres Sluisjesdijk 35 te Piershil.

De komst van de 13e compagnie pioniers van het 1e regiment genietroepen zorgde aanvankelijk voor veel opschudding in het dorp. De officieren werden ondergebracht in woonhuizen, de meeste soldaten werden ingekwartierd in een leegstaande boerderij in de Voorstraat (de familie Quartel was kort daarvoor geëmigreerd naar Argentinië) en in de Gereformeerde Kerk op de Sluisjesdijk. Op zondagavond 23 april 1944 maakte Burgemeester Hammer ook bekend dat ook het schoolgebouw onderaan de Molendijk ontruimd moest worden voor de inkwartiering van onze militairen.

Foto’s ‘Soldaten aan de Kostverlorendijk’ – 29 april 1940

Op deze foto’s zijn zes soldaten van de 13e compagnie pioniers te zien. De foto’s zijn afkomstig van Leendert Kroes, kleinzoon van Korporaal Sebastianus Jozef Baadjou (roepnaam Jos of Zef, 1e regiment wielrijders, 1934 – I – 137).

Op de koffie bij gastvrouw Lena van Bergeijk (boerderij Jan van Bergeijk, Kostverlorendijk Piershil), korporaal Baadjou zit helemaal links. De namen van de soldaten op de achterzijde zijn wat lastig te ontcijferen. In ieder geval zien we ook nog de soldaten Zuidema en Swart uit Rotterdam en Vos uit Lichtenvoorde.

Op deze zien we Baadjou uiterst links, de soldaten fietsen op de Kostverlorendijk in Piershil. Verder zien we Vos uit Lichtenvoorde, Zuidema en Swart uit Rotterdam en v.d. Wal uit Utrecht. De namen van de soldaten uit Winkel en Amsterdam kan ik niet ontcijferen.

De genietroepen vormen al snel een vertrouwd beeld in Piershil. Voor de schoolgaande jeugd wordt een oplossing gevonden en het leven gaat al snel weer z’n gangetje. De militairen richten een keuken in en zetten aan de dijk een militair hospitaaltje op. Geregeld worden er kerkdiensten voor de soldaten georganiseerd en behoudens een paardenvordering gebeuren er weinig schokkende dingen. Vele onderdelen van het leger waren afhankelijk van paard en wagen voor het vervoer van goederen. Slechts in beperkte mate was er gemotoriseerd, in mobilisatie- of oorlogstijd was men dus gedwongen vele vrachtwagens, bussen, auto’s en motoren te vorderen. Ook fietsen, karren en zo’n 30.000 paarden werden gevorderd toen de mobilisatie een feit werd.

In Nieuw-Beijerland was het een komen en gaan van boerenknechten, die met paarden kwamen uit Goudswaard en Piershil. De paarden werden door de Hollandse militairen gekeurd en gevorderd bij geschiktheid. Ook via de haven van Nieuw-Beijerland werd hout aangevoerd. Dit werd gebruikt voor de verdediging van het Hollands Diep, aan de Nieuwendijk werden kleine versterkingen gemaakt voor enkele mitrailleursnesten. Tot dat moment waren er amper voorbereidingen getroffen, met uitzondering van enkele vanaf 1936 gebouwde kazematten langs de noordelijke oever van het Hollands Diep.

Op 10 mei 1940 breekt de oorlog uit, de hoornblazers blazen reveille op de Kade te Piershil. De op de havenkade aangetreden soldaten werden voorzien van wapens en munitie en kregen orders te gaan patrouilleren. Wat de soldaten in die eerste dagen voornamelijk deden was toesnellen zodra er vliegtuigen neerstortten. Soldaat Bram Douw wist op die manier, geholpen door Klaas van Bergeijk, een Canadees het leven te redden (zie 1940 – Oorlogsgraf van het Gemenebest). Ook bij de twee andere crashes, van Duitse vliegtuigen, werd assistentie verleend. Gevochten werd er niet. Het pilotenstoeltje van de Duitse Heinkel, neergestort aan de Achterweg in Goudswaard, werd als buit meegenomen en fungeerde enkele dagen als zitje van een door de soldaten gefabriceerde schommel in de Voorstraat. Op 14 mei 1940 keek de gehele Hoeksche Waard geschokt richting Rotterdam. Aan de enorme rookpluimen zag men dat het goed mis was. Kort na het bombardement van Rotterdam werd de capitulatie getekend en zat het werk er voor de soldaten in Piershil op. Na het vertrek van de militairen ging de school weer open, op 10 juni 1940.

Ochtendblad Het Vaderland (18 mei) – Melding ANP (17 mei) – Soldaten Piershil

Speciaal ten behoeve van het ongeruste thuisfront worden in het ochtendblad het Vaderland op 18 mei 1940 mededelingen gedaan over alle legeronderdelen. Voor wat betreft Piershil is de mededeling beknopt maar duidelijk: ‘de 13de compagnie pioniers bevindt zich in goeden welstand te Piershil’. Het originele bericht werd op 17 mei verspreid door het ANP, uit naam van de commandant de res. kapitein H.J.C. de Ruijter.

ANP-mededeling over legeronderdelen – 17 mei 1940

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.