De weersomstandigheden waren eind 1925 uitzonderlijk slecht. Als gevolg van overvloedige regenval bereikten zowel de Rijn als de Maas rond de jaarwisseling ongekend hoge peilen. Nog nooit was het water zo hoog gekomen sinds men met de registratie van de rivierstanden was begonnen. De zwakste dijken waren daartegen niet bestand. Vooral in Gelderland, Brabant, Limburg traden overstromingen op. Op 1 januari liep het niet bedijkte buitengebied van Doesburg plotseling onder water. De Ooijpolder overstroomde op 3 januari door een dijkbreuk bij Erlecom. Het water kwam hier vijf tot zes meter hoog. Ook in Piershil kwamen de landerijen onder water te staan.
Foto ‘Watersnood in Piershil’ – 1926
Deze foto is afkomstig van een dochter van Abraham Niemansverdriet, die op de boerderij aan het begin van de Hogendijk heeft gezeten (en later de villa aan de Nieuweweg liet bouwen). Op deze foto’s is te zien hoe de volgelopen polder bij hun boerderij eruit zag. Door de overstroming van een zogenaamde zomerkade liepen de achterliggende uiterwaarden vol. Men kon ze nog doorwaden en met de schouw (kleine platbodem) de koeien bereiken om die te melken. Links zijn de melkbussen waarneembaar in de boot.