De waterstand is kort na middernacht bij Hoek van Holland maar liefst drie meter hoger dan normaal. Burgemeesters, bestuurders, waterschappen en waterstaatsbeambten starten rond middernacht met het waarschuwen van de bevolking; vooral afgelegen en buitendijkse huizen worden gewaarschuwd. Naast de molen in Piershil staan in een grote houten schuur de koeien van Koos van Bergeijk. Nadat Koos is gealarmeerd maakt hij snel zijn vee los. De dieren rennen vanzelf de dijk op en worden later ondergebracht in de mestput van boerderij Van Bergeijk in de Voorstraat. De dijkwachters starten dan ook met het alarmeren van de gehele bevolking; persoonlijke waarschuwing in combinatie met sirenes en klokgelui wekken de bevolking die begrijpen dat het menens is. Op veel plaatsen in de polder is het klokgelui door de hevige storm echter niet te horen.
Om 02.30 Uur begint de watersnood in de Hoekse Waard: de dijken in Numansdorp in de Hogenzandse – en Torensteepolder begeven het als eerste. De overstromingen zijn begonnen en zullen nog twaalf uur aanhouden: de helft van de Hoekse Waard zal overstromen, een kwart wordt drassig en een kwart blijft droog. In de nacht van 31 januari op 1 februari is om 04.30 Uur op de radio de volgende waarschuwing te horen: “zware storm tussen noordwest en noord (windkracht 10)”. De elektriciteit en telefoonverbindingen zijn echter uitgevallen; communicatie is onmogelijk.
Knipsel ‘Ernstige ramp trof onze en andere eilanden’
De mensen die in de polder wonen moeten in veiligheid worden gebracht. De haven van Piershil (nog in open verbinding met het Spui) is op de kade met vloedplanken afgeschermd; dit om te voorkomen dat het water de Voorstraat instroomt. Er is echter geen houden aan; om 04.00 Uur sneuvelt de Aanwaskade (de toenmalige dijk achter het voetbalveld van Piershil), de Noordpolder langs de Piershilse haven loopt volledig vol. Vervolgens beukt het water tegen de Molendijk en stroomt er in de hele lengte overheen. Gelukkig voor het dorp Piershil valt het volgende gat in het Nieuwe Dijkje (destijds gelegen in het verlengde van de Molendijk tot aan het Spui); de druk is hierdoor van de ketel en de gehele Klein-Piershilse polder stroomt vol tot aan Nieuw-Beijerland toe. De bewoners in veel polders reageren laconiek. Tijdens de Duitse inundatie (onderwaterzetting) van 1944 werden grote delen van de Hoeksche Waard onder water gezet om een invasie in dit gebied te voorkomen. Het water kwam destijds niet hoger dan een halve meter. Deze hoogte werd echter niet natuurlijk bereikt; de Duitsers hadden de sluizen weer afgesloten toen dat peil werd bereikt. Velen denken zondagmorgen dat het water niet hoger kàn komen.
Foto ‘Bij Andeweg – naast de molen’
Rond 06.00 Uur in de morgen loopt Goudswaard bijna geheel onder water; een stukje van de Dorpsstraat en een aantal woningen op de Molendijk en Beneden Molendijk blijven droog. De schotbalkkering bij de haven van Goudswaard houdt ondanks zware druk stand. Het dorp Piershil wordt vanaf drie kanten bedreigd door het water; de dijken van de Polder Oud-Piershil houden ternauwernood stand. Een groot gedeelte van de grote houten schuur van Koos van Bergeijk ligt inmiddels aan flarden.